‘Regeringen balanceren tussen vrijheid en veiligheid’

Overheden moeten zich bewust zijn van de politieke en publieke druk bij het nemen van beslissingen, schrijft Christoph Meyer, hoogleraar Europese en Internationale Politiek aan het King’s College London.

De overheden in Europa hebben drastische maatregelen genomen om de verspreiding van Covid-19, de ziekte veroorzaakt door het nieuwe coronavirus, in te dammen. Daarbij ook de inperking van de bewegingsvrijheid in heel Italië.

Het is duidelijk geworden dat regeringen op verschillende manieren reageren, waarbij sommige politici de noodzaak van een evenredige reactie benadrukten, of wat de Duitse bondskanselier Angela Merkel “afgemeten en nuchter” noemde (‘Maß und Mitte’). De Britse premier Boris Johnson had het over de “noodzaak om een evenwicht te vinden”. Toen de VS een reisverbod oplegden aan alle buitenlanders die naar het vasteland van Europa waren geweest, wees de Britse minister van Financiën Rishi Sunak op een gebrek aan bewijs dat “interventies zoals het sluiten van grenzen of reisverboden een materieel effect zullen hebben op de verspreiding van de infecties.”

Bias

Wat wel en niet een overdreven reactie is, hangt af van hoe ernstig een bedreiging is voor de volksgezondheid. De verwachte voordelen van voorgestelde tegenmaatregelen moeten afgewogen worden tegen de waarschijnlijke nadelen. Als regeringen de juiste reactie overwegen, moeten ze zich bewust zijn van hun eigen bias en zich ervan bewust zijn dat ze overdreven kunnen reageren op de verkeerde vormen van druk in hun reactie op de dreiging van Covid-19.

Regeringen balanceren tussen vrijheid en veiligheid.

Dergelijke overreactie in het overheidsbeleid kan verschillende vormen aannemen. Maatregelen kunnen zichzelf bijvoorbeeld ondermijnen. Zo raakte het besluit om grote delen van Noord-Italië in quarantaine te plaatsen uitgelekt in de media, waardoor veel mensen de regio ontvluchtten en het virus zich mogelijk sneller kon verspreiden. En op dezelfde manier kan een beslissing om alle scholen te sluiten ertoe leiden dat meer oudere familieleden – juist de mensen die het meest vatbaar zijn voor het virus – inspringen voor de kinderopvang.

Andere maatregelen kunnen dan weer andere risico’s voor de volksgezondheid opleveren. Zo kan de sluiting van scholen ertoe leiden dat verzorgers, verpleegsters en artsen thuisblijven om voor hun kinderen te zorgen, in plaats van in ziekenhuizen te werken.

Collateral damage

Inspanningen om het virus te behandelen kunnen ook “collateral damage” veroorzaken buiten de volksgezondheid. Het annuleren van vluchten en openbare evenementen heeft immers economische gevolgen. Bovendien valt te verwachten dat de enorme verliezen voor de inkomsten van de overheid uiteindelijk zullen leiden tot bezuinigingen. Het Institute for Public Policy Research (IPPR) berekende dat in Groot-Brittannië 130.000 meer mensen stierven als gevolg van de bezuinigingsmaatregelen van de overheid tussen 2012 en 2017 als onderdeel van pogingen om te herstellen van de financiële crash van 2008. Het is mogelijk dat na de coronacrisis opnieuw hetzelfde gebeurt.

We kunnen ook overwegen of sommige maatregelen kunnen worden beschouwd als zo schadelijk voor de sociale cohesie en waarden dat ze niet moeten worden genomen, ook al zouden ze de besmetting helpen vertragen.

Denk maar aan het viseren van bepaalde groepen omwille van etniciteit of nationaliteit, burgers vragen om informatie over personen die mogelijk besmet zijn, of de volledige bewegingspatronen van mensen te monitoren (zoals in China). Het zijn ingrepen die ongewenst kunnen zijn in een democratische samenleving die de mensenrechten respecteert.

Overreactie vermijden

Dus hoe kan het risico op overreactie worden verminderd? Het is handig om je bewust te zijn van – en indien nodig op je hoede te zijn voor – de onderliggende politieke prikkels en mechanismen die spelen.

Oproepen tot actie tegen een dreigende epidemie kunnen een krachtige maar slecht gekalibreerde reactie van politici teweegbrengen. Politici staan onder druk om een angstige bevolking gerust te stellen door te zeggen dat “alles” zal worden gedaan om het virus te stoppen.

Dat is met name het geval wanneer overheidsinstanties vrezen beschuldigd te worden van onderreactie. De draconische maatregelen die in China worden genomen, kunnen op zijn minst gedeeltelijk verband houden met de kritiek dat de reactie van de overheid aanvankelijk traag was.

En de ziekenhuizen in de regio Lombardije in Italië die nu in quarantaine staan, werden onderzocht omdat ze veel kansen hadden gemist om een “superverspreider“-patiënt te testen. Beleidsmakers moeten zich in zekere mate bewust zijn van die vooringenomenheden en voor zichzelf bepalen aan welke politieke druk moet worden weerstaan in plaats van ernaar te handelen.

Het is maar al te gemakkelijk om bestaande patronen te volgen in tijden van crisis, maar dat kan betekenen dat we moeten vertrouwen op verouderde veronderstellingen over hoe een bedreiging kan evolueren.

Mexicaanse griep

Uit een evaluatie van de pandemie van Mexicaanse griep (H1N1) in 2009 bleek dat sommige overheidsinstanties in sommige opzichten overdreven reageerden op de besluiten van de WHO om de waarschuwingen op te drijven.

De Britse eigen audit wees op problemen bij het officiële gebruik van “redelijke worst case”-scenario’s van tienduizenden doden. De besluitvorming en communicatie op dat moment waren het resultaat van een decennium van pandemische planning, grotendeels gebaseerd op de vogelgriep A (H5N1) die in 1997 in Hong Kong opdook. Maar de Mexicaanse griep van 2009 bleek heel anders te zijn. Die was veel besmettelijker, maar veel minder gevaarlijk dan de vogelgriep, die een sterftecijfer van 60 procent heeft. Ze was in feite milder dan veel andere griepsoorten.

Er is nog steeds enige onzekerheid over het waarschijnlijke sterftecijfer van dit nieuwe coronavirus, met de meeste schattingen die variëren van 1 tot 2 procent voor Europa – een vooral patiënten met bestaande aandoeningen lopen gevaar. Dat is meerdere malen hoger dan de seizoensgriep, die rond de 0,2 procent ligt, maar die nog steeds duizenden per jaar doodt zonder dat het wordt beschreven als een “dodelijk virus”. Covid-19 lijkt ook besmettelijker dan seizoensgriep.

Zelfbewustzijn

Autoriteiten en burgers hebben de verantwoordelijkheid om de meest kwetsbaren te beschermen en de infectiecurve af te vlakken om de gezondheidsstelsels te beschermen en meer tijd te winnen voor onderzoek naar vaccins en behandelingen. Maar dit betekent niet dat elke maatregel om de ziekte te vertragen gerechtvaardigd of evenredig is.

Waar het om gaat bij het voorkomen van zowel onder- als overreactie, is dat besluitvormers hun onderliggende veronderstellingen voortdurend moeten toetsen aan het beste en meest actuele beschikbare advies en bewijs. Ze moeten voorkomen dat ze beslissingen nemen “in silo’s” maar beroep doen op deskundigen uit relevante gebieden buiten de gezondheid. Indien nodig moeten ze zowel intern als openbaar correcties aanbrengen.

Het is voor bureaucratieën nooit gemakkelijk om in snel veranderende situaties vraagtekens te zetten bij en af te wijken van bestaande plannen, procedures en protocollen. Ook is het voor politici en experts niet gemakkelijk om hun eerdere publieke adviezen te veranderen en misvattingen in de media en het publiek tegen te gaan. Maar de kosten om dit niet te doen zijn hoog. Het is voor Europese besluitvormers niet te laat om enkele van deze lessen in gedachten te houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content