Onderwijsspiegel: vooral evaluatie en feedback naar leerlingen zijn knelpunten voor Vlaamse scholen

‘Het evaluatiebeleid spoort niet met de onderwijsdoelen. Scholen evalueren niet goed of ze hun leerdoelstellingen halen en of de leerlingen de behandelde onderdelen van het leerplan voldoende beheersen. Het is een pijnpunt’, aldus inspecteur-generaal Lieven Viaene op de voorstelling van de Onderwijsspiegel 2019, het jaarlijks rapport van de Vlaamse onderwijsinspectie.

Ook inzake de kwaliteitsontwikkeling en onderwijskundig beleid hebben de scholen, zowel de basisscholen als de middelbare scholen nog een hele weg af te leggen.

De Onderwijsspiegel 2019 brengt de resultaten van de doorlichtingen van 250 onderwijsinstellingen tussen januari en juni 2018. Bij de doorlichtingen in het basisonderwijs kregen 96 pct van scholen gewoon basisonderwijs een gunstig advies waarvan 33 pct een gunstig advies met werkpunten. 6 scholen in het gewoon basisonderwijs (of 4 pct) kreeg een ongunstig advies. In het buitengewoon basisonderwijs krijgen 11 van de 17 scholen een gunstig advies en 1 school een gunstig advies met werkpunten. 5 scholen kregen een ongunstig advies.

De scholen basisonderwijs zijn sterk in personeelsbeleid en professionalisering, leerlingenbegeleiding en omgaan met diversiteit. Ook de leergebieden wiskunde, Nederlands en Frans, het leer- en leefklimaat, de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne zijn goed. De kwaliteitsontwikkeling van scholen is een werkpunt. Concreet is er vooral werk op het vlak van evalueren hoe de school werkt, hoe ze de leerlingen evalueren en hoe ze dat bijsturen. Ook het vak muzische vorming is in veel scholen niet goed.

In het buitengewoon basisonderwijs is het leer- en leefklimaat goed tot heel goed, maar er zijn over het algemeen meer werkpunten dan in het gewoon basisonderwijs. Voor elke leerling worden onderwijsdoelen geselecteerd op maat van zijn onderwijsbehoeften, met andere woorden wat een leerling specifiek moet kennen en kunnen. Regelmatig wordt geëvalueerd of de leerling die haalt. Maar net dat gebeurt te weinig, de focus ligt nog te vaak op zorg en minder op leren.

52 scholen in het secundair onderwijs (86 pct) kregen een gunstig advies, waarvan 34 scholen een gunstig advies met werkpunten. 9 scholen kregen een ongunstig advies. In het buitengewoon secundair onderwijs kregen 7 van de 8 scholen een gunstig advies en kreeg één school een gunstig advies met werkpunten. In de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs werden 3 scholen onderzocht, 2 daarvan kregen een gunstig advies met werkpunten, één kreeg een ongunstig advies. Scholen scoren goed voor klassieke talen en lichamelijke opvoeding en er is een goed leer- en leefklimaat.

Driekwart van de scholen heeft nog werk met de kwaliteitsontwikkeling. Ook hier is vooral de evaluatie een werkpunt. In heel wat scholen belemmert een onvoldoende uitgewerkte leerlingenevaluatie de onderbouwing van de uitgereikte attesten.

Wat leerlingenbegeleiding betreft is de brede basiszorg binnen leren en studeren en de ondersteuning van de leraren een werkpunt. Het taalgericht vakonderwijs kan in de meeste scholen kwaliteitsvoller. Het omgaan met diversiteit is wel goed. In het secundair onderwijs zijn wiskunde, Frans en vakken uit de harde sector werkpunten, ook hier opnieuw vooral op vlak van evaluatie en oriëntatie.

De vele hervormingen die dit en volgend schooljaar in beweging gezet zijn, haken in op een aantal van de werkpunten die scholen hebben. Zo is sinds het begin van dit schooljaar leerlingenbegeleiding een erkenningsvoorwaarde, waardoor ook in het secundair onderwijs de brede basiszorg versterkt wordt. Ook het aanbod om niet-taalvakken in een andere taal dan het Nederlands aan te bieden, CLIL, is een versterking van het taalgericht onderwijs in het secundair onderwijs. De bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne zijn in vele scholen heel goed, maar ook op dat vlak worden nog steeds stappen vooruit gezet.

Deze legislatuur werd 2,5 miljard euro geïnvesteerd in het vernieuwen van de scholen. Daardoor is er in meer dan 9 op de 10 gemeenten in Vlaanderen en Brussel een nieuwe of grondig vernieuwde school. “Uit de Onderwijsspiegel 2019 blijkt dat de meeste scholen kwaliteitsvol werken en zelf in staat zijn om die kwaliteit te verbeteren. Er is wel nog werk aan het ontwikkelen van die kwaliteit.

Vooral op het vlak van leerlingenevaluatie kunnen scholen nog veel vooruitgang boeken”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). “Tot dit schooljaar werden de resultaten van de onderwijsspiegel niet systematisch besproken met onderwijsverstrekkers en pedagogische begeleidingsdiensten.

Daarom wordt nu op 4 april de onderwijsspiegel voorgesteld op een evenement met vertegenwoordigers van de pedagogische begeleidingsdiensten, de onderwijsinspectie en de onderwijsverstrekkers. Zo kan er nog beter en meer in diepte aan de werkpunten worden gewerkt. Scholen die zwak presteren moeten sneller opgevolgd en begeleid worden om zo korter op de bal te spelen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content