‘Onderzoek Michelle Martin kan niet gaan over spaargeld uit gevangenis’

Drie vragen aan oud-vrederechter en justitiewatcher Jan Nolf over de onvermogendmaking van Michelle Martin.

Advocaat Joris Vercraeye van Jean Lambrecks spreekt over een verborgen spaarpot van 40.000 euro. Gaat het onderzoek van het parket van Brussel daarover? Jan Nolf: “Her en der kun je inderdaad lezen dat Michelle Martin “een klein fortuintje” zou opgebouwd hebben in de gevangenis. Dat bedrag is echter telkens pas opgedoken als een heel slordige berekening van wat Martin in totaal over al die jaren in de gevangenis verdiend zou hebben. Zelfs met een maximum van 200 euro per maand raak je daar echter niet aan. Ook een gevangene doet bovendien een minimum aan private uitgaven aan comfort, zodat daar weinig kan van overblijven.”

“Maar het klopt vooral juridisch niet: dat onderzoek kan eenvoudigweg niet te maken hebben met ‘spaargeld’ uit haar gevangenistijd want ook een gevangene mag uiteraard een spaarpotje opbouwen om bij de voorwaardelijke invrijheidstelling een nieuwe start te kunnen nemen.”

Moet Michelle Martin de slachtoffers dan niet terugbetalen?

Jan Nolf: “Zeer zeker, want ze is tot schadevergoeding veroordeeld, en ook tot de proceskosten, die ze aan de Belgische staat moet. Het is echter opnieuw een misverstand dat de vergoeding van de slachtoffers een voorwaarde zou zijn voor de voorwaardelijke invrijheidstelling.”

“Art. 28 §1 van de wet voorziet op dat punt enkel in ’tegenaanwijzingen’ met betrekking tot bijvoorbeeld de houding van de veroordeelde tot de slachtoffers. Wie van de daken schreeuwt dat hij altijd zal weigeren te betalen, getuigt van zo’n tegenaanwijzing, maar dat is hier het geval niet.”

“Wanneer art. 28 §2 wel expliciet melding maakt van de “geleverde inspanning om de burgerlijke partij te vergoeden” gaat het niét om een norm die voor Martin toepasselijk is. Dat onderdeel is merkwaardig genoeg in de wet opnieuw enkel voorzien als ’tegenaanwijzing’, met name om een veroordeelde niet-Belg niét het land uit te zetten tijdens zijn gevangenisstraf: een buitenlander die tijdens zijn Belgische gevangenisstraf afbetaalt, kan hier dus zijn straf uitzitten. Zo onlogisch is dat nu ook niet, maar dat heeft met de zaak-Martin op zich als regel niets te zien.”

Het onderzoek van het Brusselse parket zou dan vooral betrekking hebben op de erfenis van Martin die zij verwierp en zo bij haar kinderen terechtkwam?

Jan Nolf: “Inderdaad. Maar in mijn opinie in Knack van 13 augustus toonde ik al aan dat die mogelijkheid van verwerping vooreerst ook al een recht van iedereen is. Bovendien liet art. 788 Burgerlijk Wetboek de burgerlijke partijen toe zich daartegen in geval van misbruik te verzetten, wat ze blijkbaar nalieten.”

“Ondertussen kan de minister van Justitie – die dat onderzoek aan het parket wellicht verplichtte via haar positief injunctierecht – beter eens uitleggen dat de Belgische staat bij de uitbetaling van in beslaggenomen gelden nog steeds eerst aan de kassa passeert en de slachtoffers in de kou laat staan. Het zou pas van politieke moed getuigen die volgorde bij zo’n drama’s om te keren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content