PS-Europarlementsleden willen forfaitaire onkostenvergoeding schrappen

Het Europees Parlement
Kristof Clerix

Moeten Europarlementsleden bekendmaken wat ze doen met hun maandelijkse onkostenvergoeding van 4.342 euro? De Belgen pleiten voor meer transparantie. De PS’ers willen het forfaitair bedrag zelfs schrappen.

In de laatste stemming over het thema vóór de Europese verkiezingen van mei 2019 spreken de Belgische Europarlementsleden zich uit voor meer transparantie. De voorbije jaren was er al veel ophef over de onkostenvergoedingen van de 748 Europarlementsleden. Boven op hun brutosalaris van 8484 euro krijgen ze elke maand 4342 euro uitbetaald als ‘vergoeding voor algemene uitgaven’. Jaarlijks geeft het Europees Parlement op die manier 39 miljoen euro uit, zonder te controleren of de Europarlementsleden dat geld correct besteden.

Het EP geeft 39 miljoen per jaar uit, zonder te controleren of de parlementsleden dat geld correct besteden.

Omdat het om een forfaitaire som gaat, hoeven Europarlementsleden geen bonnetjes te bewaren of facturen in te dienen. Wel gelden enkele richtlijnen: de vergoeding mag gebruikt worden voor kantoorkosten, IT-materiaal, boekhouding, abonnementen en representatiekosten. Maar qua transparantie gelden er weinig verplichtingen. Europarlementsleden hoeven niet publiek te maken wat ze met het geld doen.

Bonnetjes publiceren

Op 26 maart 2019, tijdens de stemming over de kwijting van de begroting van het Europees Parlement 2017, moesten alle Europarlementsleden in de plenaire zitting zich onder meer buigen over drie transparantievoorstellen van de groene fractie van het Europees Parlement:

(1) Er moet een interne audit komen door het Europees Parlement op een sample van 5 procent van de algemene onkostenvergoeding.

(2) Europarlementsleden moeten jaarlijks een overzicht van hun uitgaven per categorie publiceren (kosten voor communicatie, kantoorhuur, kantoorbenodigdheden enzovoort).

(3) Een onafhankelijke auditor moet jaarlijks de rekeningen controleren en zijn bevindingen publiceren.

Knack analyseerde het stemgedrag van de 21 Belgische Europarlementsleden over de drie voorstellen. Anneleen Van Bossuyt (N-VA) was die dag (26 maart) niet aanwezig in het Europees Parlement. Alle andere Vlaamse Europarlementsleden keurden de drie amendementen van de Europese groenen goed… behalve Ivo Belet (CD&V/EVP). Belet onthield zich over de voorstellen inzake interne en externe audit, en stemde tégen het voorstel om jaarlijks onkosten te publiceren in een overzicht.

Maar in een reactie zegt Belet ‘absoluut gewonnen te zijn voor meer transparantie inzake onkostenvergoedingen. Er lagen hierover tal van voorstellen en amendementen voor, niet enkel van de groene fractie. We hebben voor de oorspronkelijke paragraaf 107 gestemd, zoals die is voorgesteld vanuit de commissie begrotingscontrole, en bij de eindstemming over het verslag hebben we ook voor het volledige verslag gestemd, inclusief de voorstellen van de groenen.’

In paragraaf 107 staat dat Europarlementsleden een aparte bankrekening zouden moeten hebben voor hun onkosten, en wordt gepleit om onkostennota’s verplicht bij te houden en het niet-uitgegeven deel van de onkostenvergoeding terug te betalen.

Ook de Franstalige Europarlementsleden stemden voor de drie amendementen, met uitzondering van de drie PS’ers Marie Arena, Hugues Bayet en Marc Tarabella. Zij stemden tégen de drie amendementen.

‘Sinds het begin van ons mandaat zetten we ons in voor meer transparantie’, reageren Arena, Bayet en Tarabella. ‘We willen nog verder gaan. Om échte transparantie te bereiken, moet het Europees Parlement stoppen met het uitbetalen van een forfaitair bedrag. Alleen zo krijg je een volledige transparantie van de onkosten. Dit is ons voorstel, maar vreemd genoeg vinden we géén meerderheid voor dit echte instrument van goed bestuur.’

‘Vreemd genoeg vinden we geen meerderheid voor dit echte instrument van goed bestuur.’

‘De maatregelen uit die drie amendementen zijn slechts een manier voor sommigen om zichzelf een goed geweten te geven, twee maanden voor de Europese verkiezingen. Wij wilden daarop de aandacht vestigen door “nee” te zeggen tegen allerhande kleine regeltjes. We hopen dat de Europarlementsleden die voor die drie amendementen stemden zich voegen bij onze strijd voor een totale transparantie voor alle Europarlementsleden.’

‘Huis op orde krijgen’

Uiteindelijk werden de drie amendementen door een ruime meerderheid van de Europarlementsleden goedgekeurd. Maar daarmee zijn de drie voorstellen nog geen nieuwe verplichting. Wat de Europarlementsleden precies met hun 4342 euro mogen doen, wordt immers vastgelegd door het Bureau van het Europees Parlement. Daarin hebben de voorzitter en de ondervoorzitters zitting.

‘Het politieke signaal van het Europees Parlement aan het Bureau is duidelijk: de algemene onkostenvergoeding moet anders georganiseerd worden’, zegt Europarlementslid Bart Staes (Groen). ‘Het Europees Parlement moet zijn eigen huis op orde krijgen door meer transparantie en verantwoording te organiseren.’

In de volgende ambtsperiode zal blijken of ook het Bureau meestapt in de transparantievoorstellen. Voor de Europese groenen gaat het om een breekpunt, zegt Staes. ‘Wanneer het nieuwe Europees Parlement in juli 2019 een voorzitter en ondervoorzitters moeten kiezen, zal de groene fractie alle kandidaten vragen of zij de wens van de plenaire van 26 maart onverminderd zullen uitvoeren. Kandidaten die daar negatief op antwoorden, krijgen onze stem niet.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content