Over de inval van activisten bij het slachthuis in Tielt: ‘Dit was een zwarte dag voor het dierenwelzijn’

'De activisten willen niet zozeer een betere behandeling van de dieren, maar dat mensen minder en het liefst geen vlees eten.' © Image Desk
Peter Casteels

Nadat het Exportslachthuis in 2017 in opspraak was gekomen, namen activisten het dit jaar opnieuw in het vizier. Docent Dier en Welzijn Jos Van Thielen(KUL) begrijpt niet waarom.

5 juli 2018

In Tielt valt een zeventigtal dierenrechtenactivisten het Exportslachthuis binnen. Ze protesteren tegen de manier van werken van het slachtuis en nemen een varken mee.

Jos Van Thielen: Ik heb de beelden van de actie nog eens bekeken en ik stel daarop een aantal ernstige schendingen van het dierenwelzijn vast. De hardhandige manier waarop met dat varken wordt omgegaan, is dierenactivisten onwaardig. Het was een zwarte dag voor het dierenwelzijn.

Begrijpt u dat de activisten zich nog altijd zorgen maken over het dierenwelzijn in het slachthuis van Tielt?

Van Thielen: Eigenlijk niet, nee. Toen in 2017 ophefmakende beelden van die slachtvloer naar buiten kwamen, zijn er verbeteringen doorgevoerd. Wij hebben de mensen op de werkvloer begeleid en cursussen gegeven waarin we ze leerden op een diervriendelijke manier met de dieren om te gaan. Het slachthuis heeft een metamorfose ondergaan, in september van dat jaar heeft het zelfs een hele maand open huis gehouden. Ik vind het dus betreurenswaardig dat zij er door die activisten weer werden uitgepikt. Ik vraag me af of die wel werkelijk bekommerd zijn om het dierenwelzijn. Hun doelstelling is niet zozeer dat dieren in slachthuizen beter behandeld worden, ze willen dat mensen minder vlees eten en het liefst van al vegetariër worden. Dat is eerbaar, maar wel een andere strijd dan ze zeggen te voeren.

Kleinschalige slachthuizen zijn niet per se duurzamer.

Activisten zullen beargumenteren dat het in zulke industriële slachthuizen gewoon onmogelijk is om diervriendelijk met beesten om te gaan.

Van Thielen: Ik zou niet weten waarop ze dat baseren. We hebben dit jaar de Vlaamse slachthuissector doorgelicht. We hebben een aantal aanbevelingen gedaan, onder meer om het lawaai op de slachtvloeren te reduceren, en daarmee wordt aan de slag gegaan. Slachthuizen van een zekere omvang moeten een dierenwelzijnsfunctionaris of animal welfare officer hebben. Ze kunnen daarvoor consultants inhuren, maar wij vinden het beter dat ze die mensen vast in dienst nemen zodat ze vaak genoeg aanwezig zijn in het bedrijf. Er wordt gewerkt aan de tekortkomingen die er vroeger misschien waren, en de slachthuizen beseffen dat dierenwelzijn een belangrijk onderdeel van hun management moet zijn.

Denkt u dat we over vijftig jaar nog op dezelfde manier vlees zullen produceren? Zal het niet kleinschaliger moeten?

Van Thielen: Kleinschalig betekent niet altijd duurzamer. De investeringen die nodig zijn om een varkensbedrijf diervriendelijk en duurzaam te maken, kunnen kleine boeren zich vaak niet permitteren. Ik bezocht een tijdje geleden een oud-student van mij die een gesloten varkensbedrijf heeft. De installatie om de lucht te wassen had hem 300.000 euro gekost.

Efficiëntere processen zorgen vaak voor besparingen. In de jaren zestig en zeventig was er 4 kilo veevoeder nodig om een kilo varkensvlees te produceren. Vandaag is dat nog maar 2,3 kilo. Zeker zolang de consument niet meer geld wil betalen voor zijn vlees, zullen er zulke efficiëntiewinsten nodig zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content