‘Ook aan een wolk van onzekerheid kan een zilveren randje zitten’

‘De wetenschappelijke wereld levert tal van voorbeelden waarbij de eenvoudige aanwezigheid van ruimte voor twijfel de weg geplaveid heeft voor nieuwe inzichten’, schrijft Ruth Evers in een pleidooi voor het niet-weten.

Van de aanpak van de eerste golf tot de huidige vaccinatiestrategie, in iedere fase van de coronacrisis tot dusver was onzekerheid een alomtegenwoordige factor. Daar waar we gewend zijn aan een gecontroleerde aanpak, het liefst met alle neuzen in dezelfde richting, werden we het voorbije jaar geconfronteerd met experten die elkaar tegenspraken en strategieën die op basis van ‘voortschrijdend inzicht’ voortdurend bijgestuurd werden. De grote frustraties die hierdoor bij velen opgewekt werden, illustreren de sterke hang naar zekerheid die in onze samenleving aanwezig is. Toch kan aan de wolk van onzekerheid ook een zilveren randje zitten.

Eenzelfde onderwerp kan dikwijls vanuit diverse invalshoeken bekeken worden. De vaststelling dat meerdere, en soms tegengestelde visies bestaan, confronteert ons met het feit dat we bovenal niet-weten en dat “dé waarheid” een eerder hol begrip is. Hoewel deze bewustwording in het meest extreme geval kan leiden tot absolute verlamming, is het simpelweg realiseren van onze beperkte vermogens in veel gevallen een vruchtbare bodem voor vooruitgang. Een blinde vlek voor de grenzen van onze kennis en een al te groot vertrouwen in de eigen visie daarentegen leiden doorgaans tot suboptimale uitkomsten, vaak niet als dusdanig (h)erkend.

Ook aan een wolk van onzekerheid kan een zilveren randje zitten.

De wetenschappelijke wereld levert tal van voorbeelden waarbij de eenvoudige aanwezigheid van ruimte voor twijfel de weg geplaveid heeft voor nieuwe inzichten. Galileo Galilei merkte het al op: “Twijfel is de vader van alle uitvindingen”. Zo werden in de loop van de geschiedenis meermaals algemeen aanvaarde wetenschappelijke theorieën weerlegd. Copernicus verving het aarde-gecentreerde planetaire systeem door een systeem waarin de zon centraal staat. Albert Einsteins relativiteitstheorie stelde het beeld dat natuurkundigen over het heelal hadden drastisch bij. De wetenschappelijke vooruitgang wordt gestuwd door dergelijke kritische stemmen die het ‘onomstotelijk bewezene’ in vraag stellen. En niet alleen de academische wereld is gebaat bij een biotoop waarin onzekerheid en twijfel kunnen gedijen, ook onze samenleving kan nut ondervinden bij het centraal stellen van deze concepten.

Maar niettegenstaande de voordelen die een houding van openheid ten aanzien van onzekerheid met zich mee kan brengen, beloont onze huidige samenleving veeleer eigenschappen die onzekerheid of het bewust zijn ervan weinig ruimte geven. (Overdreven) zelfvertrouwen wordt nogal eens verward met competentie, terwijl onzekerheid eerder met incompetentie geassocieerd wordt. Aan de persoon die daadkrachtig, maar blindelings een weg inslaat worden nog altijd meer leiderschapskwaliteiten toegemeten, dan aan het individu dat bedachtzaam, maar weloverwogen een pad kiest. Eigenschappen als bescheidenheid en het zichzelf in vraag stellen, die ruimte laten voor verandering en progressie, lijken dan weer onvoldoende naar waarde geschat te worden.

Intuïtief wordt de mens aangetrokken tot de veiligheid van zekerheid. Ongenuanceerde uitspraken en retoriek spelen hierop in, en bieden ons een illusie van die zekerheid. In ruil daarvoor zien we af van de mogelijkheden die nieuwe inzichten ons kunnen bieden. Simpele verklaringen en té eenvoudige oplossingen voelen als een warm deken in onze complexe wereld, maar zijn in veel gevallen helaas ontoereikend. Albert Einstein stelde: “Alles moet zo eenvoudig mogelijk gemaakt worden, maar niet eenvoudiger dan dat”. De bijzin is hier een wezenlijk onderdeel van deze beroemde uitspraak.

Onze maatschappij zou baat kunnen hebben bij een nadruk op het onbekende, hoe oncomfortabel ook. Maar gegeven onze intuïtieve hang naar zekerheid, doorvertaald in een onzekerheids-vermijdende samenleving, zal een cultuuromslag op dat vlak bewuste keuzes en acties vereisen.

Hier kan onder andere ons taalgebruik een cruciale rol in spelen. We kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen bewust uiting te geven aan twijfel en onzekerheid. Laat uitspraken die een persoonlijke visie weerspiegelen ook als dusdanig geuit worden. Laat een hypothese ook als dusdanig geformuleerd worden. Laat woorden die twijfel en onzekerheid reflecteren, een prominentere plaats innemen in ons taalgebruik.

Daarnaast kunnen we er ook voor kiezen om de onzekerheid die inherent is aan onze complexe wereld niet te ontkennen, maar integendeel, te omarmen. Zo kan de uitspraak “ik weet het niet”, die doorgaans geassocieerd wordt met absolute onwetendheid, evenzeer een blijk zijn van verregaande kennis. Het onderkennen van de grenzen van de eigen kennis, te zien als datgene waarover een brede consensus van interpretatie bestaat, veronderstelt immers het a priori beheersen van deze kennis. Het simpelweg erkennen dat uitingen van niet-weten niet noodzakelijk grote onwetendheid impliceren, geeft ademruimte aan de onzekerheid in onze maatschappij.

Het kan zelfs nog verder gaan. Als onzekerheid voet aan wal krijgt, kan ook het tolerantieniveau in onze maatschappij toenemen. Het is immers eenvoudiger de ander wat meer speelruimte te geven, als je kan erkennen dat je in deze weerbarstige werkelijkheid meer dan eens zelf het roer moet omgooien. Het is eenvoudiger open te staan voor afwijkende meningen, als je vertrekt vanuit de instelling dat je eigen opinie niet in steen gebeiteld staat. In dat opzicht wil deze bijdrage dan ook een uitnodiging tot reflectie en debat zijn, eerder dan een rigide discours.

Per slot van rekening is over het niet-weten ook niet alles geweten.

Ruth Evers is gedoctoreerd in economie aan de KULeuven en mede-auteur van het boek ‘Slimmer Onderweg’, samen met prof. dr. Stef Proost. Ze is lid van denktank Eleni.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content