Kim De Witte en Michelle Heijens

Personeel in ouderenzorg: ‘We roeien met de riemen die we hebben, maar we zinken’

Kim De Witte en Michelle Heijens Kim De Witte is pensioenspecialist van PVDA, Michelle Heijens is zorgdeskundige

‘Ik kreeg een opdracht in een zorghotel, maar veel zorg of hotel heb ik niet gezien. Helaas lijkt dit representatief voor de ouderenzorg in ons land.’ Zo begint het verhaal van de jonge verpleegster Liesbeth Claeys uit Gent. “Eindelijk iemand die de waarheid durft zeggen”, schrijven Kim De Witte en Michelle Heijens van PVDA.

Liesbeth Claeys heeft haar ervaringen uitgeschreven in een stuk dat De Standaard publiceerde. Ook andere media pikten het verhaal op. Een fragment: “De dochter van een bewoner vraagt me hoe het komt dat haar moeder al om zes uur naar bed wordt geholpen. Ze zou liever pas rond negen uur gaan slapen. Ik vind het triest om de vrouw te moeten vertellen dat de personeelsbezetting geen andere zorgplanning toelaat. Als je je tijd verdeelt over de patiënten, heb je een dikke vijf minuten per persoon. En dat voor het helpen bij de hygiënische zorgen, het aandoen van de nachtkledij en het verplaatsen in bed. De dochter kijkt me aan en zegt dat ze het begrijpt. Door het algemene personeelstekort hebben verpleegkundigen geen tijd, is alles een rush. Toen ik aan de hogeschool leerde een injectie te geven, hadden ze er beter een chronometer naast gehouden. Bij alles eigenlijk. Want zo is het wel: een race tegen de tijd. Geen handschoenen, want geen tijd. Geen hulp bij het eten, want geen tijd. Geen levenskwaliteit, want geen tijd. Ik verontschuldig me een hele dag omdat ik geen tijd heb om langer bezig te zijn dan het hoognodige. Sorry mevrouw, sorry meneer.”

Personeel in ouderenzorg: ‘We roeien met de riemen die we hebben, maar we zinken’

Familieleden van rusthuisbewoners, personeel uit andere rusthuizen, van leidinggevend personeel, docenten,… ze reageerden talrijk en eensluidend. De pakkende en moedige getuigenis van Liesbeth had een realiteit blootgelegd. Iemand schreef: “Er is helaas niets overdreven, alles is bittere waarheid.” Iemand anders: “Goed dat het eindelijk eens gezegd wordt.” Nog iemand anders: “De toestand is dramatisch. Wanneer schieten de verantwoordelijke politici in actie?” Het personeel herkent zich helemaal in wat Liesbeth schreef: “Het zit in het bloed van elke hulpverlener: roeien met de riemen die je hebt. Maar ik vrees toch dat we stilletjes aan het zinken zijn.”

Te weinig financiering, te weinig personeel, te weinig zorg

Maar hoe komt het dat we zinken? Wie een familielid in een rusthuis heeft, ziet en weet het: er is te weinig personeel. Het aantal zwaar zorgbehoevenden stijgt de laatste jaren. Drie jaar geleden besliste de Vlaamse regering geen nieuwe erkenning meer te geven voor bedden voor zwaar zorgbehoevenden. Die erkenning is nodig om een hogere financiering te krijgen. Maar de mensen die intense zorg nodig hebben, zijn er wel en komen er ook bij.

15.000 zwaar zorgbehoevende bewoners worden niet als dusdanig erkend. De centra krijgen het geld niet waarmee ze het personeel zouden kunnen betalen om deze mensen de nodige zorg te geven. Gevolg: te weinig personeel, achteruitgang van de zorg, veel te zware werkdruk op het personeel.

Tweede oorzaak van de onderfinanciering: de heel lage normen die de overheid hanteert. De reële nood aan personeelsomkadering ligt een stuk hoger dan de geldende financieringsnorm. Met andere woorden: er zou meer personeel moeten gesubsidieerd worden dan nu het geval is. Zo schrijven onderzoekster Annelies De Coninck en professor Jozef Pacolet in een recente studie van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin dat de overheid voor 30 minder zwaar zorgbehoevende bewoners 0,5 voltijdse zorgverleners voorziet terwijl dat er eigenlijk 5 moeten zijn.

‘Onze economie brengt jaarlijks 40 procent meer welvaart voort, maar die welvaart wordt steeds ongelijker verdeeld.’

Om dat schrijnende probleem deels op te vangen, werven de centra personeel aan boven de norm van de overheid, personeel dus dat niet gesubsidieerd is. Het geld om dit personeel te betalen komt in hoofdzaak van de bewoners, die jaar na jaar een hogere prijs moeten betalen. Een plaats in een woonzorgcentrum kost vandaag gemiddeld 1.500 euro per maand. Die kost kan oplopen tot 1.800 euro. Maar het gemiddelde pensioen ligt slechts rond de 1.200 euro per maand.

Minister Vandeurzen, minister Peanuts

Minister Jo Vandeurzen (CD&V), verantwoordelijk voor dit beleid, heeft ook gereageerd op de getuigenis van Liesbeth. Hij zei dat de Vlaamse regering volgend jaar 26 miljoen euro gaat investeren in extra personeel. De studie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin zegt dat de volledige personeelskost in de residentiële ouderenzorg 2,4 miljard bedraagt. De 26 miljoen bijkomende subsidies voor de personeelskost die Vandeurzen belooft is dus 1,1 procent. Peanuts. En eigenlijk minder dan peanuts als je daar nog maar gewoon de inflatie van aftrekt.

De stelling van de Vlaamse regering voor de feitelijke afbouw van de zorg is dat we niet méér kunnen betalen dan we nu doen. Dat is een foute stelling. De afgelopen vijftien jaar is Vlaanderen weer eens 40 procent rijker geworden, zo zei minister-president Geert Bourgeois (N-VA) met veel fierheid. Onze economie brengt jaarlijks 40 procent meer welvaart voort, maar die welvaart wordt steeds ongelijker verdeeld. Oververmogenden, multinationals en speculanten krijgen nieuwe cadeaus. Ons land telt steeds meer euromiljonairs, terwijl wie werkt, ziek is of een pensioentje trekt de ene na de andere besparing en de ene na de andere taks in de maag gesplitst krijgt.

‘Ons land telt steeds meer euromiljonairs, terwijl wie werkt, ziek is of een pensioentje trekt de ene na de andere besparing en de ene na de andere taks in de maag gesplitst krijgt.’

Dat is een politieke keuze, geen we-kunnen-onmogelijk-anders-kwestie. Zoals het een politieke keuze is slechts 2 miljard subsidies veil te hebben voor onze residentiële ouderenzorg, terwijl diezelfde politieke partijen op nationaal vlak beslissen 9 miljard euro te geven aan gevechtsvliegtuigen.

Wie meegaat met Vandeurzens we-kunnen-onmogelijk-méér-betalen, bevindt zich bovendien op een hellend vlak. Het leidt tot volgende stelling, verdedigd door de Vlaamse regering in de media de afgelopen dagen: “Ons pensioenstelsel is er niet op voorzien dat we nog dertig jaar leven nadat we gestopt zijn met werken. En onze sociale zekerheid is er nog veel minder op voorzien dat we dan nog jaren in een rusthuis verzorgd moeten worden omdat we niet meer voor onszelf kunnen zorgen. De welvaartsstaat die we in de tweede helft van de vorige eeuw hebben opgebouwd, kan dat niet betalen. Als we ons samenlevingsmodel willen behouden zullen er de volgende jaren beslissingen moeten worden genomen waarvan de verhoging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 maar een voorbode was.”

Dat is een schrikwekkend toekomstbeeld. Als we vasthouden aan het beleid van de N-VA, CD&V en Open VLD in onze regeringen, dan zal de welvaartsstaat stap voor stap verder afgebouwd worden en met de welvaartsstaat ook de verzorging van onze ouderen. De verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 is dan nog maar een voorsmaakje. Peanuts, zou Vandeurzen zeggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content