Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Onze politieke leiders zouden best zo snel mogelijk een bezoek aan Zweden brengen’

De regering-Michel kondigde in 2014 aan dat ze een begrotingsevenwicht wou bereiken in 2018. Bij de begrotingscontrole die deze maand plaatsvindt moet een gat van 2 miljard worden gedicht. Het begrotingsevenwicht tegen 2018 dreigt een ‘mission impossible’ te worden voor de Zweedse coalitie onder leiding van premier Charles Michel. Wat loopt er fout in dit land met die Zweedse coalitie? Waarom gaat het dan veel beter met de overheidsbudgetten in bijvoorbeeld Zweden?

Zweden

In Zweden kende men in het vierde kwartaal van vorig jaar een economische groei van liefst 1,3 procent. België haalt dat met moeite op een heel jaar. Op jaarbasis is halen de Zweden een groei van 4,5 procent. De ‘Riksbank’, de Zweedse nationale bank, spreekt al over het gevaar van een oververhitte economie. Ook de groei van de Zweedse export is niet mis: 2,9 procent. Ook de werkloosheid ligt in Zweden een stuk lager dan in België (6,9 procent vs. 7,9 procent) en dat geldt ook voor de tewerkstellingsgraad van de beroepsbevolking (74 vs. 61 procent). Het stimuleringsprogramma van de Riksbank is dan ook zeker een succes te noemen. Ze houdt de rente op 0,75 procent en zo blijft de inflatie op peil en de centrale bank koopt de nodige obligaties op.

Ook de cijfers van de overheidsfinanciën zijn in Zweden beter. Ze hebben een tekort van 1,6 procent van het bruto nationaal product (bbp), in België ligt dat net onder de 3 procent. De overheidsschuld bedraagt er 45 procent bbp, in België 107 procent. Het overheidsbeslag bedraagt er 48 procent, bij ons 54 procent bbp. Kortom, het zou geen slecht idee zijn dat onze premier, samen met zijn ministers, eens een studiereis inlegt naar Zweden. Samengevat heeft Zweden fundamentele keuzes gemaakt voor zijn openbaar bestuur en zijn arbeidsmarkt gemoderniseerd.

Europa

Het is meer dan een opvallend gegeven dat de niet-eurolanden binnen de Europese Unie en de EFTA-landen het veel beter doen dan alle landen in Europa die de euro als munt hebben. Men moet toch eens dringend nadenken over het idee van de Nederlandse minister van Fnanciën, Jeroen Dijsselbloem, om Europa te redden met een herstart van een beperkt aantal landen. In het voorstel van Dijsselbloem bestaat de kern-Europa uit vijf landen: België, Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden.

België

In België stelt zich naar aanleiding van de begrotingscontrole nog maar eens het probleem van de overschatte ontvangsten en de onderschatte uitgaven. Een budgettair tekort van 2 miljard euro zoeken lijkt toch geen onoverkomelijk probleem. Inderdaad, met een overheidsbeslag van 54 procent bbp, een fiscaal systeem met veel te veel regels en procedures, een fiscaal stelsel met een ‘de facto’ vlaktaks van 50 procent voor de betalende bevolking kan er toch wel wat bespaard worden.

Bovendien leert de literatuur van de inventaris van de vrijstellingen, aftrekken en verminderingen die de ontvangsten van de staat beïnvloeden ons dat daar ook wel wat te vinden is om dat begrotingsgat dicht te rijden. Een dringend op te lossen probleem is de verlaging van de vennootschapstaks. Als Luxemburg naar 18 procent gaat, dan lijkt een tarief van 20 procent in België wel het maximum te worden.

Het vooropgestelde idee van de Zweedse coalitie à la Belge was om een begrotingsevenwicht te bereiken tegen 2018. Dat kan alleen bereikt worden door de ontvangsten te verhogen en/of te besparen op de uitgaven. Aangezien men geen globaal akkoord kan bereiken over het voorgaande , zal de derde optie zegevieren: verplaats het doel naar 2020…

Vlaanderen

Plots blijkt nu de ‘Bijzondere Financierings Wet’ (BFW) in het voordeel van Vlaanderen te spelen: Vlaanderen krijgt meer geld. De regering-Bourgeois gaat dan ook een gemakkelijke budgettaire controle tegemoet gaan. Daardoor zou de Vlaamse regering zijn begroting in evenwicht kunnen brengen, wat al jaren niet meer gelukt is. Maar de BFW blijkt zeer onvoorspelbaar zodat een hervorming zich opdringt.

De deelstaten staan voor een enorme uitdaging in het kader van hun verkeersinfrastructuur. De jarenlange besparingen op de begrotingen van openbare werken laten zich nu voelen met alle negatieve gevolgen. Het sluiten van de Brusselse tunnels wordt een economisch drama van dit Gewest. Maar ook in Vlaanderen is er te weinig infrastructuur voor een groeiende bevolking. Men gaat geen investeringen aantrekken als men in het buitenland het beeld heeft van een ‘Vlaanderen in file’. We gaan niet het logistieke centrum van Europa worden met de huidige kwaliteit en kwantiteit aan verkeersinfrastructuur.

Conclusie

Op basis van het voorgaande moeten we er vanuit gaan dat een begrotingsevenwicht alleen haalbaar is op het Vlaamse niveau. De uitdagingen voor de Belgische Zweedse coalitie zijn enorm om het Belgische schip op een koers te brengen waar de groei, de publieke financiën en de arbeidsmarkt terug een toekomst hebben. Het jaar 2016 is een belangrijk jaar voor de toekomst van de Europese Unie en ook voor de regering- Michel. Als men nog iets wil verwezenlijken, dan zal het dit jaar moeten gebeuren. Want na nieuwjaar worden er geen politieke cadeaus meer uitgedeeld en begint de electorale race naar oktober 2018 en mei 2019. Onze politieke leiders zouden daarom best zo snel mogelijk een bezoek brengen aan Zweden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content