Herman Van Rompuy wordt 75: ‘Energiecrisis kan zegen zijn voor klimaat’
Hij wordt dan wel 75 jaar, aan scherpte heeft Herman Van Rompuy niet ingeboet. Voor De Zondag neemt de eminente ex-premier uitzonderlijk nog eens een duik in zijn carrière en fileert hij de actualiteit. Het resultaat: een gesprek over leven en dood, Rik Van Looy en Charles de Gaulle, de Kerk en de seksuele revolutie. ‘Een econoom is niet verantwoordelijk voor een samenleving, een politicus wel.’
‘Het is de eerste keer dat een verjaardag mij echt doet nadenken.’ Het is op ingetogen wijze dat Herman Van Rompuy het gesprek op gang trapt. Ter herinnering: hij was vijftien jaar geleden premier van België voor CD&V en even later zelfs ‘president’ van de Europese Unie. Eind 2014 was zijn politieke carrière voorbij.
Had de regering niets gedaan, dan zaten we vandaag in een majeure sociale crisis.’
Memoires wou hij niet schrijven, maar het nieuwe boek ‘Wie wij waren’, een dialoog met journalist en voormalig hoofdredacteur van Knack Rik Van Cauwelaert, leunt daar toch dicht tegenaan. ‘Mijn broer Eric zegt dat ook. Het zijn vooral beschouwingen over de tijd waarin wij geleefd hebben. Het was Riks idee om daarvoor naar de abdij van Affligem te trekken. Zijn grootoom was daar ooit abt. Ik ken de abdij ook goed, al was het meer dan tien jaar geleden dat ik daar binnen geweest was. Toen woonden er vijftien monniken, vandaag nog amper drie. Dat was een schok voor mij.’ Hij vervolgt: ‘Het is symbolisch voor de shift in onze samenleving. De wereld waarin ik opgegroeid ben, is de wereld van gisteren. In de wereld van vandaag is de Kerk aan het verdampen en die evolutie is onomkeerbaar.’
Van Rompuy laat door De Zondag optekenen dat hij niet bang is voor de dood. ‘Neen, ik denk het niet. Dat is wellicht eigen aan mijn karakter. Ik ben er niet klaar voor – wie wel – maar het boezemt mij geen angst in. Ik vertrouw erop dat er na de dood gerechtigheid zal zijn. Maar vraag me niet hoe.’
In de wereld van vandaag is de Kerk aan het verdampen en die evolutie is onomkeerbaar.’
De klimaatverandering komt weinig aan bod in de gesprekken. Heeft uw generatie geen schuldig verzuim gepleegd, vraagt De Zondag. ‘(schudt het hoofd) Het rapport van de Club van Rome (1972) was een belangrijke wake-up-call. Wij kenden het probleem, maar we geloofden dat het zou opgelost worden door technologische innovatie.’ De voormalige voorzitter van de Europese Raad vindt dat het geen gemakzucht was. ‘Dat was het vooruitgangsoptimisme van die tijd. Als je door een hedendaagse bril terugkijkt, dan kan je zeggen dat we niet genoeg gedaan hebben.’
De oliecrisis van 1973. Zou u de huidige energiecrisis daarmee kunnen vergelijken? “Er zijn zeker overeenkomsten. Ook toen was de crisis het gevolg van een oorlog, van de Jom Kipoer-oorlog tussen Israël en de omliggende Arabische landen. Dat heeft geleid tot een verviervoudiging van de olieprijs. In november 1974 bedroeg de inflatie in België maar liefst zestien procent.’
Economen vinden dat onze regering de inflatie versterkt door ondoordacht veel geld uit te geven. Is dat zo? U bent ook econoom. ‘Een econoom is niet verantwoordelijk voor een samenleving, een politicus wel. Een politicus moet niet alleen met de theorie bezig zijn. (feller) Wat is het alternatief? Dat grote groepen van de samenleving in energiearmoede vervallen? Had de regering niets gedaan, dan zaten we vandaag in een majeure sociale crisis.’
‘Op lange termijn ben ik zelfs niet negatief gestemd. We moeten weliswaar door een moeilijke winter, maar de crisis kan ook een zegen zijn voor het klimaat, want het zal een boost geven aan hernieuwbare energie.’
Herman Van Rompuy gaat ook verder in op mei ’68 en het gevaar van een kernoorlog in: De Zondag.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier