‘Patiënten zijn grootste slachtoffers van moedwillige schaarste die farmaceutische bedrijven creëren’

‘Het is hoog tijd dat de farmaceutische sector op zijn verantwoordelijkheden gewezen wordt,’ schrijft Anne Dedry (Groen). ‘Alle betrokken partijen proberen aan elkaar de hete aardappel door te spelen, maar op het einde van de rit is de patiënt de dupe. De overheid moet de farmacowboys aan banden leggen.’

Je moet het maar eens voorhebben. Je bent zwaar ziek, of – nog erger – je lijdt aan een zeldzame ziekte waarvoor de medicamenten erg duur zijn en plots zegt de apotheek je: ‘Dat hebben we niet meer. Kom later nog eens terug.’ Een zin waarvan je je niet kan inbeelden hem in 2019 in een land als België te horen. Maar het gebeurt spijtig genoeg meer en meer.

Moedwillige schaarste

Eind 2018 was de lijst met medicamenten die niet meer voorradig waren langer dan ooit tevoren. Niet door een plotse opstoot van die ziektes, of een gebrek aan grondstoffen. Nee, door een perverse politiek van de farmaceutische sector, die moedwillig schaarste creëert op de markt om de prijs op te drijven. Ondertussen slaagt de overheid er niet in om deze praktijken, die de algemene gezondheid in gevaar brengen, te stoppen. Het wordt hoog tijd dat de sector op zijn verantwoordelijkheden gewezen wordt.

Patiënten zijn grootste slachtoffers van moedwillige schaarste die farmaceutische bedrijven creëren.

Dagelijks zet het FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen) een geactualiseerde lijst online met daarop de geneesmiddelen waarvoor in ons land schaarste heerst. Afgelopen weekend stonden er bijna 400 geneesmiddelen opgelijst, het ene al wat schaarser dan het andere, het ene al voor een ernstigere aandoening dan het andere. Voor de apothekers is het alvast een tijdrovende zaak, om dagelijks te checken welke geneesmiddelen wel of niet voorradig zijn. Maar de grootste slachtoffers zijn natuurlijk de patiënten, en dan vooral zij die een medicament nodig hebben waarvoor geen alternatief bestaat. Vaak is dat doordat farmaceutische bedrijven een octrooi hebben op de samenstelling van dit geneesmiddel, waardoor concurrenten niet zomaar een alternatief kunnen ontwikkelen.

Het is hoog tijd dat de farmaceutische sector op zijn verantwoordelijkheden gewezen wordt.

Op de lijst staan schijnbaar onschuldige medicamenten voor een lichte huidaandoening, of vitamines. Maar even vaak heeft de schaarste ernstige gevolgen: zo zijn bepaalde geneesmiddelen voor kankerbehandeling zo goed als niet meer verkrijgbaar, zonder dat er een alternatief voor is. Maar ook Antabuse, een middel dat gebruikt wordt door personen met een zware alcoholverslaving, is niet meer verkrijgbaar sinds juni 2018, en dat blijft zo tot april dit jaar. Een alternatief om deze patiënten te helpen, is er bovendien niet.

Naar verantwoordelijken is het niet ver zoeken. De farmaceutische sector, en zeker de enkele bedrijven die hun producten via octrooien hard afgeschermd houden van de vrije markt, hebben alle baat bij schaarste: de zogenaamde contingentering. Ondernemingen zijn bang voor parallelle export.

Farmaceutische bedrijven hanteren immers prijzen die per land afzonderlijk verschillen. Ze richten hun prijzen namelijk op wat de overheid ervoor wil terugbetalen. Het gevolg hiervan? De prijzen voor geneesmiddelen verschillen van lidstaat tot lidstaat. Bijgevolg is het natuurlijk interessant voor groothandelaars om geneesmiddelen in de ene lidstaat op te kopen – waar de prijzen lager zijn – en ze in een ander land verkopen – waar de prijzen hoger zijn. Andermaal een trucje om de winsten te maximaliseren. Door hun stock te beperken, beperken sommige farmaceutische firma’s dit risico op parallelle export. Tegelijk proberen ze ook de – niet altijd goed te rechtvaardigen – verschillen in prijzen per land te behouden.

Voor geneesmiddelen waar een tekort voor bestaat moet de apotheker zijn bestelling rechtstreeks plaatsen bij de firma en kan zich niet richten tot zijn groothandel, hetgeen vertragingen en schaarste veroorzaakt. Daarnaast proberen de bedrijven op allerhande manieren hun winsten te maximaliseren door de kosten te drukken: verhuis van productie naar verre, goedkope landen, minder, maar grotere fabrieken en geen overschotten produceren. Ondertussen proberen alle partijen elkaar de hete aardappel door te spelen. Op het einde van de rit is het de patiënt die de dupe is.

Betrokken partijen proberen elkaar de hete aardappel door te spelen, maar op het einde van de rit is de patiënt de dupe.

Het kan wel degelijk gezonder en eerlijker: het is hoog tijd dat de politiek de kant van de patiënten kiest en niet langer die van de grote multinationals en farmaceutische bedrijven. Gedaan met lege voorraden van essentiële medicamenten, gedaan met patiënten die een tienvoud moeten betalen om een geneesmiddel uit het buitenland te laten overkomen en gedaan met de oneerlijke concurrentie voor de farmaceutische bedrijven die het wel goed menen.

De farmacowboys moeten aan banden gelegd worden door de overheid. Groen legt vijf voorstellen op tafel die ervoor moeten zorgen dat de vaak levensgevaarlijke tekorten én de woekerprijzen van medicamenten voorgoed verleden tijd zijn.

Vijf manieren om kunstmatig medicamententekort door farma-cowboys op te lossen.

1. Communicatie moet sneller en transparanter

Als er informatie is over de onbeschikbaarheid van een medicament, hetzij door productieproblemen, hetzij door stockbreuken, moet die informatie sneller en transparanter tot bij de apothekers en de patiënten komen. Dat kan via de website van het FAGG, maar ook via het officiële productenbestand voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten van de federale overheid.

2. Zoals de Wereldhandelsorganisatie voorstelt moet ook de overheid dwanglicenties kunnen afdwingen

Een dwanglicentie is een sterk middel om een tijdelijke schaarste aan te pakken. Daarmee kan een fabrikant van generische geneesmiddelen toestemming krijgen om een middel onder octrooi te ontwikkelen en verkopen, zonder toestemming van de octrooihouder zelf. Die laatste krijgt in ruil een soort van ‘royalty’s’. De ontwikkelaar wordt dus nog altijd vergoed, alleen kan er geen kunstmatige schaarste meer gecreëerd worden of verdwijnen belangrijke geneesmiddelen niet langer van de markt.

De mogelijkheid tot dwanglicentie bestaat in België trouwens al sinds 2005 en kan enkel in uitzonderlijke omstandigheden ingeroepen worden, bijvoorbeeld als de volksgezondheid in gevaar is. Alleen ligt het initiatiefrecht voor een dwanglicentie in de huidige wetgeving bij een farmaceutische bedrijf. Onze vraag? Zorg ervoor dat ook de Minister van Volksgezondheid dit kan aanvragen, net als in Frankrijk het geval is.

3. Initiatief dwanglicenties verder uitbreiden

Ook burgers en patiënten moeten op termijn een dwanglicentie kunnen aanvragen, desnoods via een juridische weg. En ook op Europees niveau moeten dwanglicenties mogelijk worden gemaakt, met name als het gaat om een Europees octrooi.

4. België moet aandringen op betere Europese regulering in belang van volksgezondheid

Een geneesmiddel is geen gewone koopwaar, behandel het dan ook niet op die manier. Op dit moment valt de regulering van de import en export van geneesmiddelen op Europees niveau nog steeds onder het Departement Economische Zaken. Iedereen beseft dat het logischer is als dit onder het Departement SANTE (Directorate General Health and Food Safety) valt. Dit orgaan stelt trouwens al jaren de gezondheid en bescherming van consumenten voorop waardoor het belang van de patiënt opnieuw primeert in de toekomst.

5. Noodprocedures terugbetalen aan de patiënt

Als er toch een tekort ontstaat, is een noodprocedure voor patiënten vaak een laatste redmiddel. Daarbij kan de apotheker het geneesmiddel vanuit het buitenland laten invoeren met een tijdelijke toelating. Groen vraagt dat deze procedure systematischer toegepast wordt en dus niet als ultiem redmiddel. En de patiënt moet terugbetaald worden. Nu moet die vaak een veelvoud betalen omdat het geneesmiddel uit het buitenland komt, terwijl de patiënt er totaal niks aan kan doen. De huidige wetgeving voorziet de mogelijkheid om terug te betalen onder een hele reeks voorwaarden, maar onbeschikbaarheid is op dit moment geen voorwaarde. Daar moet verandering in komen.

Tot slot, veel geneesmiddelen zijn onmisbaar voor het herstel, het comfort en de levenskwaliteit van patiënten. Farmaceutische bedrijven hebben als het van Groen afhangt zeker een rol te spelen in de ontwikkeling en productie van geneesmiddelen. Maar hebben ook hun verantwoordelijkheid voor het maatschappelijke belang en op dit moment is het evenwicht zoek.

Winst primeert en niet het welzijn van de patiënten: dat moet anders. Groen trekt ook de kaart van ondernemers die zich opnieuw ten dienste willen stellen van de volksgezondheid, de zwakkeren in de maatschappij en de échte noden van patiënten. Als de volksgezondheid in gevaar is, moet de overheid ingrijpen. Welnu beleidsmakers, grijp in, zodat patiënten niet langer onnodig moeten lijden, want dat is toch echt wel een land als België onwaardig.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content