TIMSS-studie: resultaten van Vlaamse leerlingen voor wiskunde en wetenschap gaan sterk achteruit

© iStock

De Vlaamse onderwijskwaliteit daalt verder. Dat blijkt dinsdag uit de internationale studie TIMSS, die de resultaten van onze leerlingen voor wiskunde en wetenschappen vergelijkt.

TIMSS verzamelt elke vier jaar in 58 landen de prestaties van de leerlingen van het vierde leerjaar voor wiskunde en wetenschappen.

Wiskunde

Wat wiskunde betreft, stond Vlaanderen in 2019 op de 17de plaats, tussen Tsjechië en Cyprus. Bij de vorige vergelijking, in 2015, was dat nog de 11de plaats, en ook bij de studies daarvoor schommelde Vlaanderen rond dezelfde score. De daling is dus recent.

‘Jongens doen het significant beter dan meisjes’, zegt Peter Van Petegem, onderzoeker van de Universiteit Antwerpen. ‘Dat verschil is niet nieuw, maar het loopt wel op.’

Er is ook een verband met de sociaal-economische achtergrond van de leerlingen, uitgedrukt in bijvoorbeeld de toegang tot internet of het beroep van de ouders. De score voor wiskunde daalt in alle groepen, maar het sterkst bij de leerlingen uit zwakkere sociaal-economische middens. Slechts 8 procent van de leerlingen haalde vorig jaar de benchmark ‘gevorderd’, veel minder dan in bijvoorbeeld Engeland, Ierland en Noorwegen. Ook hier gingen we achteruit.

Hoe zit het met úw wiskundekennis? Doe de test!

Wetenschap

Voor wetenschappen stonden we in 2019 slechts op 35ste plaats, net voor Malta en Kazachstan. In 2015 was dat de 31ste plaats. ‘Dit is een zeer middelmatige prestatie’, zegt onderzoeker Jerich Faddar. ‘De Zuidoost-Aziatische landen gaan ons vooraf, maar ook bijvoorbeeld de Angelsaksische landen en Nederland, Spanje, Italië,…’

Ook voor wetenschappen werd een verband met sociaal-economische achtergrond en met thuistaal gevonden. Leerlingen die thuis altijd of bijna altijd Nederlands spreken, tonen vaker hogere prestaties. Algemeen concluderen de onderzoekers dat de topgroep niet groter wordt en dat de zwakkere presteerders almaar zwakker gaan presteren.

Weet u meer over onze natuur dan Dirk Draulans? Doe de test

Minister Ben Weyts: ‘Lat hoger leggen’

Net als andere internationale studies, zoals PIRLS en PISA, wijst dit onderzoek op een duidelijk dalende onderwijskwaliteit.

Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) noemt de resultaten barslecht en wil de lat hoger leggen met de eindtermen. ‘Er woedt momenteel een discussie over de aanscherping van de eindtermen, waarbij men schermt met pedagogische vrijheid. Gelet op deze resultaten, moeten wij heel resoluut de keuze maken om de lat hoger te leggen’, zegt hij.

Gelet op deze resultaten, moeten wij heel resoluut de keuze maken om de lat hoger te leggen.

De minister wijst voorts op de opvallende link met thuistaal. ‘Kinderen die thuis geen of amper Nederlands praten, scoren manifest en los van sociaal-economische achtergrond, slechter. We moeten dus doorgaan met de taalscreening die we nu aan het opzetten zijn’, zegt Weyts.

Hij vindt dat de helft van de onderwijstijd in het lager onderwijs naar Nederlands en wiskunde zou moeten gaan: ‘Nederlands en wiskunde zijn de basisvakken die alle andere vakken mogelijk maken.’

‘Problematisch dat leerlingen wiskunde niet leuk vinden’

Wellicht het meest problematische is dat slechts een kleine groep leerlingen aangeeft wiskunde leuk te vinden, zo reageert Lieven Boeve, topman van het Katholiek onderwijs op de TIMSS-studie. ‘Want interesse, motivatie en ambitie versterken elkaar. Er zijn ook weinig leerlingen die zelfzeker zijn bij het leren van wiskunde.’

Het Katholiek onderwijs wil nu bijkomend onderzoek om na te gaan hoe de eigen scholen presteren. Het wil in het bijzonder weten of er een verband is met de gebruikte handboeken.

Boeve wil van de overheid meer middelen voor de continue professionalisering van de leraren. Daarnaast wil hij meer inzetten op de motivatie van de leerlingen. Weinig vierdejaars geven immers aan wiskunde of wetenschappen leuk te vinden.

Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) zegt in een reactie dat de groeiende kloof tussen tussen laag- en hoogpresteerders en de samenhang met sociaal-economische status bijzondere aandacht verdient.

‘Rekening houdend met eerdere resultaten, namen we zelf al initiatieven om zowel wiskunde als wetenschappen, maar ook taalvaardigheid te versterken,’ zegt afgevaardigd bestuurder Raymonda Verdyck. ‘Zo gaan we al in de kleuterklas aan de slag met STEM, en hebben we intensieve professionaliseringstrajecten op poten gezet voor wiskunde en taal.’

Verdyck vindt dat er nood is aan meer professionalisering voor leraren. ‘We pleiten er al lang voor om tijd en ruimte voor professionalisering van leraren structureel in te bouwen in de lerarenloopbaan. Dat komt niet alleen de aantrekkelijkheid van het beroep, maar ook de kwaliteit van ons onderwijs ten goede.’

Partner Content