‘Sociale zekerheid speelt haar rol als economische stabilisator, maar tegelijk worden bestaande problemen vergroot’

‘De scheefgegroeide financiering van de sociale zekerheid belemmert de doelstelling van 80% werkzaamheidsgraad’, schrijft Monica De Jonghe, directeur-generaal van het VBO, over de plannen van de regering-De Croo.

Niemand had begin dit jaar kunnen voorspellen wat voor gigantische impact het coronavirus zou hebben op onze samenleving, economie en bij uitbreiding op de sociale zekerheid. Negen maanden na het begin van de crisis wordt de impact duidelijk: de evenwichtsdotatie, de sluitpost van de sociale zekerheid, stijgt van 2,8 miljard euro naar 10.6 miljard euro.

Naast een toename van de kosten voor geneeskundige verzorging, krijgen ook andere begrotingsposten zware klappen. De broodnodige en massaal gebruikte tijdelijke werkloosheid, het corona-ouderschapsverlof en andere crisismaatregelen verhogen de uitgaven gevoelig. Bovendien zet de coronacrisis ook de inkomstenzijde onder druk. Door de benarde economische situatie kan zo’n 3 miljard aan verwachte sociale bijdragen niet worden geïnd. En dan spreken we nog niet over de drastische schok die eraan komt als de voorziene faillissementsgolf zich voltrekt.

Sociale zekerheid speelt haar rol als economische stabilisator, maar tegelijk worden bestaande problemen vergroot.

De sociale zekerheid speelt tijdens deze crisis haar rol als economische stabilisator, maar de enorme impact ervan vergroot de reeds bestaande problemen en uitdagingen. De structureel lage tewerkstellingsratio’s en daarmee gepaard gaande hoge sociale uitgaven zetten al vóór deze gezondheidscrisis een enorme druk op de solidariteit tussen werkenden en niet-werkenden. Als we onze sociale zekerheid ook voor de volgende generaties nog willen veiligstellen met uitdagingen zoals de vergrijzing, en de financiële houdbaarheid ervan willen garanderen, dringen structurele maatregelen zich op.

Waar ligt de politieke knoop in dit kluwen van miljarden? Dat is zonder meer in de evenwichtsdotatie. Het woord roept enige sympathie op, en voor veel beleidsmakers is een dergelijk instrument een zegen. De evenwichtsdotatie, die dit jaar 10,6 miljard euro zal bedragen, zorgt er namelijk voor dat wat er ook gebeurt, hoe groot het tekort ook is, de schatkist uiteindelijk zal bijspringen, en er op korte termijn dus niet de minste noodzaak is om te hervormen.

We betwisten niet dat uitgaven om de coronacrisis te bestrijden dringend en noodzakelijk waren. Dat zijn ze nog steeds. Meer problematisch is het feit dat onder de vlag van coronasteun, ook het structurele onevenwicht in de sociale zekerheid mee uitgebalanceerd wordt. De wet betreffende de financiering van de sociale zekerheid voorziet in 2020 een grondige evaluatie van onder meer het mechanisme van deze evenwichtsdotatie. De structurele verankering van de evenwichtsdotatie in het huidige regeerakkoord, zonder verdere responsabiliseringsmaatregelen, maakt die evaluatie en een structurele hervorming echter een stuk moeilijker. Het nieuwe regeerakkoord voorziet om de sociale zekerheid te hervormen maar bevat, op basis van wat we nu weten, te weinig concrete handvaten om die doelstelling te bereiken.

De verankering van de evenwichtsdotatie mag geen blanco cheque zijn. Ze valt bovendien moeilijk te rijmen met de doelstelling om een werkzaamheidsgraad van 80% te bereiken. Er zijn namelijk heel wat gegadigden die, met een sociale zekerheid waar de uitgaven onvoorwaardelijk bijgepast worden, druk zullen uitoefenen om minimumuitkeringen, vervangingsinkomens en loonplafonds op te trekken.

Het risico is dan ook reëel dat het verschil tussen werken en niet-werken deze legislatuur nog kleiner wordt, wat dan weer minder mensen zal aanzetten om toe te treden tot de arbeidsmarkt. Nochtans is het verhogen van de tewerkstellingsgraad net één van de belangrijkste puzzelstukken om ons uit deze tijdelijke en structurele crisis te loodsen. Elke nieuwe job verhoogt namelijk enerzijds de inkomsten voor de sociale zekerheid in de vorm van sociale bijdragen en belastingen, en drukt anderzijds de uitgaven voor uitkeringen die de overheid niet langer moet betalen.

Deze week zijn de vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties en de regering digitaal bijeengekomen om zich te buigen over de financiering van de sociale zekerheid. De centrale vraag is of, zoals het regeerakkoord voorziet, we erin slagen om én de sociale bescherming op een goed niveau te houden én om meer mensen aan de slag te krijgen. Nu de cijfers op tafel liggen en de nood hoog is, krijgen we een unieke kans om dit fundamentele debat aan te gaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content