Pianiste Katrien Verfaillie: ‘Ik huil even gemakkelijk als ik lach’

Katrien Verfaillie: 'Als ik kwaad ben, schakel ik nog gemakkelijk op het West-Vlaams over. Het blijft een sappig taaltje.' © Carmen De Vos

Dankzij de liefde, therapie en het succes van haar coronalied Kunnik nemi na joen komn zit pianiste Katrien Verfaillie beter in haar vel dan ooit tevoren. Haar oude verdriet is ze kwijt. ‘Als de zon schijnt, kan ik hier thuis soms van puur geluk sprongetjes maken.’

Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

En ineens had Katrien Verfaillie een hit te pakken.

Al jaren doorkruist ze met haar verstilde, instrumentale pianomuziek het land, van west naar oost en van noord naar zuid, als een minstreel langs de middeleeuwse hoven. Maar na maanden vol huiskamerconcerten en weken vol angst stond er plotseling, in een vloek en een zucht, een tekst op papier: Kunnik nemi na joen komn, een West-Vlaamse bewerking van La montagne van Jean Ferrat en Het dorp van Wim Sonneveld.

‘Moooo, kunnik nemi na joen komn

Want iederièn bluuft i ze kot.

’t Zie roare tiedn va corona,

mo mens, mor is dat toch etwot!’

Samen met contrabassist Walter Janssens en haar ex Raf Walschaerts (Kommil Foo) nam Verfaillie het nummer op; ze deelde de bijbehorende videoclip online en voor ze het goed en wel besefte, werd ze uitgeroepen tot zangeres van hét Nederlandstalige coronalied.

Hoe ironisch: voor een keer gebruikt u uw stem en meteen gaat uw nummer het land rond.

Katrien Verfaillie: Ongelooflijk, hè? Daaraan zie je wat een stem allemaal teweeg kan brengen. Het is voor veel mensen herkenbaar, denk ik, zeker door die tekst in het West-Vlaams. Ik hou enorm van mijn dialect, ook al spreek ik zelf Algemeen Nederlands. Maar als ik kwaad ben of wanneer ik West-Vlamingen tegen het lijf loop, schakel ik wel nog altijd gemakkelijk op het West-Vlaams over. Het is en blijft een sappig taaltje.

Zo te horen bent u uw tongval wel helemaal kwijt.

Verfaillie: Ik ben in feite een onderwijzeres, ik heb vijftien jaar lesgegeven in het lager onderwijs en op die manier heb ik me het AN eigen gemaakt. Ik weet nog goed, toen ik me destijds inschreef aan de normaalschool in Gent – onderwijzeres worden, net zoals mijn moeder, was mijn grote droom – dat de pedagoge vol medelijden tegen me zei: ‘Maar meisje, je zult wel een beetje op je taal moeten letten, hoor. Ik denk dat je logopedie nodig zult hebben.’ (lacht)

Wordt u nu elke dag met opgestoken armen wakker: ‘Oef, eindelijk een hit’?

Verfaillie: Zo erg is het gelukkig niet, maar ik heb wel meer energie dan ooit. Het is fantastisch wat er nu allemaal gebeurt: mensen sturen me complimentjes en bedankjes, ze ontdekken mijn oudere werk en ik word gevraagd voor huiskamerconcerten, zodra dat weer zal mogen. Een heel fijne ervaring. Het is ontzettend moeilijk om als pianist iets op te bouwen. Toen ik in 2014 mijn eerste plaat uitbracht, heb ik redelijk wat media-aandacht gekregen en heb ik veel kunnen optreden, maar bij mijn tweede plaat was dat al veel minder. Ik ben dus blij met alle aandacht nu.

Het nummer vloeide er trouwens in één keer uit. In nog geen twee uur tijd was het klaar, zoals vroeger, toen ik met mijn zus verrassingsliedjes schreef voor verjaardagen en familiefeesten. Pianocomposities maken voelt voor mij aan als werken: noot per noot uitzoeken hoe je verder moet, zonder gebruik van de muziektheorie. Maar dit lied heb ik in zo’n ontspannen sfeer geschreven dat ik het voortaan vaker wil proberen. De piano blijft mijn grote passie, maar ik heb zin om nu wat meer tekstgerichte songs te schrijven, waarbij ik mezelf begeleid op piano.

Ik huil even gemakkelijk als ik lach.

‘Katrien heeft een publiek nodig om te kunnen presteren’, vertelde uw ex Raf Walschaerts me. ‘En ik ken weinig mensen met zo’n werklust als zij.’

Verfaillie: Ik ben een zeer harde werker, dat is waar. Deze winter heb ik een elektrische piano van de beste kwaliteit gekocht, waar ik een imitatievleugel rond heb laten bouwen, om zo met een remorque overal naartoe te kunnen rijden om huiskamerconcerten te geven. Ik droom er al zo lang van om te kunnen leven van mijn muziek. Ik zal er alles aan doen om dit vol te kunnen houden.

Wat vond uw zoon, naar verluidt een skater, van het nummer?

Verfaillie: In het begin zei hij: ‘Maar mama toch, waar kom jij nu mee af?’ Hij is zeventien en hij is volop aan het puberen. Maar nadat hij een week bij zijn papa was geweest, zag hij het filmpje en was hij wel overtuigd. ‘En je zingt zo mooi’, zei hij. Hij zingt zelf ook, en hij speelt gitaar. Ik hoop dat hij later ook zijn talent zal volgen.

Lijkt hij op u als kind?

Verfaillie: To-taal niet. Hij zit goed in zijn vel, hij is helemaal niet angstig. Ik heb niet het gevoel dat ik een gelukkig kind ben geweest. Ook al waren alle omstandigheden er om dat wel te zijn: ik kom uit een warm nest, had twee goede ouders en een schat van een broer en een zus, en ik ben opgegroeid in Stavele, een rustig dorp in de Westhoek. Maar ik was een zorgenkindje. ’s Avonds kwam ik vaak al huilend weer naar beneden: ik kon niet slapen, mijn hart klopte te rap, ik was helemaal in paniek. Ik was de grootste hypochonder die je je kunt voorstellen, mijn hele kindertijd lang, en ik verzweeg het voor iedereen. Ik was het zonnetje van de familie, was altijd aan het lachen, maar eigenlijk zette ik gewoon een masker op. Diep vanbinnen was ik helemaal niet zo gelukkig.

Wat was uw grootste angst?

Verfaillie: Doodgaan. Ik had een enorme doodsangst, ik dacht altijd dat ik doodziek was en niet meer te genezen viel. Ik was nog nooit met iemand naar bed geweest, maar in mijn gedachten had ik wel al aids. Ik durfde ook amper naar de televisie te kijken, want als er ergens in een of ander programma een kankerpatiënt zou verschijnen, zou ik het ook krijgen. Als excuus ging ik dan maar de hele tijd met een bal in de tuin spelen. Maar eigenlijk was ik gewoon te bang om te kijken.

Slaat de angst u nog weleens om het hart?

Verfaillie: Veel minder. Ik ben totaal niet meer bezig met de dood. Tussen mijn twintigste en mijn dertigste ben ik heel spiritueel bezig geweest, ik was een echte ‘zweefteef’. (lacht) Bloemensceances, helderzienden, kaartenleggers: om het even wat konden ze me wijsmaken, zeker als het ging over het leven na de dood. Ik geloofde alles, ik was zo naïef, maar ik had die fase wel nodig om van mijn doodsangst af te raken.

Ik moet wel toegeven dat ik bij het begin van de coronacrisis ineens weer last kreeg van hyperventilatie. Ik werd kortademig, dacht dat ik het zitten had, raakte in paniek. Maar ondertussen ken ik mijn lijf zo goed dat ik weet dat de symptomen ingebeeld zijn en wel voorbij zullen gaan. Ik heb dikwijls gewoon wat tijd nodig om te wennen aan nieuwe situaties, daar komt het eigenlijk op neer.

Ik neem graag mijn tijd, voor alles. Als ik een moeilijke mail ontvang en niet goed weet wat te antwoorden, wacht ik liever drie dagen voor ik iets terugstuur. Die traagheid heb ik nodig. Het leven gaat vaak te snel voor mij, alsof ik niet meekan. Daarom geniet ik nu ook zo van de enorme rust die overal hangt. Mensen zijn attenter, knikken vriendelijker goeiendag, de lucht is schoner: deze tijd heeft ook mooie kanten.

Er is ook meer stilte, tot uw grote vreugde. Waar vindt u die?

Verfaillie: Om te beginnen in mijn huis. Ik woon aan de rand van Gent, maar binnen hoor ik bijna niets van alle straatgeluiden. Ik zet nooit radio of muziek op, dat zou me alleen maar afleiden. Ik werk ook graag in de tuin, ik word altijd intens gelukkig als ik met mijn vingers in de aarde aan het wroeten ben. En ik ga geregeld wandelen in de Bourgoyen, het natuurreservaat hier om de hoek.

Ik heb een sportlijf en doe er niets mee. Ik zou een goede loopster geweest zijn, maar ik heb moeten kiezen tussen sport en muziek.

U sport nooit. Waarom niet?

Verfaillie: Ik ben nogal lui op dat vlak. Ik wandel wel graag en zwem af en toe. (denkt na) Het is eigenlijk zonde, want ik heb een sportlijf en doe er niets mee. Ik zou een goede loopster geweest zijn, daar ben ik van overtuigd, maar als kind heb ik moeten kiezen tussen sport en muziek. Zowel de atletiekpiste als de muziekschool was twintig kilometer rijden met de auto, het was het een of het ander. En omdat ik toen voor muziek heb gekozen, kan ik nu niet meer terug. (lacht)

Ik heb ook een lichte hartkwaal waardoor ik voorzichtig moet zijn. Als ik al eens een spurtje trek, ben ik er achteraf gegarandeerd niet goed van. Maar nu ik de veertig voorbij ben, zal ik toch een beetje mijn best moeten beginnen te doen, zeker?

U bent ijdel?

Verfaillie: Een beetje. Als kind keek ik nooit in de spiegel, ik was totaal niet met mijn uiterlijk bezig. Dat is pas veranderd door met Raf samen te zijn. Hij heeft mijn vrouwelijke kant beter ontwikkeld, door me veel complimentjes te geven en me te stimuleren om eens wat mooiere kleren te kopen. Ik ben wat trotser geworden, en dat was nodig: voordien verzorgde ik mezelf niet genoeg, ik was vooral met de ander bezig.

‘De voorbije tien jaar heeft Katrien een dikkere huid gekweekt’, zei Raf me nog. Welke ervaringen waren daarbij cruciaal?

Verfaillie: Dat klopt, ik ben veel rustiger geworden en laat me minder snel uit mijn lood slaan, waardoor ik veel meer energie heb. Ik leef nu veel liever dan vroeger. Tot enkele jaren geleden kon ik letterlijk in tranen uitbarsten omdat er ’s avonds vier mensen zouden komen eten. Ik had stress, ik ben absoluut geen goede kokkin en het werd snel te druk in mijn hoofd. Nu nog: als ik mijn rust niet heb, voel ik me snel een stuk zwakker. De eerste week na de release van mijn coronalied was ik bijvoorbeeld opnieuw veel minder aan het eten, merkte ik, louter van de stress.

Maar ik ben er al veel in gegroeid, de laatste jaren. Therapie heeft me enorm geholpen. Oud verdriet dat nog in mij zat, van toen ik zo’n angstig kind was, ben ik op die manier kwijtgeraakt. Dat moest wel om verder te kunnen met mijn leven. En de keuze voor muziek is ook cruciaal geweest: ik ben contenter geworden, omdat ik nu mijn eigen baas ben en op het ritme van mijn lijf en geest kan werken. Met collega’s en een baas kan het ook heel fijn zijn, maar het legt toch dikwijls een enorme druk op je schouders. Daar ben ik nu helemaal van af.

En de liefde! Na Raf heb ik opnieuw een lange relatie gehad, met iemand bij wie ik voor het eerst echt troost vond. Dat heeft me ook veel deugd gedaan.

De liefde kan zalvend werken?

Verfaillie: Zeker. Bij mij in ieder geval wel.

Is bij een verliefdheid het lichaam of de geest de stuwende kracht?

Verfaillie: De geest. Ik word verliefd op een persoon. Of het nu een man is of een vrouw, dat maakt voor mij eigenlijk niet veel uit. Ik val op een mens, op hoe die in elkaar zit en naar het leven kijkt. Ik heb al verschillende lange relaties gehad en ik vind het nog altijd heel boeiend, iedere relatie heeft zijn eigen karakter en ik leer iedere keer iets bij over mezelf. Momenteel ben ik alleen, maar ik kijk er al naar uit om naar een volgende relatie toe te springen.

Krijgt u snel vlinders in de buik?

Verfaillie: Hoe ouder ik word, hoe trager het gaat. Ik word niet snel meer verliefd. Maar ik word het wel nog, gelukkig maar, want het is zo’n fijn gevoel.

Bent u creatiever als u goed in uw vel zit, of juist niet?

Verfaillie: Hoe heftiger de emoties, hoe creatiever ik word. Als ik nog eens diep in de put zit – dat gebeurt veel minder dan vroeger – ben ik de volgende dag gegarandeerd supercreatief. En omgekeerd ook: als ik verliefd ben of goed in mijn vel zit, zoals nu, krijg ik meer inspiratie dan anders.

Momenteel ben ik alleen, maar ik kijk er al naar uit om naar een volgende relatie toe te springen.

Een van uw beste vriendinnen vertelde me dat u graag en vaak huilt.

Verfaillie: O ja. Ik huil even gemakkelijk als ik lach. Tegenwoordig is het minder, maar een aantal jaar geleden huilde ik echt ontzettend veel. Ik ben sterker geworden, ik kan meer aan, ik geloof meer in mezelf. En daar heeft de muziek heel veel mee te maken.

In de clip van Kunnik nemi na joen komn telde ik drie lege flesjes La Chouffe. Drinkt u veel?

Verfaillie:(lacht) Dat valt wel mee, denk ik. Af en toe een glas wijn of een Chouffeke en dan nog alleen als er bezoek is, anders niet. Hoewel, de laatste tijd hebben mijn buurvrouw en ik er wel een dagelijkse gewoonte van gemaakt om samen te aperitieven, elk op haar plat dak welteverstaan. Maar ik ben in mijn leven nog maar één keer echt dronken geweest, tijdens de Patersholfeesten jaren geleden. Dat was helemaal geen leuk gevoel. En ik heb nog nooit een andere drug geprobeerd, daar ben ik een veel te grote controlefreak voor. Ik wil altijd en overal de controle kunnen houden. De lichte roes die bij het tweede glas intreedt, vind ik wel zalig.

U bent opnieuw piano beginnen te spelen na de dood van uw vader, die in 2008 stierf aan kanker. Wat zou hij van Kunnik nemi na joen komn gevonden hebben?

Verfaillie: Hij zou ape-trots geweest zijn. Ik zag het aan zijn ogen als hij trots op me was. Nee, zijn enthousiasme zou hij deze keer niet onder controle gehad hebben. Hij zou speciaal een wandeling door het hele dorp zijn gaan maken om te zien of iedereen het nummer al had gehoord. (lacht)

Dat enthousiasme heb ik zelf ook in mij: als de zon schijnt, kan ik hier thuis soms van puur geluk sprongetjes maken. Je zou me bezig moeten zien, het is om je te pletter te lachen.

Katrien verfaillie

– 44 jaar

– Is afkomstig van Stavele, diep in de Westhoek, en woont in Gent

– Heeft een zoon van 17

– Werkte jarenlang als onderwijzeres, maar besliste enkele jaren geleden om alles op de muziek te zetten

– Bracht onder de naam Pigeon twee albums met eenvoudige pianomuziek uit

– Scoorde met Kunnik nemi na joen komn onverwachts een coronahit

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content