De regering-Michel moet meer rekening houden met de minderheid. Dat zegt Kamerlid Hendrik Bogaert van meerderheidspartij CD&V. Hij wil dat de federale ministers de sociale partners meer betrekken bij het beleid. Bovendien mag ook de polarisatie tussen meerderheid en oppositie voor hem gerust wat minder.
Het waren slechts enkele zinnen in de debatten op RTBF en RTL-TVi, maar de boodschap van Bogaert in deze woelige tijden van stakingen en sociale acties was duidelijk. “De regering moet meer rekening houden met de minderheid. Naast een democratische meerderheid bestaat er ook zoiets als de democratische geest, waarbij je beseft dat je niet gelijk wat kan opleggen en dus best wat rekening houdt met de standpunten van de minderheid”, verduidelijkte Bogaert aan Belga.
De CD&V’er bepleit allerminst een vetorecht voor de sociale partners, maar wel “een wat eerlijkere verdeling van de macht” door het middenveld meer te betrekken bij het beleid. “De regering heeft nog werk op dat vlak. Ze moet met een open geest de minderheid betrekken.” N-VA heeft geen traditie in die zin en wil onverminderd doorzetten, beseft Bogaert. “Maar uiteindelijk kost dat altijd meer. Sociaal overleg is heel belangrijk en heeft een grotere rol dan enkel geld verdelen.”
Enkel door “meer inclusief” te besturen, zal de regering-Michel slagen in haar moderniseringsmissie, waarschuwt de CD&V’er. “Die modernisering moet ten goede komen van iedereen. Met te weinig draagvlak zal het niet lukken.”
Tot slot vindt Bogaert dat het ook tussen meerderheid en oppositie best wat “minder antagonistisch” kan. De politieke zeden lijken dezer dagen immers erg hard. Hij pleit voor een meer consensuele aanpak, waarbij niet elk voorstel van de oppositie categoriek wordt weggestemd of de oppositie alles van de meerderheid zonder meer afbrandt. “Op voorwaarde dat het te goeder trouw gebeurt natuurlijk.” (Belga)
