‘Sihamegate, een Vlaamse soap op zijn best’

In de zaak Sihame El Kaouakibi is de belangrijkste vraag wellicht waar het geld vandaan kwam, stelt Walter De Smedt. En nog breder: ‘Is partijpolitiek enkel ingegeven door een “product”, dat zoals waspoeder of tandpasta, mits de nodige reclame, moet zorgen voor een winstgevend resultaat en ondertussen wel wat mag kosten?’

In het dossier van El Kaouakibi zijn er twee grote vragen: waar ging al dat geld naartoe, maar ook hoe geraak je aan dergelijke bedragen? Over de eerste vraag lopen verschillende onderzoeken. De tweede vraag is evenwel even groot en wellicht nog belangrijker. Je kan het immers niet normaal vinden dat een jonge dame in een paar jaar tijd parlementslid kan worden en zij allerhande subsidies toegeworpen krijgt zonder dat iemand toekijkt wat er mee gebeurt. De vragen hoe het systeem werkt en of er nog andere katjes op dezelfde wijze bij de melk worden gezet zijn legio en maakten bovendien reeds het voorwerp uit van meerdere parlementaire en bestuurlijke onderzoeken. Het antwoord op de tweede vraag is overduidelijk: Dit is andermaal een voorbeeld van de diepgewortelde ‘graaicultuur’.

‘Sihamegate: een Vlaamse soap op zijn best’

Wat voorheen een ‘volksvertegenwoordiger’ werd genoemd, heeft nu een andere naam gekregen: ‘parlementslid’. De blitzcarrière van Sihame toont waarom. Om volksvertegenwoordiger te kunnen worden moest je de stemmen van het volk krijgen. Dat vergde een grote en langdurige inzet. Vele kandidaten zijn er ondanks dagelijkse inspanningen gedurende vele jaren nooit in geslaagd. Sihame kon zonder enige politieke ervaring kiezen. Zowel de N-VA, de SP.A als de Open VLD stonden klaar om haar op te vangen. Dat is op zich al een teken dat haar kandidatuur weinig met een politiek standpunt te maken had. Het ging om de ‘commerciële waarde’, om haar profiel, dat beloofde veel kiezers te kunnen aantrekken. In dergelijke reclamecampagne is de tegenprestatie voorzienbaar: het lanceren van het nieuwe product kost geld. Daar was iedereen toe bereid: de stad, de Vlaamse overheid, de politieke partijen, maar ook de grote bedrijfsleiders.

Beslag leggen als het kan

In het opbod aan financiering haalde de Open VLD het op de andere kandidaten. Daar zorgden maar twee personen voor: de partijvoorzitster Gwendolyn Rutten en de Vlaamse vicepremier Bart Somers. Die twee zorgden ook voor de rest: verkiesbare plaats en geld. Zij waren in hun partij niet de eersten om het hoogste politiek mandaat naar hun hand te zetten. Het systeem werd ingevoerd en ruim toegepast door ene Verhofstadt die zijn partij ‘open’ zette zodat hij er de overlopers van de andere partijen kon naartoe brengen. In die koehandel zorgde Verhofstadt er ook voor dat de ‘verruimers’ waar voor hun geld kregen. Dat dergelijke handelswijze tot misbruiken leidt, is intussen aangetoond: Pierre Chevalier, Karel Pinxten en Jaak Gabriels liepen tegen de lamp en verbrandden hun pootjes. Wat blijft er dan nog over van de partij en haar inhoud als wie het er voor het zeggen heeft, uit eigenbelang, enkel handelt om persoonlijke kandidaten goedbetaalde postjes te geven? De spanningen die je er aan overhoudt zijn ook niet mis: de huidige partijvoorzitter Lachaert heeft het niet onder de markt met al de mandatarissen die van de Volksunie komen.

Is partijpolitiek enkel ingegeven door een ‘product’, dat zoals waspoeder of tandpasta, mits de nodige reclame, moet zorgen voor een winstgevend resultaat?

Is dat in andere partijen anders? Wat heeft de twintiger in de SP.A, nu ‘Vooruit’, bewezen? Georges-Louis Bouchez deed het in het zog van zoon Michel op tien jaar tijd ook niet slecht. Dat geldt ook voor Bart De Wever, in acht jaar tijd van de districtsraad Berchem naar het Vlaams Parlement opgeklommen. De meest opmerkelijke sprong is natuurlijk deze van Alexander De Croo: van het op 12 december 2009, in de tweede stemronde, verkregen partijvoorzitterschap, naar de op 30 september 2020 verkregen job van premier. Dat al deze vooraanstaande politici in de eerste plaats voor zichzelf spelen is dan ook erg zichtbaar. Dat de huidige premier en zijn minister van Volksgezondheid het met de coronacrisis ernstig en goed doen, verplicht de anderen tot onzinnige kritiek, kwestie van niet in de vergetelheid te geraken.

In De Morgen van 4/4/2021 beweert Bart Eeckhout dat de ‘Sihamegate’ eigenlijk geen politiek schandaal is. Dat is zoveel als het licht van de zon ontkennen. Alles in dit dossier draait om de politiek, om de wijze waarop daarin nu wordt gehandeld om te kunnen ‘scoren’. Sihame is er enkel het lijdend voorwerp in, het product dat al de anderen op het oog hadden om het te kunnen verkopen. Dat een redacteur van DM er nu al naast kijkt, toont hoe het verder zal verlopen. Om hun eigen vel te redden kijken zij die zorgeloos het geld gaven naar een manier om het snel te kunnen recupereren: beslag als het kan.

Dat het dossier nu een gerechtelijk verloop kent en het voorspelbaar is dat barbertje zal hangen, mag niet tot gevolg hebben dat het andere erdoor vergeten wordt. Is partijpolitiek enkel ingegeven door een ‘product’, dat zoals waspoeder of tandpasta, mits de nodige reclame, moet zorgen voor een winstgevend resultaat? Zijn onze mandatarissen alleen de verkopers van wat hun CEO-partijvoorzitter heeft beslist? Zijn kiezers enkel consumenten van wat hen door de politbureaus wordt aangeboden? Zolang onze consumptiemaatschappij kan blijven draaien lijkt het erop dat het zo nog een tijdje kan voortgaan. Maar wat indien de werkelijke rekening zal worden aangeboden? Omdat het systeem niet failliet kan gaan maar wij er wél allemaal aandeelhouder in zijn zal de ontnuchtering onvermijdbaar en groot zijn. Met dergelijk scenario krijg je natuurlijk geen enkele stem. En dus dansen wij, zoals op het Kiel, op de tonen van een omhoog geschoten wicht dat er op een verbluffende wijze vele centen kon uit halen. Dat is wat het volk wil: brood en spelen, een Vlaamse soap op zijn best.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content