De (s)preekstoel van Knack.be

‘Tegen geestelijke bloedarmoede weigeren velen het medicijn’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘Bloedarmoede moet behandeld worden, anders is ze dodelijk. Maar tegen geestelijke bloedarmoede weigert menigeen het medicijn’, schrijft Mark Van de Voorde van Logia. ‘Een bepaald geradicaliseerd atheïsme blijft mensen wijsmaken dat het geloof gebaseerd is op absurde veronderstellingen.’

Bijna elke week zegt in een interview een meer of minder Bekende Vlaming dat met de ontkerkelijking en het verwasemen van het geloof de vastigheid in de samenleving is verdwenen, de solidariteit is verweekt en de angst is toegenomen. Zo ook David Van Reybrouck in Knack van 7 september, in een gesprek over de toename van het aantal zelfdodingen en de hausse van de zinledigheid in de samenleving.

Maar na de vaststelling van de kwaal schuift ook hij voorzichtig het medicijn van zich weg. Van Reybrouck zegt: “Het gebed is verdwenen. Daar heb ik geen heimwee naar, maar daardoor verdween wel het dagelijkse moment van introspectie.” Hij kent dus de heilzame werking van bidden, maar hij blijft er afstand van nemen.

‘Tegen geestelijke bloedarmoede weigeren velen het medicijn’

Als men de oorzaak van de ziekte kent, waarom haast men zich om de oplossing af te wijzen, dacht ik bij die quote. Misschien zijn het wel de bijwerkingen die men vreest. In het geval van gebed is die bijwerking geloof. Bidden is nu eenmaal niet alleen een consequentie van geloven, gebed leidt ook naar geloof.

Veel mensen zijn bang dat ze weer zouden kunnen geloven. Misschien wel omdat ze ooit gelovig waren (of denken het te zijn geweest) en in het opkamertje van hun geheugen daaraan vage en dus verwarrende herinneringen hebben zitten. Het woordje ‘heimwee’ dat Van Reybrouck gebruikte, is treffend. Heimwee is een terugkoppelend verlangen naar het goede leven, en met het goede leven wil Van Reybrouck wellicht het geloof niet associëren. Dit brengt immers de vermeende zekerheid van het afscheid in gevaar.

Wie heimwee heeft, neemt een beetje afscheid van het heden

Aan heimwee kleeft ook een andere aspect. Wie heimwee heeft, neemt een beetje afscheid van het heden. Ofschoon het geloof niets te maken heeft met wat voorbij is maar alles met wat komen gaat, gaan wie jaren geleden hun geloof lieten vallen ervan uit dat geloven toen en daar is blijven liggen.

Aangezien ze niet kunnen of willen zien dat het geloof “verder gaat”, vooral in de zin van evolueert, lijkt geloven hun iets van vroeger. Immers, door zich te bekennen tot het christendom menen ze zich meteen buiten de actuele tijd te plaatsen. Dat wil zeggen ook buiten het handgeklap voor wat vandaag geldt als inzicht. De bijwerking geloof zou misschien een degradatie in hun geloofwaardigheid kunnen zijn, vrezen ze.

Uit menselijk opzicht hebben mensen vaker een kwaal laten woekeren

Menselijk al te menselijk. Uit menselijk opzicht, uit vrees voor het oordeel van anderen hebben mensen vaker een kwaal laten woekeren, een medicijn geweigerd, een ingreep vermeden. Weten waar de sleutel ligt en toch die weigeren op te rapen, is misschien wel een vorm van gebrek aan moed en vertrouwen.

De vraag is, hoe helpen wij mensen daarover heen. Allereerst door zelf moedig te zijn en het lef te hebben om voor ons geloof uit te komen. Wel op zo’n wijze dat het een geloven is voor, van en in vandaag is. Geen magie, geen bijgeloof, geen hocus pocus. Zodat wie de kwaal kennen maar de remedie alsnog weigeren, kunnen zien dat geloven geen regressie is naar een infantiele toestand.

Tussen geloof en ongeloof gaapt geen kloof maar zit een hellend vlak in beide richtingen

Daar ligt het fundamentele probleem. Een bepaald geradicaliseerd atheïsme blijft mensen wijsmaken dat het geloof gebaseerd is op absurde veronderstellingen. Daarvoor grijpt het terug naar de meer dan honderd jaar oude sneren van Nietzsche. De houdbaarheidsdatum ervan is nochtans al vele decennia verlopen.

Onze samenleving verkeert niet alleen in geestelijke ademnood, ze zit ook in wat we de vloeibare moderniteit kunnen noemen. Tussen geloof en ongeloof gaapt geen kloof maar zit een hellend vlak. Het helt in beide richtingen. Ook de atheïst twijfelt.

Hij moet wel, de samenleving zonder God die hij heeft gedroomd, blijkt vooral een oord van zinledigheid en levensmoeheid te zijn. Misschien wel omdat, hoewel hij dacht dat het geloof op absurde veronderstellingen berust, de grootste absurditeit de opvatting blijkt te zijn dat er na dit leven niets is tenzij de leegte. Dat betekent immers dat alleen de ‘winner’ een leven heeft gehad, en de ‘loser’ afval van de geschiedenis is.

Mark Van de Voorde is onafhankelijk publicist en gewezen raadgever van Herman Van Rompuy, Yves Leterme en Steven Vanackere.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content