Sociale partners leggen toekomstplan op tafel van 1,8 miljard voor basisonderwijs

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). © Belga

De sociale partners in het onderwijs hebben een toekomstplan voor het basisonderwijs opgesteld, goed voor een investering van 1,8 miljard euro in de komende 10 jaar. Ze vragen het Vlaams parlement een resolutie goed te keuren die ook de volgende regeringen daaraan bindt. ‘We detecteren hier altijd veel goede wil, maar dat is niet voldoende. Waar wachten jullie nog op?’

Het basisonderwijs kreunt al jaren onder een structurele onderfinanciering. Bovendien maken de toenemende diversiteit of de uitrol van het M-decreet de job er niet makkelijker op, zeggen de sociale partners binnen het onderwijs. De kwaliteit komt daarmee onder druk te staan. ‘De afgelopen legislatuur werden hier en daar maatregelen genomen om de ergste nood te lenigen, maar elke maatregel voelt aan als too little, too late. Af en toe wordt een brandje geblust, maar de brandhaard zelf wordt niet aangepakt”, klinkt het.

Het onderwijsveld komt nu met een toekomstplan voor het basisonderwijs voor de komende tien jaar, vertrekkend vanuit een ‘driesporenaanpak’. Algemeen secretaris van het COV (Christelijk onderwijzersverbond) Marianne Coopman en haar collega bij OVSG (Onderwijskoepel van steden en gemeenten) Patriek Delbaere kwamen het plan donderdag voorstellen tijdens een hoorzitting in de Commissie Onderwijs van het Vlaams parlement.

Concreet vragen de sociale partners een bijkomende investering van 1,8 miljard euro, wat neerkomt op 250 euro per leerling voor de komende tien jaar. De bedragen moeten eerst en vooral gaan naar werkingsmiddelen, maar ook naar de leraar en het hele onderwijsteam, en de schoolorganisatie. Ze herhalen daarbij hun pleidooi voor een masteropleiding in het basisonderwijs. Daarnaast moet onder meer de kinderverzorging worden uitgebreid, om kleuteronderwijzers te ontlasten, en vragen de sociale partners extra investeringen in administratieve, pedagogische en beleidsondersteuning voor de schoolleiding.

Coopman en Delbaere vragen het Vlaams parlement een resolutie aan te nemen die ook de volgende regeringen bindt aan het toekomstplan. ‘Er is meer nodig dan een los uitgesproken engagement. Wij rekenen op de handtekening van alle parlementsleden’, klinkt het. ‘Vijf voor twaalf is al lang voorbij.’

Meerderheidspartijen CD&V, N-VA en Open VLD zijn bereid extra te investeren in het basisonderwijs, al houden ze hier en daar een slag om de arm. ‘We moeten de eerste stappen naar een alomvattend plan nog zetten, maar dat betekent niet dat de vele signalen vanuit het onderwijsveld de voorbije jaren zijn genegeerd’, zei CD&V-parlementslid Jos De Meyer. ‘De tekst gaat zeker in de juiste richting. Het volgende regeerakkoord moet werk maken van de inhoudelijke en budgettaire implicaties van de drie voorliggende sporen’, zei hij, maar als deze legislatuur nog stappen gezet kunnen worden ‘is onze fractie vanzelfsprekend bereid om met grote overtuiging daaraan mee te werken.’

Onderwijsbeleid veronderstelt altijd een goed evenwicht tussen drie dingen: visie, mensen en middelen.

Caroline Gennez (SP.A)

Voor Open VLD’er Jo De Ro is onder meer het kleuteronderwijs prioritair. ‘Waarmee onze fractie niet wil zeggen dat de andere dingen niet nodig zijn’, benadrukte hij. ‘Het zou eenvoudig zijn om een resolutie in te dienen met alles wat jullie vragen, maar er zijn ook punten waar alternatieven mogelijk zijn. Rond al jullie voorstellen moet naar oplossingen gezocht worden, maar niet altijd met de prijs die erin staat.’

Koen Daniëls van N-VA sloot zich daarbij aan. ‘Het makkelijkste om ons nu heel populair te maken zou zijn om hier met veel bravoure een handtekening onder de resolutie te zetten’, zei hij. ‘Maar we moeten keuzes maken en prioriteiten stellen: infrastructuur is ook belangrijk, net als hogescholen, innovatie, klimaatmaatregelen en zo verder. Het is te gemakkelijk om te zeggen: het is allemaal in orde, want de rekening komt ergens en die moet ook betaald worden.’ N-VA is het er wel mee eens dat er dringend investeringen nodig zijn in het basisonderwijs. ‘In ons verkiezingsprogramma zal onderwijs hoofdstuk 1 zijn.’

‘Ik voel plaatsvervangende schaamte’, zei SP.A’er Steve Vandenberghe, ‘omdat we nog maar op het niveau zitten van hoorzittingen’. ‘Er zijn al hoorzittingen geweest, tientallen vragen in het parlement, en het onderwijsveld heeft al verschillende keren aan de alarmbel getrokken in de media. En vandaag zitten we hier weer.’ Volgens Vandenberghe, in een vorig leven zelf directeur op een basisschool, heeft de regering ‘veel tijd verloren’ en is het ‘absoluut dringend tijd om in te grijpen en te investeren in het basisonderwijs’. ‘De regering weet dat, maar doet aan lapwerk. Ik zeg niet dat de minister niets heeft gedaan, dat zou intellectueel niet correct zijn, maar beleid voeren dat is keuzes maken. En investeren in basisonderwijs is een prioritaire keuze die we nu dringend moeten maken.’ ‘Wij zeggen ook niet dat we alles blind moeten tekenen en dat dit binnen een jaar allemaal op tafel zal liggen, maar het werkveld vraagt nu een duidelijk signaal.’

Zijn partijgenote Caroline Gennez sloot zich daarbij aan. ‘Wij hadden bijvoorbeeld verwacht dat werkingsmiddelen voor het kleuter- en lageronderwijs deze legislatuur al gelijkgeschakelijk zouden zijn. Onderwijsbeleid veronderstelt altijd een goed evenwicht tussen drie dingen: visie, mensen en middelen.’

Update: Oorspronkelijk stelde dit artikel dat het toekomstplan enkel door de vakbonden werd voorgesteld. Die fout werd rechtgezet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content