Schouppe verdedigt veiligheidsbeleid NMBS

De ontwikkeling van het TBL-systeem viel eind jaren tachtig stil omdat de baten niet meer opwogen tegen de kosten.

De uitbouw van het eerste veiligheidssysteem in de treinen is eind jaren tachtig stilgevallen omdat de baten niet meer opwogen tegen de kosten. Dat heeft voormalig NMBS-topman Etienne Schouppe maandag gezegd in de Kamercommissie die de treinramp in Buizingen onderzoekt.

Schouppe stond aan het hoofd van de NMBS tussen 1988 en 2002, eerst als directeur-generaal en later als afgevaardigd bestuurder van de spoorwegmaatschappij.

Het automatische noodstopsysteem TBL1 werd ingevoerd na de zware treinramp in Aalter in 1982. Het systeem kan treinen die een rood sein negeren laten stoppen. In 1987 liet de NMBS de invoering van het systeem echter stoppen.

Volgens Schouppe wogen de baten niet meer op tegen de kosten. ‘Toen heeft men vastgesteld dat de verbeteringen wel reëel zijn, maar eigenlijk heel gering in vergelijking met de kosten die men gedaan had’, zo wordt Schouppe door de VRT geciteerd.

Daarna werd een ‘moratorium’ van vijf jaar in acht genomen voor de ontwikkeling van het noodstopsysteem. Dat werd volgens Schouppe verantwoord bevonden door specialisten wegens de beperkingen van het systeem en door de mogelijkheid om te kiezen voor een nieuwe versie TBL2-3, waardoor een automatische stop voor het rode licht mogelijk zou zijn.

De voormalige spoorbaas wees erop dat signalisatie niet alles was en dat er ook inspanningen moesten gebeuren op het vlak van spooroverwegen, de modernisering van de seinhuizen en de opleiding en uitrusting van de treinbestuurders. ‘De signalisatie is misschien het enige aspect dat in de tijd gespreid werd’.

Tijdens zijn getuigenis voor de Kamer benadrukte Schouppe de moeilijke begrotingstoestand van toen, de zware historische erfenis en de complexiteit van het ontwikkelen van performante en compatibele noodstopsystemen.

Partner Content