Jean-Marie Dedecker (LDD)
‘Flexi-jobs zijn ook een alibi voor een falend activeringsbeleid’
‘Door de mislukking van de fiscale hervorming probeert de federale regering nu met de uitbreiding van de flexi-jobs belastingen te ontwijken die ze zelf oplegt’, schrijft Jean-Marie Dedecker.
De overheid heeft de arbeid in ons land zo duur gemaakt dat ze het nu in solden moet aanbieden. De flexi-job werd in 2015 uitgevonden om de horeca te compenseren voor de invoering van de controlegevoelige witte kassa. Het was tevens een toegift om zo zwartwerk te vervangen door goedkopere flexi-jobs. Maar het personeelsprobleem is ondertussen nog vergroot. Het is immers moeilijk om werknemers te vinden voor avond- en weekendwerk, en door de toenemende betalingen met bankkaarten is de fooi voor de kelners ook aan het uitsterven.
Tijdens de eerste negen maanden van dit jaar gingen er al 1.386 horecazaken failliet. Jaar op jaar is er een stijging met 20 procent. De huidige regering van aflopende zaken heeft nu besloten om flexi-jobben uit te breiden naar een twintigtal sectoren waaronder bijvoorbeeld ook het onderwijs. Van zodra leraren vastbenoemd zijn vragen velen een vier vijfde tewerkstellingsstatuut aan (in Middelkerke: een derde van de leerkrachten lager onderwijs). Velen om in een minder fiscaal belaste flexi-job bij te klussen. Er gaan nu flexi-jobbers voor de klas staan om leerkrachten te vervangen die minder uren lesgeven om elders een flexi-job uit te oefenen. De kwadratuur van de cirkel.
Met 40,9 % impliciete belasting op arbeid heffen we na Italië de hoogste lasten op ons zweet van de ganse EU. Door de mislukking van de fiscale hervorming probeert de federale regering nu met de uitbreiding van de flexi-jobs belastingen te ontwijken die ze zelf oplegt. Parafiscale gunstmaatregelen worden verworven rechten en er wordt een nieuwe fiscale koterij bijgebouwd door er allerhande correcties aan toe te voegen (verhoging werkgeversbijdrage met 12,5%, maximaal 12.000 euro bijverdienen…) die het systeem dan weer uithollen.
Dat er van de huidige 125.506 flexi-jobbers negen op de tien in Vlaanderen tewerkgesteld zijn, is tekenend voor arbeidscultuur in ons tweestromenland. Om dergelijk onbelast jobke te mogen doen, moet je gepensioneerd zijn óf je moet al minimum in een vier vijfde werknemersstatuut aan de slag zijn. Het is dus geen maatregel om de niet-werkenden aan de slag te krijgen, maar om diegenen die werken nog meer te laten werken. “Ondertussen moeten elke twee werkende Belgen voldoende economische activiteit genereren om vijf Belgen (henzelf en drie niet-werkenden) te ondersteunen”, berekende econoom Bart Van Craeynest, in zijn meest recente boek ‘België kan beter’.
In ons Belgenlandje gaat er nu jaarlijks 150 miljard euro naar sociale voorzieningen, bijna een derde van ons BBP. We hebben een werkzaamheidsgraad van 80% nodig om ons sociaal schip drijvend te houden, en om de pensioenen te kunnen blijven betalen. Maar Vlaanderen haalt een werkzaamheidsgraad van 77%, Wallonië 66% en Brussel amper 62%. Niet minder dan 53,8% van de Waalse werklozen tussen de 25 en 64 jaar en zelfs 57,9% van de Brusselse zit al meer dan een jaar aan de dop. Dit weerspiegelt zich in de armoedestatistieken van onze hoofdstad. Met 37,8 % risico op armoede of sociale uitsluiting is Brussel de trieste koploper van alle Europese grootsteden. In Praag is het bijvoorbeeld maar 7,9%, Budapest 15,6 en Amsterdam 17%.
(Lees verder onder de preview.)
Men predikt solidariteit tussen de gemeenschappen, maar het blijft moedwillig éénrichtingsverkeer van het Noorden naar het Zuiden. Je kunt echter niet samenwerken met iemand die niet wil werken. ‘Paul Magnette zal zijn werkloosheidsstatistieken straks nog door UNESCO laten erkennen als werelderfgoed’ verwoordde de satirische site LN25 het eerder dit jaar nog. Om zijn eigen achterban van 223.000 werklozen in hun hangmat te wiegen stelt Magnette zelfs voor om de sans-papiers de knelpuntberoepen maar te laten invullen. Un moment de honte est vite passé.
De laatste vijf jaar, van 2017 tot 2022, werden er door de VDAB in Vlaanderen 1.086 werkonwilligen geschorst, in Wallonië door het FOREM nauwelijks 45, en in Brussel door ACTIRIS amper 1 Ketje.
“Socialism is a philosophy of failure, the creed of ignorance and the gospel of envy’, zei Winston Churchill al in 1948. Drie jaar eerder merkt hij al op: ‘The inherent vice of capitalism is the unequal sharing of blessings. The inherent virtue of Socialism is the equal sharing of miseries its inherent virtue is the equal sharing of misery”.
In plaats van gepensioneerde flexi-jobbers te activeren moeten er minder Belgen voor hun 65ste de arbeidsmarkt verlaten, om zo een hoger werkzaamheidsgraad te bereiken. Nauwelijks 38% van de 60 tot 64-jarigen is hier nog aan het werk. Terwijl in Nederland nog 73,9% van de 55 tot 64-jarigen aan de slag is, is dat hier amper 57,5%, zelfs 4,5% onder het Europees gemiddelde. In Vlaanderen alleen al ontvangen 1,86 miljoen inwoners een vervangingsinkomen (dit is 1 op 3) waarvan 1,41 miljoen gepensioneerden, de rest krijgt een werkloosheidsuitkering of een vergoeding voor arbeidsongeschiktheid.
De pensioenen stijgen met de index, maar voor ambtenaren geldt nog een extra toeslag: de perequatie. Als de lonen stijgen buiten de indexatie, stijgen de ambtenarenpensioenen mee, terwijl de gepensioneerden daarop geen sociale bijdragen hebben betaald. Dertig procent van de uitbetaalde pensioenen is gebaseerd op gelijkgestelde periodes en is dus niet gefinancierd. In 1973 werd het brugpensioen in het leven geroepen om de werkloosheid ten gevolge van de oliecrisis op te vangen. Vijftig jaar later, in februari 2022, stonden er 6.287 personen bij de VDAB ingeschreven in het Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag (SWT) of brugpensioen. Een jaar later waren er daarvan amper 39 of 0,69% terug aan de slag. SWT’ers hebben de status van werkloze en moeten beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, waar ze nochtans zeer gewild zijn wegens hun ervaring. Maar de extra toeslag bovenop de werkloosheidsuitkering zorgt voor de zoveelste werkloosheidsval. Het is blijkbaar zelfs bij het ACV een gangbare praktijk om hun eigen mensen te ontslaan van zodra de leeftijdsvoorwaarden voor SWT voldaan zijn. De christelijke vakbond als verdediger van het profitariaat in plaats van het proletariaat. Het lijkt wel ARCO revisited.
(Lees verder onder de preview.)
Er is nog een bijkomende werkloosheidsval. Het aantal leefloners is op 20 jaar verdubbeld, van 74.000 in 2003 naar 155.000 in 2023, met een jaarlijkse kostprijs van 1,5 miljard per jaar. Wallonië spant ook daar de kroon met 46% van die steungroep, Brussel met 29% gevolgd door Vlaanderen met 1 op 4 of 25% . De OCMW ’s van de Parti Socialiste-gemeenten beschouwen dit statuut immers als een congé à vie. Daarvan waren er eind februari 23.746 personen met het statuut van vreemdeling met beperkt verblijfsrecht. Deze zouden in feite moeten terugvallen op “bed, brood en bad” maar ons land is genereus voor deze nieuwkomers. De circa 17.000 Oekraïners die in ons land verblijven zijn in die statistiek nog niet meegerekend, zij ontvangen een alternatief leefloon. Een alleenstaande leefloner krijgt 1.238 euro per maand, een samenwonende 825 euro en iemand met een kind 1.673 euro.
Als je bedenkt dat Deborah aan de kassa van Delhaize nauwelijks evenveel als maandwedde in haar loonzakje vindt, is het de moeite niet om de werkkiel aan te trekken. Flexi-jobbers zijn een lapmiddel voor een falend arbeidsmarktbeleid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier