Ludo Bekkers

Portretfotografie: ‘Het gelaat als spiegel van de mens’

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Wie is mijn medemens, hoe ziet hij er uit en waarin verschilt hij/zij van de ander? De portretkunst evolueerde van de functionele klasfoto tot een heuse identiteitsanalyse.

Het portretgenre is vrijwel even oud als de fotografie zelf. Van bij de aanvang van deze nieuwe reproductietechniek werd ook de mens tot onderwerp gekozen misschien om eerst bekenden en later onbekenden te vrijwaren voor de vergetelheid en de vergankelijkheid van het leven. Misschien ook omdat men geïntrigeerd was door de diverse fysionomieën die het menselijk ras vertoonden. Zo is het opmerkelijk dat de eerste fotoreizigers, en dat waren welgestelde burgers en niet alleen maar antropologen, naar verre onontgonnen gebieden trokken en weerkeerden met een soort staalboek van portretten van inboorlingen. De vreemde gelaatstrekken, de andere vormen van gezichten, de nieuwsgierige of angstige blikken van de modellen intrigeerden en/of imponeerden. We zien dat trouwens ook in de schilderkunst vanaf de renaissance toen het portret een gangbaar onderwerp werd. Ook dan waren exoten meer dan eens geliefde modellen.

Huwelijksaanzoek

Anonymous master, Portrait of a Man, c. 1575, Art Institute of Chicago
Anonymous master, Portrait of a Man, c. 1575, Art Institute of Chicago

Maar om even bij de renaissance te blijven, de behoefte om zich te laten portretteren had toen verscheidene redenen. Uiteraard speelde ijdelheid een rol, mensen met een status wilden zich ook affirmeren en tonen aan anderen. Men merkt dat heel goed aan de houding die de opdrachtgevers aannamen en aan hun gelaatsuitdrukking. De mannen kijken ernstig, soms uitdagend naar de schilder, dus naar de toeschouwer, ze willen indruk maken. De vrouwen daarentegen kijken meestal zijdelings weg en hun houding is strak en bijwijlen stug. Je kunt er aan merken dat ze niet gewend waren een sociale positie in te nemen. Die portretten dienden om de woon- en ontvangstkamers op te luisteren en zo een persoonlijke stempel te drukken op de leefwereld van het gezin. In adellijke kringen kreeg het geschilderde portret nog een andere functie want het was de gewoonte om kleinere portretten te laten conterfeiten die dan als een vorm van discreet maar niet minder duidelijk huwelijksaanzoek overgebracht werden aan de familie van de vrouw die de prins of vorst op het oog had.

Portretfotografie: ‘Het gelaat als spiegel van de mens’

Met de opkomst van de fotografie zijn we uiteraard eeuwen verder maar, zeker in het begin, was de drijfveer om een portret te laten maken niet zo verschillend als in de renaissance of later. Ook in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw was het er om te doen een gunstige indruk na te laten aan familie en vrienden. Er werd dus geposeerd in het atelier van de “portrettentrekker”, in het begin vaak lange minuten zodat het hoofd moest gestut worden door een metalen hulpstuk dat achteraan verscholen zat. Voor de eerste wereldoorlog trokken gewone soldaten een smetteloos uniform aan en poseerden, vaak met helm , op een heldhaftige manier om de familie of de verloofde een hart onder de riem te steken na hun vertrek naar de loopgrachten. Dat was, in zekere zin, functionele fotografie zoals ook de talloze baby- en kinderfoto’s die in een kunstmatig decor werden opgenomen en de herinneringsfoto’s n.a.v. een huwelijk, plechtige communie of vormsel. En vergeten we de klasfoto’s niet waarmee niet weinig beroepsfotografen een aardige stuiver bijverdienden.

Portretrevival

Thomas Ruff, Portrait (A. Kachold), 1987 © Thomas Ruff / SABAM
Thomas Ruff, Portrait (A. Kachold), 1987 © Thomas Ruff / SABAM

De portretfotografie had vele aspecten en was jaren lang een vast item voor diverse soorten fotografen, professionelen zowel als amateurs. Maar rond de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw gebeurde er iets merkwaardigs waar men zich pas post factum rekenschap van ging geven. Een jonge generatie fotografen in vele Europese landen werd opnieuw geboeid door het portret na een periode waarin het beeld, na een abstraherende visie, meer als concept zou gaan figureren dan wel als authentieke weergave van de werkelijkheid.

Die “nieuwe” portretfotografie is niet gebonden aan een gelijklopende stijl, opvatting of werkwijze. Die diversiteit is, behalve uit artistieke ontwikkelingen ook ontstaan uit veranderende opvattingen over het begrip identiteit, schrijft curator Frits Gierstberg in zijn catalogustekst. Dat woord identiteit is van belang, want door de globalisering, de alsmaar groeiende invloed van de sociale media en de beleving van de global earth is identiteit een fragiel begrip geworden. Wie is wie op een bepaalde plaats en wat als die zich verplaatst. Gaat met die “verplaatsing” ook de identiteit van een individu veranderen.

Het is niet zo dat die nieuwe generatie fotografen zich daar voortdurend vragen bij stelde maar ze waren wel kinderen van hun tijd die het probleem van identiteit aan den lijve ondervonden. En dat reflecteert zich in hun opvatting over het portretgenre. Al blijven sommigen onder hen erg afstandelijk ten opzichte van hun model (Rineke Dijkstra met haar overbekende Beach portraits), anderen daarentegen gaan net op zoek hoe iemand zijn identiteit meedraagt in houding, gelaatsuitdrukking en vooral blik (Boris Mikhailov) . Maar niet iedere fotograaf mikt op psychologische portretten (Anton Corbijn) of net bewust wel (Thomas Ruff), het kan ook gaan om pure esthetiek (Konstantinos Ignatiadis), om integratie in de omgeving waarbij die een essentiële rol speelt in de lezing van de foto (Thomas Struth of Dita Pepe) of om repetitieve of inventariserende reeksen van personen in een metrostel (Luc Delahaye) of gezocht om een welbepaalde dresscode (Ari Versluys & Ellie Uyttenbroek).

Fotograaf heeft de sleutel in handen

Het is de fotograaf die de sleutel in handen heeft om de identiteit van zijn model al dan niet vrij te geven.

Het zijn allemaal standpuntbepalingen, invalshoeken, benaderingen die, uiteenlopend ook, hetzelfde doel hebben : wie is mijn medemens, hoe ziet hij er uit en waarin verschilt hij/zij van de ander. De som is dus meer dan een inventaris, het is een analyse En daarin verschilt de nieuwe portretfotografie duidelijk van vroegere periodes, Wat evenwel bleef is het “aanschijn” van de mensen. Een gelaat blijft een spiegel van wat de mens is, open, gesloten, berustend, ijdel, zelfgenoegzaam, noem maar op en het is de fotograaf die de sleutel in handen heeft om de identiteit van zijn model al dan niet vrij te geven. Dat is op het einde van de vorige en het begin van deze eeuw op een heel persoonlijke manier gelukt waardoor de portretfotografie als genre een boost heeft gekregen die het internationaal op het voorplan bracht.

Wat deze tentoonstelling in BOZAR betreft, zij loopt (letterlijk) parallel met een andere “Renaissance-portretten uit de Lage Landen”. Wanneer men eerst de schilderijen gaat bekijken en dan aansluitend de fototentoonstelling dan beleeft men een uitzonderlijke ervaring om te zien hoe kunstenaars vroeger en nu, met hun tijdsgebonden codes, het imago van de mens benaderden. Interessant.

Tentoonstellingen “Renaissance-portretten uit de Lage Landen en Europese portretfotografie sinds 1990”. Brussel BOZAR, nog tot 17 mei.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content