Het Vlaams Parlement bespaart op zichzelf. Ook de chauffeur van de parlementsvoorzitter gaat voor de bijl. ‘Waarom niet het hele parlementsgebouw verkopen’, suggereert redacteur Tex Van berlaer.
‘Een zuinige begroting is niet alleen eerlijk tegenover de bevolking, het is ook een goede manier om te laten zien dat we beseffen dat politici geen voorkeursbehandeling verdienen.’
Vlaams Parlementsvoorzitter Freya Van den Bossche (Vooruit) pakt uit met de besparingen binnen het Vlaams Parlement. Tegen het einde van de legislatuur besparen de volksvertegenwoordigers 23 miljoen euro op zichzelf. De beslissing krijgt applaus, onder meer van politiek wetenschapper Dave Sinardet (VUB). ‘In vergelijking met voorgaande snoeibeurten in de kosten van het Vlaams Parlement is dit een serieuze besparing’, zegt hij in Het Laatste Nieuws.
Op een moment waarop de federale regering beknibbelt op de automatische indexering en snijdt in pensioenen en werkloosheidsuitkeringen, doet de politiek dus haar duit in het zakje. De federale regering gaf het goede voorbeeld. Het loon van ministers en parlementsleden wordt evenmin geïndexeerd. Van de schrapping van 11 miljoen euro aan Senaatsdotaties was zelfs een criticus van de partijfinanciering als de Leuvense politoloog Bart Maddens onder de indruk.
‘De PVDA wil de lonen en de partijdotaties halveren. Tot die tijd is elke politicus een graaier.’
En dus kon het Vlaams Parlement niet achterblijven. De wedden van de parlementsleden worden de komende jaren niet geïndexeerd, wat per parlementslid een besparing van 18.000 tot 24.000 euro moet opleveren. Op de royale uittredingsvergoeding wordt ook bespaard – al had de afschaffing ervan natuurlijk ook gekund.
Van den Bossche levert persoonlijk ook in. Als eerste burger van Vlaanderen, een titel die een parlementsvoorzitter toekomt, schrapt ze 13 procent van haar eigen loon. En ook: haar persoonlijke chauffeur valt weg.
Op de een of andere manier struikelde ik over dat puntje in de nota. Is een eigen chauffeur een privilege? Nou en of. Is het daarom ook slecht?
De Audi van Peumans
Eerst dit: Van den Bossche gebruikte haar chauffeur niet, zo vertrouwde ze in juli de collega’s van Vlaams Parlement TV toe. ‘Ik heb dat niet nodig, waarom zou ik het dan aanvaarden? Er zijn veel manieren om met je voeten op de grond te blijven.’
Heeft Freya Van den Bossche niet makkelijk praten? Als Gentse beschikt ze over een puike treinverbinding met Brussel. De kans bestaat dat ze sneller op het werk raakt via de trein dan met de wagen. Maar wat voor de socialiste geldt, geldt niet per se voor haar opvolgers.
Haar voorganger Jan Peumans (N-VA) kon vanuit het verre Riemst ook met de trein komen, maar deed dat niet altijd. ‘Mijn vrouw legt mijn kostuum klaar, mijn chauffeur komt me halen’, zei hij ooit in Het Belang van Limburg over zijn ochtendritueel. Veilig is het niet per definitie. In 2012 botste Peumans’ zware Audi met de kusttram in Oostende. De Limburger en zijn chauffeur kwamen er met de schrik vanaf. ‘Ik heb een goeie engelbewaarder’, zei hij.
En wat te zeggen van – de wonderen zijn de wereld nog niet uit – een mogelijke toekomstige voorzitter zonder rijbewijs? Mij goed, zolang De Lijn en de NMBS op en top functioneren. Tot die tijd verdient de parlementsvoorzitter een eigen chauffeur.
21.000 euro bruto
Helaas, dat stukje decorum gaat nu verloren. Dat wil zeggen: er blijft een pool van chauffeurs beschikbaar. Die ene voltijdse equivalent voor Van den Bossche verdwijnt dan wel, maar er blijven vier chauffeurs beschikbaar die voor de parlementsvoorzitter, parlementsleden of de griffier kunnen rijden, bijvoorbeeld bij late plenaire vergaderingen. Hoe je het ook draait of keert: ook dat is een privilege waar gewone mensen alleen maar van kunnen dromen.
Kunnen we die pool misschien ook nog draineren?
Dat is misschien wel de essentie: het zal nooit genoeg zijn. Ziedaar de reactie van de marxisten van de PVDA. ‘Freya Van den Bossche zegt dat parlementsleden geen “onuitlegbare voordelen hoeven”, maar blijft zelf meer dan 21.000 euro bruto per maand verdienen’, zegt fractieleider Jos D’Haese. ‘Eigenlijk gaat het parlement niet veel verder dan het toepassen van de beperkte hervormingen die federaal al werden afgesproken.’ Zijn partij wil de lonen en de partijdotaties halveren. Tot die tijd is elke politicus een graaier.
Welaan dan. Het parlement kwam overeen om enkele geplande verfraaiingswerken aan het gebouw, zoals die van de koepelzaal, te schrappen. Waarom niet het hele parlement verkopen? Voor dat centraal gelegen Brusselse pand zullen genoeg gegadigden zijn. De parlementszittingen laten we wel doorgaan via Teams of Zoom. Met de voetjes op de grond.