Pol Van den Driessche: ‘Ik ben geen machtswellusteling’

Pol Van Den Driessche: 'Ik ben wie ik ben: een opgewekt, warmhartig, bourgondisch type.' © Diego Franssens
Walter Pauli

‘Ik zal nog één keer op het verleden terugkomen’, vertelt Pol Van den Driessche deze week in Knack. De kandidaat-burgemeester van Brugge over zijn omgang met vrouwen, pers en politiek.

‘Ik zou het mij zelf niet kunnen vergeven als ik op mijn 75e op de Burg zou wandelen en ik zou moeten zeggen: ‘Verdorie, waarom heb ik het niet één keer echt geprobeerd? Wij zien het echt wel zitten. Als ik rondloop in Brugge voel ik de goesting in verandering, en ik voel me gesteund door een enthousiaste Brugse N-VA-ploeg. Het moment kan ook niet beter zijn. Er zal in 2018 moeten worden gekozen tussen Renaat Landuyt en het N-VA-alternatief met mij als zijn uitdager. Die tweestrijd zie ik met veel zelfvertrouwen tegemoet. Laat maar komen.’

Eigenlijk wil Pol Van den Driessche helemaal niet meer herinnerd worden aan het verleden, laat staan dat hij erover wil praten. ‘Wie wil weten wat ik ervan vind, zal dit interview moeten lezen’, klinkt het. ‘Ik ben wie ik ben. Ik ben Pol Van Den Driessche: een opgewekt, warmhartig, bourgondisch type, een optimistische mens die van het leven houdt, een man van vlees en bloed. Een man ook die fouten heeft gemaakt. Als ik mijn leven overschouw, zie ik ook wel wat daarin niet juist was. Ik ben te vrijpostig geweest tegenover een aantal vrouwen. Ik heb zaken gezegd die ik beter niet had uitgesproken. Ik ben soms te lichamelijk geweest. Ik ben in een wat losbandige sfeer te ver gegaan.’

‘Ik heb daar in 2012 al mijn spijt voor uitgedrukt. Ik heb voor dat verleden ook een prijs betaald, en geen kleine. U kunt niet weten wat dat bij een mens aanricht. Maar ik zeg het nog eens: indien ik mensen heb gekwetst, dan verontschuldig ik mij daarvoor. Ik heb nooit de bedoeling gehad om te domineren of schade te berokkenen. Ik ben ook geen machtswellusteling, zoals over mij is geschreven.’

U hebt ooit tegen een vriend opgebiecht dat u voor het Minnewater hebt gestaan.

VAN DEN DRIESSCHE:(stil) ‘Het was voor de Oostendse Vaart. Het ging niet meer. Plots ben je volkomen ten einde raad. Ik was de dagen voordien zelfs naar mijn bankkantoor geweest om te vragen: ‘Stel als mij iets gebeurt, is al ons geld dan geblokkeerd?’ Ik heb nachten wakker gelegen, duizend keer de film opnieuw afgespeeld. Het blijft een trauma. Het is een vlek die op mij kleeft. Ik weet dat, en ik heb er inmiddels mee leren leven.’

‘Weet u dat er nooit iemand mij heeft nageroepen? In Brugge heeft nooit iemand ‘DSK’ tegen mij gezegd. Ik heb zes anonieme mails gehad – ‘smeerlap, ik ga uw ballen afsnijden’ – en ik denk dat ze allemaal van dezelfde afzender waren. Voor de rest kreeg ik onwaarschijnlijk veel steunbetuigingen. Vooral van gewone Bruggelingen. Ze zeiden: ‘Hei moatje, niet opgeven. Niet plooien, Pol!”

‘Daardoor heb ik ook voor mijzelf uitgemaakt: iedereen verdient een tweede kans. Vandaar ook dat ik in 2013 aanvaard heb om lijstduwer te zijn op de Kamerlijst van de N-VA. Ik kreeg 22.500 stemmen, het grootste aantal na lijsttrekker Brecht Vermeulen. En dat voor een kandidaat zonder enig mandaat. In die tijd had ik niets. Ik was een verschoppeling.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content