Lise Vandecasteele (PVDA)

‘Strengere controles en sancties van leefloners zullen niet meer mensen uit de armoede tillen’

Lise Vandecasteele (PVDA) Vlaams parlementslid voor PVDA en huisarts bij Geneeskunde voor het Volk

‘Het klopt helemaal niet dat de PVDA iedereen een leefloon wil geven’, schrijft Lise Vandecasteele in een reactie op het interview met Antwerps schepen Tom Meeuws (SP.A).

Geen vijf sollicitaties gedaan per week of nog geen afspraak gemaakt bij de psycholoog? Ik heb ondertussen de meest absurde redenen zien passeren om mensen geen leefloon te geven of het tijdelijk te schorsen. En daar ben ik regelmatig hevig tegenin gegaan. Een aanleiding voor de Antwerpse schepen Tom Meeuws (SP.A) om ons, de PVDA, bij een interview in Knack te verwijten ‘iedereen een leefloon te willen geven’. Wat een onzin. De vraag is: haalt het steeds strenger controleren en sanctioneren van leefloners écht meer mensen uit de armoede?

Strengere controles en sancties van leefloners zullen niet meer mensen uit de armoede tillen.

Bijna 41.000 Vlamingen zijn aangewezen op een (equivalent) leefloon. Hun aantal stijgt de laatste jaren, en dan vooral bij jongeren. Ze moeten rondkomen met een absoluut minimum inkomen, dat ondanks alle regeringsbeloftes nog steeds ver onder de armoedegrens ligt. Het bedraagt 930 euro per maand voor een alleenstaande en 1.255 euro voor een gezin. Alleen al om de huur en vaste kosten te betalen is dat een hele uitdaging.

Er zijn wettelijke voorwaarden verbonden aan een leefloon. Je beschikt niet over voldoende middelen, je bent bereid te werken tenzij dat niet kan door gezondheidsproblemen of billijkheid, en je hebt je rechten op andere uitkeringen uitgeput. Het leefloon is een laatste toevlucht. Of je beantwoordt aan die voorwaarden wordt door maatschappelijk werkers beoordeeld, maar het zijn politici die het laatste woord hebben.

Een leefloon als een gunst

Elke individuele aanvraag om een leefloon passeert via een lokaal Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (het vroegere OCMW, nvdr.), waar politici over de toekenning oordelen. Ik maakte de afgelopen vier jaar deel uit van dat bijzonder comité in Antwerpen als raadslid van de PVDA. Meermaals keerde mijn maag om, alleen al omwille van de manier waarop mensen in armoede worden ondervraagd. Hoe er Facebook-pagina’s worden uitgepluisd en élke vraag gesteld mag worden. Een leefloon – en meteen ook je privacy – verwordt tot een gunst in plaats van een recht. ‘Het klopt dat er veel te paternalistisch wordt opgetreden en dat mensen in armoede als onmondig of lui worden beschouwd’, schreef een gepensioneerd hoofdmaatschappelijk werker me.

De politici moeten geen enkele kennis noch kunde bewijzen over de problematiek van armoede, maar krijgen wel de finale bevoegdheid om te beslissen over iemands leven. Wat betreft werkbereidheid is dat voornamelijk op basis van het aantal sollicitaties per week. Een standaardzin bij het ondervragen van leefloners is: ‘Waar ben je gisteren werk gaan zoeken?’ Alsof je tegenwoordig op elke straathoek over de jobs struikelt. En als men twijfelt aan iemands werkbereidheid ‘stuurt men hem de ladder op’. Men start een dringende sociale tewerkstelling waarbij mensen twee dagen laten meteen moeten gaan poetsen. Ik zag zelfs dakloze jongeren die een geldelijke sanctie krijgen omdat ze ‘onvoldoende’ solliciteren. Die repressieve aanpak van leefloners is een puur ideologische keuze die op geen enkele inhoudelijke expertise gebaseerd is. Maar het leidt niet tot een duurzame tewerkstelling van mensen die het bijzonder moeilijk hebben om hun plek te vinden op een hyperflexibele, veeleisende arbeidsmarkt.

Jobs, jobs, jobs

Vooreerst weten we dat er onvoldoende (volwaardige) jobs zijn. Ook Antwerpen telt een 30.000-tal werkzoekenden, terwijl de VDAB er een 4.000-tal vacatures heeft openstaan, in grote mate voor hoogopgeleide profielen. Daarnaast heerst er heel wat discriminatie op de arbeidsmarkt, onder meer op basis van iemands naam en leeftijd.

Werk vinden is geen kwestie van beter je best doen. Bovendien gaat het om mensen in een kwetsbare positie. Op het moment dat je aanklopt bij de sociale dienst doen er zich op meerdere levensdomeinen problemen voor. Mensen hebben nood aan degelijke begeleiding. Maar de individuele arbeidsbegeleiding in de Antwerpse sociale centra is vorig jaar net afgebouwd onder schepen Fons Duchateau (N-VA). Maatschappelijk werkers worden nu geacht het aantal sollicitaties te controleren, en hebben nauwelijks ruimte voor begeleiding. Ze ervaren een verzakelijking van hun opdracht, er is minder ruimte voor menselijk contact, voor ondersteuning en opvolging.

‘Om opnieuw aan de slag te gaan moeten werklozen kunnen investeren in zichzelf.’ schrijft onderzoeksleider Ides Nicaise van KU Leuven. Denk aan gezondheid, tandzorg en mobiliteit. Met een leefloon is dat geen haalbare kaart: dat volstaat volstrekt niet om in de elementaire behoeftes te voorzien. We moeten de druk opdrijven opdat de volgende regering de uitkeringen effectief optrekt tot boven de armoedegrens. Daar dreigt het loonplafond voor CEO’s van openbare bedrijven nog eerder te sneuvelen dan de maximumgrens voor het leefloon. Maar lokaal moet de schepen niet wachten. Er zijn reeds verschillende steden en gemeenten die op systematische wijze een aanvullende steun geven bovenop het leefloon.

Gooi het roer om

De tijd voor het gerommel in de marge is voorbij. Het is werkelijk tijd om het roer om te gooien. We kunnen armoede uitroeien als we echte oplossingen bieden. Mensen in armoede willen hun leven uitbouwen en kunnen dat als men vertrekt vanuit vertrouwen in de kracht van mensen en hen de nodige ondersteuning biedt. ‘Om tot een ambitieus armoedebeleid te komen moet je écht luisteren naar mensen in armoede’ schreef David de Vaal van Netwerk Tegen Armoede hier. Armoedeorganisaties sturen met de regelmaat van de klok zeer concrete en onderbouwde voorstellen van aanpak. Ministers moeten die serieus nemen en een armoedebeleid voeren samen met ervaringsdeskundigen, armoedeorganisaties en het sociale middenveld.

Vast en volwaardig werk blijft de belangrijkste hefboom om uit de armoede te geraken. De overheid kan een maximumpercentage interimarbeid én een minimumloon van 14 euro per uur vastleggen. Bovendien moet versterkende begeleiding uitgebouwd worden, met focus op een duurzame tewerkstelling. Maar niet iedereen heeft de mogelijkheid te functioneren in een klassieke job. Er staan vandaag 18.000 Vlamingen op de wachtlijst voor de sociale economie. Een groeipad voor het aantal sociale werkplaatsen betaalt nochtans zichzelf terug, berekenen de onderzoekers van Decenniumdoelen. En ook in de sociale economie moet een volwaardig loon en begeleiding gegarandeerd zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content