De verdachten van ‘de kunstroof van de eeuw’ dreigen nu zelf met een proces tegen de gemeente Rotterdam en het museum. Op de rechtszaak van de verdachten zelf heersen bovendien Spartaanse toestanden.
De zes verdachten van de schilderijenroof uit de Rotterdamse Kunsthal moeten voor de rechter in de Roemeense hoofdstad Boekarest verschijnen wegens de diefstal en verduistering van zeven waardevolle schilderijen uit de Kunsthal in Rotterdam.
De zes verdachten worden ervan beschuldigd een rol te hebben gespeeld bij
De werken van onder anderen Paul Gauguin, Claude Monet, Henri Matisse en Pablo Picasso werden op 16 oktober vorig jaar gestolen en naar Roemenië gebracht om te verhandelen. Een van de zes verdachten is nog spoorloos.
Roemenië vs. Nederland
De rechtszaak werd al twee keer opgeschort, op 13 augustus en op 10 september, en volgens hun advocaat Catalin Dancu is het de schuld van Rotterdam en de Kunsthal dat het proces zo moeizaam verloopt. Hij dreigt zelfs met een rechtszaak tegen de stad Rotterdam en tegen de Kunsthal.
De advocaat verwijst onder meer naar stukken die niet op tijd naar Roemenië zijn verstuurd. Dancu verwijt de Nederlanders ook “narcistisch gedrag” in de zaak, omdat ze bij alles wat misgaat de schuld bij de Roemenen leggen.
Tussen uithuiszettingen en dronken chauffeurs
De grote mediabelangstelling van over de hele wereld voor het proces hebben overigens bij de Roemeense rechters niet geleid tot een aangepaste werkwijze. De rechtszaak vindt plaats in een karige rechtbank in sector 3, een stadsdeel in de hoofdstad Boekarest.
De spectaculaire roof staat op een lijst verstopt tussen rechtszaken van mensen die uit hun huis zijn gezet en dronken automobilisten die hun rijbewijs terug willen.
De parketwachters hangen iedere dag een nieuwe rol in de glazen kast in de hal van de rechtbank. Die is pas vanaf half 9 in de ochtend in te zien. Op
basis van het aantal dossiers dat door de rechter wordt behandeld, moeten media inschatten hoe laat Radu Dogaru en zijn medeverdachten ongeveer met de gevangenenbus bij de rechtbank aankomen.
Eigen toiletpapier meebrengen
Voor de vele journalisten, van Amerika tot Japan, is het sowieso behelpen. De kleine rechtbank in een zijstraatje heeft geen tafel of stoelen gereserveerd voor de pers en er is geen draadloze internetverbinding. De geluidsinstallatie werkt niet of nauwelijks, maar dat maakt niet veel uit want de rechter en de officier van justitie spreken bij voorkeur toch niet in de microfoons. Verstaanbaar zijn ze dus amper in de zaal, waar zo’n 100 mensen in passen. Journalisten en bezoekers moeten hun eigen toiletpapier meenemen. Een koffieautomaat is er niet in het gebouw. (Belga/TE)
