Politoloog Bart Maddens: ‘Ministers verdienen helemaal niet te veel’

Alexander De Croo (Open VLD) op 6 oktober 2022.
Alexander De Croo (Open VLD). © Tomas Tkacik/SOPA Images via ZUMA Press Wire
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Politoloog Bart Maddens (KU Leuven) heeft maar één woord voor het besparingsvoorstel van premier Alexander De Croo: ‘Kneuterigheid.’

In crisistijden wil de Wetstraat het goede voorbeeld geven. Bij de begrotingsgesprekken legde premier Alexander De Croo (Open VLD) daarom een eigen voorstel op tafel. Door 8 procent te besparen op de weddes van regeringsleden (concreet: van 250.489 euro naar 230.449 euro bruto per jaar voor een minister) hoopte de liberaal zo’n half miljoen euro te besparen. Daarnaast vraagt de premier aan parlementsleden en burgemeesters om hetzelfde te doen. Politoloog Bart Maddens (KU Leuven) heeft er maar één woord voor: ‘Kneuterigheid.’

U vindt niet dat ministers te veel verdienen?

Bart Maddens: Ministers verdienen helemaal niet te veel. Ze staan permanent onder stress, het is een helse job. Parlement, partij en media kunnen hen elk moment ter verantwoording roepen, ze moeten voortdurend op hun woorden letten. Bovendien hangt een ontslag als het zwaard van Damocles boven hun hoofd. Kijk naar Joke Schauvliege (CD&V), die in 2019 moest opstappen als Vlaams minister na een verspreking (ze zei dat ze door de Staatsveiligheid gebrieft was over de klimaatmarsen, wat niet bleek te kloppen, nvdr).

Het zou toch kras zijn dat ministers en parlementsleden niet ingrijpen in hun eigen inkomen terwijl zo veel mensen worstelen met de energiefactuur en de koopkracht in het algemeen?

Maddens: Ik ben geïnteresseerd in structurele oplossingen. De burger wil ingrepen in het energiebeleid, de fiscaliteit, de pensioenen en de arbeidsmarkt. Het ziet ernaar uit dat daar muizenstapjes worden gezet – overigens helemaal volgens de traditie van Vivaldi. Met een symbooldiscussie als die over de lonen van politici, lijkt men de aandacht van de structurele problemen af te leiden.

Volgens een partij als de PVDA is er wel degelijk een inhoudelijk probleem. Door hun hoge weddes weten ministers en volksvertegenwoordigers niet meer hoe het leven voor Jan met de pet is.

Maddens: De PVDA heeft een punt. Maar is dat het gevolg van het loon, of van de intensiteit van de job? Ze hebben simpelweg geen tijd voor huishoudelijke beslommeringen. In mindere mate geldt dat ook voor parlementsleden. Je zou wel creatief kunnen nadenken. Werkgeversorganisatie VOKA organiseert elk jaar bedrijfsstages voor politici. Misschien kunnen ze voortaan stage lopen bij een gezin dat onder de armoedegrens leeft.

‘Ministers, hou jullie loon, maar los onze problemen op.’

In haar 11 julitoespraak klopte Vlaams Parlementsvoorzitter Liesbeth Homans (N-VA) zichzelf op de borst dat haar parlement als eerste heeft ingegrepen op de wedde van langdurig zieke parlementariërs. Een verwijzing naar het afwezige parlementslid Sihame El Kaouakibi.

Maddens: De publieke opinie vráágt dat ook. De media maken zelf de vergelijking: als gewone werknemers een controlearts over de vloer kunnen krijgen wanneer ze afwezig zijn, dan moet dat ook gelden voor politici. Maar die afgunstmentaliteit is verkeerd. Kijk, de enige werkgever van een parlementslid is de kiezer. De maatschappij geeft die persoon een vergoeding zodat die zich op parlementair werk kan toeleggen. Voor mij is de functie van parlementslid sacraal in de representatieve democratie. Wil die vijf jaar lang profiteren? Dan is dat maar zo. Dan heeft de kiezer zich vergist, en kan die dat bij de volgende verkiezingen rechtzetten.

Na het voorstel van De Croo deed oppositiepartij N-VA een tegenbod, met daarin onder meer een vermindering van het aantal parlementsleden. Als het Vlaams Parlement krimpt van 124 naar 100 parlementsleden, zou dat een besparing van zo’n vijf miljoen euro opleveren.

Maddens: Ik vind niet dat er te veel Vlaams Parlementsleden zijn, maar met een totaal van 473 heeft ons land veel volksvertegenwoordigers voor 11 miljoen inwoners. De simpele verklaring is dat er te veel parlementen zijn. Maar alles heeft een reden. Het Brussels Parlement bijvoorbeeld is met 89 leden voor 1,2 miljoen inwoners een heel groot parlement. Ter vergelijking: het Waals Parlement heeft er slechts 75. Maar dat grote aantal wordt mee veroorzaakt door de vaste vertegenwoordiging van de Nederlandstalige minderheid. Verkleint dat parlement, dan moet men ook met die factor rekening houden. Als je aan één institutioneel draadje begint te trekken, dreigt al snel het hele tapijt te ontrafelen.

Helpen zulke maatregelen om het vertrouwen tussen burger en politiek op te krikken?

Maddens: Integendeel, dit dreigt als een boemerang in het gezicht van de politici terug te keren. Het enige wat de mensen onthouden is dat ministers heel veel verdienen. Ze worden eerder bevestigd in hun afkeer van de politiek dan omgekeerd. In plaats van anekdotische besparingen zou er structureel moeten worden ingegrepen in onze partijfinanciering van 75 miljoen euro per jaar. Ik zou zeggen: ministers, hou jullie loon, maar los onze problemen op. (denkt na) Of meer nog: als ze onze problemen oplossen, mogen ze nog wat meer verdienen.

Partner Content