Personeel voor oud-ministers: Kamer kan royale regeling niet aanpassen

Alexander De Croo (Open VLD) op 10 november 2021. © Belga
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Experten bevestigen dat het parlement niet bevoegd is om de regeling rond medewerkers voor oud-ministers te wijzigen. Enkel de regering kan dat (en is dat ook van plan).

Consternatie in het parlement vorige week. Luttele momenten voordat de Kamercommissie Grondwet van start ging met de bespreking van een wetsvoorstel over medewerkers voor oud-ministers, ontvingen de Kamerleden een e-mail. Afzender: eerste minister Alexander De Croo (Open VLD). Boodschap: de scheiding der machten komt in het gedrang.

Lakeien van de Wetstraat

Waarover gaat het? Sinds geruime tijd leeft het idee om de medewerkers voor ex-ministers en -staatssecretarissen te beperken. Vandaag hebben zij na hun ambtstermijn recht op twee voltijdse medewerkers gedurende de eerstvolgende regeerperiode, óók als ze nog zouden zetelen als parlementslid. Officieel begeleiden die medewerkers hen bij het afronden van hun administratie of bij het archiveren, maar in de praktijk worden de ‘lakeien van de Wetstraat’ voor alledaagse taakjes ingezet.

Hebben gebruik gemaakt van het privilege: Open VLD’ers Philippe De Backer, Maggie De Block, CD&V’ers Nathalie Muylle, Pieter De Crem en Koen Geens en MR-politici Daniel Bacquelaine, Denis Ducarme, Philippe Goffin en Didier Reynders. Eerder dit jaar maakte de premier bekend dat het prijskaartje van die regeling zo’n 485.000 euro bedraagt.

Sommige politici van de meerderheid wilden de regeling al langer aanscherpen. In plaats van twee, zou een ex-minister nog recht hebben op één medewerker, en enkel wanneer die geen deel meer uitmaakt van het parlement.

Rijkspersoneel

Groen en Ecolo legden daarvoor een wetsvoorstel neer. Oppositiepartij N-VA is eveneens voorstander van die regeling, die ook op Vlaams niveau geldt.

Wat bleek vorige week? De Kamer zou niet bevoegd zijn om aan de royale regeling voor ex-ministers te raken. ‘Een ingrijpen van de wetgevende macht is in principe niet mogelijk’, aldus De Croo. De liberaal verwijst naar artikel 107 van de grondwet, dat stelt dat de Koning (lees: de regering) bevoegd is voor het statuut van ‘rijkspersoneel’.

De meerderheid kon weinig anders dan de bespreking uitstellen. N-VA-fractieleider Peter De Roover protesteerde wel, en uitte zijn twijfels bij de lezing van de premier. Er is advies gevraagd aan de juridische diensten van de Kamer.

Geen man overboord

Maar volgens specialisten is de lezing van De Croo wel degelijk correct. ‘Artikel 107 heeft het strikt genomen enkel over de ambtenaren en de graden in het leger, maar de Raad van State heeft al gesteld dat dit ook van toepassing is op de kabinetsleden van ministers en staatssecretarissen’, zegt grondwetspecialist Patricia Popelier (UA). Het grondwetsartikel is dus ook toepasbaar op medewerkers van ex-ministers.

Een aanpassing door het parlement zou dus een inbreuk op de scheiding der machten betekenen. Opvallend, want noch oppositie noch meerderheid had dat voorzien bij het indienen van hun voorstellen.

Normaal gezien is er geen man overboord. Tijdens de jongste begrotingsgesprekken besliste de Vivaldi-regering om de regeling hoe dan ook aan te passen naar één voltijdse medewerker gedurende twee jaar. ‘Een ontwerp van koninklijk besluit zal zo snel mogelijk worden voorgelegd aan de ministerraad’, aldus De Croo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content