Vlaanderen dreigt in de volgende regeerperiode 7,8 miljard euro mis te lopen door de zesde staatshervorming en de nieuwe financieringswet. Dat komt omdat de bevoegdheden wel worden overgeheveld, maar de budgetten veel minder.
Dat besluiten De Tijd en Het Belang van Limburg uit de meerjarenbegroting van N-VA-begrotingsminister Philippe Muyters. Onder meer door stijgende inkomsten en dalende rente-uitgaven blijft de vereiste bespraringsronde wel beperkt tot 2,4 miljard.
Budgetten blijven hangen
De zesde staatshervorming hevelt een reeks bevoegdheden over naar de deelstaten, maar niet de volledige budgetten. De deelstaten helpen zo de Belgische begroting in evenwicht te krijgen, waarop onder meer de vergrijzingskosten steeds zwaarder wegen.
Door die beperkte overheveling van budgetten loopt Vlaanderen de volgende legislatuur 7 miljard mis. De pendeldotatie voor pendelaars die in Brussel werken kost nog eens 142 miljoen, terwijl Vlaanderen ook een beperkte bijdrage levert aan de vergrijzingskosten. De algemene bijdrage bedraagt 115 miljoen, de bijdrage aan de pensioenen van de Vlaamse ambtenaren nog eens een half miljard.
‘Gigantische factuur’
Voor N-VA-fractieleider Matthias Diependaele bewijzen de cijfers dat de staatshervorming en de federale regering “een gigantische factuur” doorschuiven naar Vlaanderen.
LDD-collega Lode Vereeck vindt dan weer dat de huidige Vlaamse regering zich beter had moeten voorbereiden op de kosten van de staatshervorming. Voor hem is het net de Vlaamse regering die “een zware budgettaire erfenis achterlaat voor de volgende ploeg”.
“We konden ons niet voorbereiden op de gevolgen van de zesde staatshervorming, want het heeft bijzonder lang geduurd voor we de precieze omvang kenden”, verdedigt het kabinet-Muyters zich nog in de krant. De geboekte overschotten zijn de voorbije jaren naar de afbouw van de Vlaamse schuld gegaan. (Belga/TV)
