Uit cijfers van Infrabel, die Knack kon inkijken, blijkt dat de stiptheid van de treinen tijdens spitsuren veel slechter is dan algemeen geweten. Tijdens de week van 12 tot 16 november bleek bijvoorbeeld dat de treinen tijdens de ochtendspits een gemiddelde stiptheid hadden van nauwelijks 36,6 procent. Twee op drie treinen had tijdens de ochtendspits dus een vertraging van meer dan zes minuten.
Met de stiptheid van de treinen gaat het al een hele tijd de verkeerde kant op. In september reed nog slechts 83,9 procent van de treinen op tijd. Een jaar eerder was dat 87,2 procent. De federale regering eist nochtans als norm dat 92 procent van de verbindingen op tijd verloopt. Bovendien neemt de NMBS een marge van zes minuten. Een trein die 5 minuten en 59 seconden te laat een station binnen rijdt, is zogezegd dus nog op tijd, ook al missen daardoor veel mensen hun aansluiting.
Maar eigenlijk is de toestand nog veel erger. Het percentage van 83,9 procent geeft de stiptheid van alle treinen in heel België, op grote en kleine lijnen. Treinen op de grote lijnen tijdens de spitsuren en dus met de meeste reizigers, rijden vaak met nog veel meer vertraging, zo blijkt uit de minder gekende cijfers van MobiPulse die Infrabel bijhoudt.
De spitstreinen van Gent naar Brussel kwamen aan een gemiddelde stiptheid van 55 procent. Dat was het beste resultaat die week. Minder goed is het gesteld met de spitstreinen vanuit Antwerpen (51,7 procent), Hasselt (40,7 procent) en Kortrijk (40,8 procent). De Franstaligen pendelaars hebben het nog harder te verduren: Binche (11,7 procent), Doornik (23 procent), Charleroi (30,7 procent), Namen (45,4 procent)en Luik (30,5 procent). Enige troost: de avondspits verliep die week iets beter.
Lees hier het volledige artikel: Het rapport van de NMBS: vijf experts beoordelen het beleid van ceo Sophie Dutordoir
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier