Terug naar school: hoe groot is het risico op besmettingen?

© GettyImages

In Duitsland, waar een aanzienlijk deel van de scholen al drie weken open is, blijven rampen voorlopig uit. Maar Duitsland is Vlaanderen niet.

Al op maandag 10 augustus gingen in een aantal Duitse deelstaten de scholen opnieuw open. Dat was onder meer het geval in Sleeswijk-Holstein, een noordelijke deelstaat die bijna drie miljoen inwoners telt. Dat het coronavirus geen halt houdt aan de schoolpoort, werd snel duidelijk. Ondanks maatregelen in verband met ventilatie, afstand houden en handhygiëne waren er na één week in vijftien scholen besmettingen of verdachte gevallen gesignaleerd. Al snel greep de deelstaatregering in. In de scholen in Sleeswijk-Holstein was het dragen van mondmaskers aanvankelijk nog een ‘dringende aanbeveling’. Na fel debat is de aanbeveling inmiddels een algemene verplichting geworden.

Volgens kinderarts Fischbach heeft een mondmasker dragen tijdens de les een negatief effect op het leervermogen.

Of die verstrenging een zinvolle maatregel is, moet nog worden bekeken. Op 10 augustus openden ook in grootstad Berlijn alle scholen, en anders dan in Sleeswijk-Holstein waren mondmaskers daar wél verplicht. Toch waren er tien dagen na de opening ook in Berlijn al in 39 scholen besmettingen vastgesteld. Volgens de lokale overheid mocht dat cijfer zeker niet leiden tot paniek. In geen van de bekende gevallen had de besmetting op de school zelf plaatsgevonden.

Superverspreiders

Dat aanvankelijke optimisme is ondertussen wat getemperd door de realiteit. Vorige week raakte bekend dat een leraar en tien van zijn leerlingen in een Berlijns gymnasium geïnfecteerd raakten. Mogelijk vertrok de verspreiding bij een van de leerlingen, al is dat minder waarschijnlijk. Thomas Fischbach, voorzitter van het verbond van Duitse kinderartsen, wees er in een interview met Die Welt op dat verspreidingen op scholen in de regel vertrekken bij de leerkrachten. Door hun plek en rol in de klas kunnen ze, net als koorleden, zelfs een superverspreider zijn. Fischbach pleit er daarom voor mondmaskers voor leraren te verplichten en die verplichting nog uit te breiden. Anders dan in Vlaanderen zijn maskers in Duitsland niet verplicht tijdens het onderricht. Fischbach wil dat anders, en wil dat leraren ze ook voor de klas gaan dragen. Dezelfde maatregel ook opleggen aan leerlingen noemt hij evenwel disproportioneel. Net als de meeste Duitse overheden redeneert de arts dat het dragen van mondmaskers tijdens de les een negatief effect zou hebben op het leervermogen. ‘Alleen als er sprake is van een plotse uitbraak’, zegt Fischbach, ‘kan een verplichting, tijdelijk, overwogen worden.’

Fischbach maakte in hetzelfde interview ook al een voorzichtige balans op. Wat volgens sommige ouders en leraren een ‘gevaarlijk experiment’ was, noemt de kinderarts drie weken na de heropening nog altijd ‘de juiste beslissing’. De eerste berichten uit Duitsland geven dan ook niet echt aanleiding tot paniek. Zoals verschillende onderzoeken eerder al suggereerden, blijken jonge kinderen opmerkelijk minder vatbaar voor het virus. Het geval in het Berlijnse gymnasium sterkt wel het bestaande vermoeden dat die vatbaarheid verhoogt met de jaren. Hoewel de besmette leraar lesgaf in verschillende graden, waren het op één uitzondering na enkel leerlingen uit de hoogste graad die besmet raakten. Tekenend is ook dat geen enkele besmette leerling kampte met symptomen.

Uit de eerste weken in Duitsland zou je ook kunnen besluiten dat besmettingen op de scholen uitzonderlijk zijn, en dat ze, als ze zich al voordoen, niet tot oncontroleerbare rampen leiden.

Of Vlaanderen daarom op twee oren mag slapen, is weer een andere vraag. Tot dusver slaagden weinig Europese landen er beter in om het virus onder controle te houden dan Duitsland. De bescheiden tweede golf waar het land vandaag mee kampt, verdwijnt in het niets als je die vergelijkt met ‘onze’ tweede golf. Dat Duitse succes wordt in belangrijke mate toegeschreven aan een grote testcapaciteit en efficiënt contactonderzoek. Die troeven bleken ook nuttig tijdens de eerste schoolweken. De grote en snelle testcapaciteit leidde niet enkel tot efficiënte opsporing, ze kon ook voorkomen dat scholen moesten sluiten. Dat blijkt ook uit de cijfers van de scholen in Berlijn. Van de bijna 400.000 Berlijnse scholieren moesten er tijdens de eerste twee weken maar 600 tijdelijk thuisblijven. Of de Vlaamse test- en opsporingsstrategie (zie kader) even robuust is, zal moeten blijken.

‘HET IS SIMPEL: WIE ZICH ZIEK VOELT BLIJFT THUIS’

Om uitbraken in de Vlaamse scholen zo veel mogelijk te voorkomen is snelle contactopsporing cruciaal. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de CLB-artsen. Maar alles begint bij de inschatting van de huisarts.

‘De eerste regel is heel simpel’, zegt Stefan Grielens, algemeen directeur van het Vrij CLB Netwerk. ‘Wie zich ziek voelt, moet thuisblijven en contact opnemen met de huisarts.’

Die huisarts zal, tenzij hij of zij zeker weet dat er geen besmetting is, een coronatest afnemen. In afwachting van het resultaat moet de leerling of leraar thuisblijven. Of er op dat ogenblik al gestart wordt met contactonderzoek, hangt af van het oordeel van de huisarts. ‘Als de huisarts oordeelt dat het haast zeker om een besmetting gaat,’ zegt Grielens, ‘wordt er niet gewacht op de testresultaten. Dan start de CLB-arts onmiddellijk met contactonderzoek binnen de school, en zullen de callcenters hetzelfde doen voor de contacten daarbuiten. Als het om een hoogrisicocontact gaat, wordt die persoon in quarantaine geplaatst. Zelfs als de resultaten van de test negatief blijken, zullen die mensen in quarantaine moeten blijven.’

Een tweede scenario vertrekt van de situatie waarin de huisarts veel minder zeker is. ‘Ook in dat geval neemt die arts een test af en blijft de leerling of de leraar thuis. Het verschil is dat het contactonderzoek in dit geval pas start als de test positief uitvalt.’

In een derde scenario houdt de huisarts ernstig rekening met een mogelijke besmetting en wordt het contactonderzoek, in afwachting van het testresultaat, alvast opgestart. ‘In geval van een positief testresultaat kunnen we de hoogrisicocontaten dan onmiddellijk in quarantaine laten gaan. Kwestie van zo weinig mogelijk tijd te verliezen.’

Grielens verwacht niet dat het contactonderzoek door de CLB-artsen veel gebreken zal vertonen. ‘Dit is voor ons geen nieuwe opdracht’, zegt hij. ‘Al zo lang onze diensten bestaan, zijn we verantwoordelijk voor de bestrijding van besmettelijke ziektes op school. Alleen de schaal is nieuw. Als de testresultaten lang op zich laten wachten of heel veel scholen zich zorgen maken, kan het zijn dat de werkdruk te groot wordt. Daarom hebben we vorige week in samenspraak met de overheid afgesproken om van covid de prioriteit te maken. De vaccinatieprogramma’s komen in geen geval in het gedrang, maar het kan zijn dat sommige klassieke medische onderzoeken er dit schooljaar bij zullen inschieten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content