Studie: ‘Vlaamse moslimjongeren voelen zich slecht politiek vertegenwoordigd’

Biddende moslims © Reuters

Vlaamse moslimjongeren zijn ontevreden over hun politieke vertegenwoordiging. Dat wijten ze niet aan een tekort aan politici met een religieuze of vergelijkbare achtergrond, maar wel aan het vaak reducerende discours rond hun identiteit door zowel politici met Belgische origine als politici met een migratieachtergrond. Dat blijkt uit het doctoraatsonderzoek van politicologe Soumia Akachar (VUB), onder begeleiding van professoren Karen Celis en Eline Severs.

Akachar onderzocht de mate waarin burgers zich al dan niet politiek vertegenwoordigd voelen en de oorzaken hiervan. Daarbij focuste ze zich in het bijzonder op jonge Vlaamse moslims, wier identiteit geregeld het thema is van politieke discussies.

‘Het onderzoek toont aan dat we er niet zomaar vanuit mogen gaan dat jonge moslims, of andere minderheidsgroepen, vertegenwoordigd zijn omdat er gradueel meer politici met vergelijkbare (migratie)achtergrond worden verkozen’, aldus Akachar.

‘Doordat jonge Vlaamse moslims zich zowel met Vlaanderen als met de islam verbonden voelen, hebben ze juist behoefte aan politici die de meervoudige kern van hun identiteit begrijpen en weerspiegelen: enerzijds willen ze niet vastgepind worden op bepaalde identiteitskenmerken, en zich als de ‘ander’ voelen. Maar anderzijds vinden ze dat politici hun moslimidentiteit of migratieachtergrond ook moeten erkennen.’

Deze groep vindt dat wanneer politici over hen spreken, ze vaak vervallen in stereotypen die niet stroken met hun werkelijke identiteit als Vlaming en moslim

De jongeren zien hun identiteit als een mix, en daar lijkt de politiek onvoldoende bewust van te zijn, zo blijkt. ‘Deze groep vindt dat wanneer politici over hen spreken, ze vaak vervallen in stereotypen die niet stroken met hun werkelijke identiteit als Vlaming en moslim’, aldus Akachar.

Ze willen bovendien niet problemen rond diversiteit zoals discriminatie, racisme en gelijke kansen uitsluitend door politici met een migratieachtergrond worden besproken, en benadrukken dat ze in meer geïnteresseerd zijn dan in diversiteit alleen. ‘Ook zaken als het milieu of leefbaarheid in de steden zijn belangrijk voor hen’, zegt Akachar.

De jongeren staan tegelijkertijd wantrouwig tegenover politici die hun migratieachtergrond volledig uitwissen of te weinig erkennen. ‘Hiermee bevestigen deze politici het idee dat moslim en Vlaams zijn niet samen gaat en ook dat zien zij als een verkeerdelijke representatie van hun identiteit als moslimjongere en Vlaming’, klinkt het.

Toch worden de jongeren niet ontmoedigd door de ondervertegenwoordiging, zegt Akachar. ‘Ze blijven geïnteresseerd in de politiek, en houden zich volop bezig met hun ontwikkeling als moslim-in-Vlaanderen.’

Akachar baseert haar conclusies op twaalf gesprekken, verdeeld over een periode van anderhalf jaar (zes in het eerste jaar, zes in het tweede jaar), met een focusgroep van 8 tot 10 jongeren.

Partner Content