Pas in 2020 zullen we weten wat de verlaging van de vennootschapsbelasting zal kosten

Onder andere minister van Werk Kris Peeters (CD&V, links) moet 90 miljoen euro besparen. © BelgaImage
Ewald Pironet

De regering-Michel brengt alles in stelling om de schuldgraad tegen de federale verkiezingen van 2019 onder de psychologische 100 procent te brengen. De rekening volgt in 2020.

‘Een doel is een droom met een deadline’, schreef Napoleon Hill, een Amerikaanse bestsellerauteur van doe-het-zelfboekjes die allemaal draaien rond succes en hoe dat te bereiken. De centrumrechtse regering-Michel had bij haar aantreden een droom: de overheidsfinanciën op orde brengen. Ze zegt het nog niet hardop, maar ze lijkt daarvoor nu eindelijk een doel en een deadline te hebben.

Regeringspartijen N-VA, Open VLD en MR ijveren al langer voor een verlaging van de vennootschapsbelasting. Met enkele jaren vertraging heeft de regering-Michel nu in het Zomerakkoord beslist dat het officiële belastingtarief voor bedrijven daalt van 33,99 procent naar 29,58 procent in 2018 en naar 25 procent in 2020. Tussendoor zijn er in 2019 wel verkiezingen, dus of het uiteindelijke doel van 25 procent wordt bereikt, hangt af van de volgende regering. De regeringspartijen nodigen de kiezers nu al uit: stem voor ons en een serieuze daling van de vennootschapsbelasting wordt een feit.

Het is vervelend dat we pas in 2020 zullen weten wat de verlaging van de vennootschapsbelasting zal kosten

Wat die doorgedreven verlaging van de vennootschapsbelasting de schatkist zal kosten, is onduidelijk. De Nationale Bank spreekt over een tekort van bijna 4 miljard. Bij de Hoge Raad van Financiën is te horen dat het afhankelijk is van de economische groei en van welke aftrekposten er precies sneuvelen. Ze gaan er daar van uit dat de vennootschapsbelasting in 2020 net als vandaag 14 miljard euro zal opbrengen. Hoe dan ook, de rekening zal pas in 2020 worden gepresenteerd en dat is dus een probleem voor de volgende regering.

Het is nogal vervelend dat we pas in 2020 zullen weten wat de verlaging van de vennootschapsbelasting aan de schatkist zal kosten. Want nu is al duidelijk dat Europa eist dat we onze schuldgraad, vandaag 106 procent van het bbp, tegen 2020 afbouwen tot 99,5 procent. Als we in 2019 kunnen afsluiten met een begroting die structureel in evenwicht is, moet dat lukken. Halen we dat structureel evenwicht niet, moeten er overheidsparticipaties worden verkocht en kunnen we met die opbrengsten toch aan de eisen van Europa voldoen.

In de Wetstraat is te horen dat de regering-Michel zich heeft voorgenomen om die schuld wat sneller af te bouwen en ze al in 2019 onder de 100 procent te brengen. Daarvoor moeten overheidsparticipaties worden verkocht. Eind juli verklaarde vicepremier Kris Peeters (CD&V) in De Standaard: ‘We kijken te veel als konijnen naar een lichtbak naar dat begrotingsevenwicht. Onze overheidsschuld is een grotere uitdaging’. En meteen zei hij dat de regering ‘de komende maanden goed moet nadenken over hoe we met overheidsparticipaties omgaan’. Dat was ook de teneur van wat minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) vorige week tegen De Ochtend en De Tijd zei: alle overheidsparticipaties moeten onder de loep worden genomen. Het gaat dan vooral om Belfius, BNP Paribas, Proximus, Brussels Airport en Bpost. Allemaal samen zijn die pakweg 26 miljard waard. Vergeet het overheidsbedrijf NMBS, want onze spoorwegmaatschappij kreunt onder miljarden schulden.

Indien de regering al in 2019 onder de 100 procent schuld wil duiken, moet ze voor 7 miljard aan overheidsparticipaties verkopen

Indien de regering al in 2019 onder de 100 procent schuld wil duiken, moet ze – als ze de huidige begrotingsdoelstelling blijft respecteren – voor 7 miljard aan overheidsparticipaties verkopen. Dat kan. Begin mei verkocht de regering een kwart van haar 10 procent in de Franse bank BNP Paribas en dat leverde toen 2 miljard euro op. De regering heeft al te kennen gegeven dat ze nog meer van haar BNP Paribas-aandelen wil verkopen. En ze wil ook af van Belfius, waarvan de waarde op maximaal 7 miljard euro wordt geschat. Als de regering de overheidsparticipaties van de hand doet, vallen wel de dividenden weg en krijgt ze dus minder geld binnen. Maar dat is een zorg voor later.

De regering-Michel brengt alles in gereedheid om tegen 2019 de schuldgraad onder de psychologische drempel van 100 procent te brengen en de economisch groei helpt haar daarbij. Dan kan de regering aan de kiezer niet alleen een mooi palmares voorleggen qua jobcreatie, maar ook zeggen dat ze de schuld serieus heeft afgebouwd. De rekening volgt in 2020. De oneliner van Hill verdient dan ook een belangrijke aanvulling: ‘Een doel is een droom met een deadline, de gevolgen zien we daarna wel.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content