Rechter maakt brandhout van inmenging in Moslimexecutieve door Van Quickenborne

Vincent Van Quickenborne (Open VLD) op 21 april 2022.
Vincent Van Quickenborne (Open VLD) op 21 april 2022. © Belga

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne gaat in beroep tegen de veroordeling voor inmenging in de Moslimexecutieve. Hij wil naar eigen zeggen ‘klare taal blijven spreken’.

De Belgische staat, in de persoon van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne, is door de Brusselse rechtbank van eerste aanleg veroordeeld omdat ze zich op een illegale wijze heeft gemengd in de activiteiten van de Moslimexecutieve. Van Quickenborne had in 2020 aangestuurd op het ontslag van de toenmalige voorzitter van de Executieve, Salah Echallaoui, door hem ervan te beschuldigen een spion van de Marokkaanse overheid te zijn.

De minister van Justitie had begin september 2020 opgeroepen om alle organen van de Moslimexecutieve te vervangen en baseerde zich daarvoor op een advies van de Staatsveiligheid. Die zag tekenen van Marokkaanse inmenging in de Grote Moskee van Brussel en sprak over drie agenten van de Marokkaanse inlichtingendiensten die in de Moskee waren geïnfiltreerd.

De toenmalige voorzitter van de Executieve, Salah Echallaoui, nam daarop ontslag op 20 december 2020, maar betwistte wel met klem dat hij op enige manier samenwerkte met buitenlandse inlichtingendiensten.

In mei 2021 stapte de man uiteindelijk naar de Brusselse rechtbank van eerste aanleg en die heeft op 1 september een vonnis geveld, dat Echallaoui in het gelijk stelt.

Beroep

Volgens de krant Le Soir stelt de rechtbank in haar vonnis dat, zolang de Staatsveiligheid geen duidelijkheid geeft over de bron of afkomst van haar informatie, die informatie niet kan beschouwd worden als iets anders dan anonieme inlichtingen die geen enkele bewijswaarde hebben.

De uitspraken van de minister van Justitie over Salah Echallaoui, en zijn beslissing om de concessie van de Grote Moskee afhankelijk te maken van Echallaoui’s ontslag, zijn volgens de rechtbank dan weer een juridisch ongegronde en disproportionele inbreuk op diens vrijheid van religie en vereniging.

‘We zullen hoger beroep instellen tegen het vonnis’, laat het kabinet-Van Quickenborne weten in een reactie. ‘De minister heeft van meet af aan de problemen met en bij de moslimexecutieve duidelijk benoemd en uitgesproken. Over het administratief wanbeheer, over de buitenlandse inmenging. In het belang van de moslimgemeenschap in ons land zullen we die klare taal blijven spreken en het gekonkel en geknoei aanpakken.’

Partner Content