Pech of geluk met de leraar kan schoolresultaten beïnvloeden

© Antonio Diaz

Gezakt, maar het lag aan de leerkracht. Volgens een masterscriptie zou dat eeuwige excuus nog kunnen kloppen. Voor dezelfde taak geeft de ene leraar een 3 op 10, de andere een 9.

Studenten die de schuld altijd steken op pech, met net die ene onwillige leerkracht, hebben niet noodzakelijk ongelijk. Voor haar masterscriptie vroeg onderwijskundige Sem Erkens 69 leraren Nederlands om schrijfopdrachten te evalueren. Wat blijkt? Naargelang de leraar die je treft, kun je voor dezelfde taak een onvoldoende of de grootste onderscheiding krijgen.

Het verschil tussen een 3 op 10 en een 9 zit louter in wie de rode balpen hanteert. De meeste leerkrachten gaven trouwens een nipte voldoende. ‘Er zijn grote verschillen tussen hoe hoog leerkrachten de lat voor hun leerlingen leggen’, zegt professor Jan Vanhoof (UA), promotor van de scriptie. ‘Nog erger is dat daar momenteel weinig aan wordt gedaan.’

Het ging om een taak argumentatief schrijven. Dat is moeilijk objectief te quoteren.

Jan Vanhoof: Klopt, maar het maakt de conclusie van het onderzoek niet minder verstrekkend. Vlaamse leerkrachten genieten een zeer grote autonomie bij de toekenning van punten. We gaan er bijna zonder nadenken van uit dat leraren wel weten wat hun studenten verdienen, terwijl er in feite zelden gesproken wordt over wat goed genoeg is.

Leerkrachten bepalen zelf waar de lat ligt, op basis van de eindtermen en van hun ervaring van wat vroegere leerlingen aankonden. Of die maatstaf in de lijn ligt van wat de school verwacht, en of die ook maar enigszins overeenkomt met wat andere scholen doen, daar is men zelden mee bezig.

Uit onderzoek blijkt dat wat leerkrachten over hun leerlingen weten, een rol speelt wanneer ze punten geven. Zelfs al proberen ze nog zo hard om alle vooroordelen uit te schakelen. En het probleem zit nog dieper: ook bij anonieme taken bestaan er onrechtvaardig grote afwijkingen in de punten die leerlingen krijgen.

Pech of geluk met de lesgever heeft een ernstige invloed op de schoolresultaten?

Vanhoof: Dat is te scherp gesteld, want er zit nog een buffer tussen: nooit zal één enkele leerkracht beslissen of een student de maat niet haalt. Dat doet de klassenraad, waar het oordeel van het hele lerarenteam samenkomt.

We vermoeden dat de verschillen binnen één school minder groot zijn dan het verschil tussen school A en school B. Vooral leerlingen die net op de grens van een voldoende of een onvoldoende zitten, zijn daar de dupe van. Het zou best kunnen dat ze in de ene school vlot een diploma behalen, terwijl ze op een andere school nooit geslaagd zouden zijn.

Wat valt eraan te doen?

Vanhoof: Momenteel is dat een taak voor de inspectie, maar die komt wellicht niet vaak genoeg langs om daar echt een impact op te hebben. Je zou taken ook kunnen laten beoordelen door een centrale toetsingscommissie of door meerdere leerkrachten, maar daar zijn evengoed nadelen aan verbonden. Praktisch is het ook niet altijd haalbaar.

Scholen moeten hun leraren stimuleren om veel vaker met elkaar te praten over waar de lat ligt. De vakgroepen zijn daar het ideale platform voor. Nu dienen die vergaderingen vooral om de inhoud van de lessen op elkaar af te stemmen, maar waarom zouden leerkrachten er ook niet spreken over hoe je evaluaties eenduidiger en rechtvaardiger kunt laten verlopen?

Jef Van Baelen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content