Julien De Wit

‘Los schoolmoeheid op en leerlingen zullen beter presteren op school’

Julien De Wit Voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Studenten en student rechten aan de Universiteit Antwerpen.

‘Om te vermijden dat nog meer jongeren schoolmoe worden, moeten we anders gaan nadenken over oriëntering en studiekeuze’, schrijft Julien De Wit.

De afgelopen weken regende het voorstellen en onderwijsplannen. Zo had elke politieke partij wel een idee over hoe het lerarentekort aan te pakken of de onderwijskwaliteit op te krikken.

Begrijpelijk. Want de cijfers liegen er niet om.


Uit de PISA-studie van 2019 blijkt dat zo’n 20% van de Vlaamse scholieren het onderwijs verlaat als functioneel analfabeet. Talenkennis dondert achteruit. Hetzelfde geldt voor de kennis van wiskunde.  Een kwart van de leerlingen in het tweede middelbaar scoort zo bijvoorbeeld onvoldoende voor wiskunde.  Opvallend is ook dat niet enkel de zwakkere of mediane leerlingen getroffen worden. Volgens cijfers van het Vlaamse Katholieke onderwijs zitten ook de sterkste leerlingen in de problemen. Ook zij zien hun prestaties achteruit gaan. De 5% beste leerlingen liepen in de periode 2019-2022 maar liefst 37 weken leerachterstand op. Anders gezegd: per 3 schooljaren, lopen de sterkste leerlingen een leerachterstand van één schooljaar op. Schrikbarende cijfers dus.

Schoolmoe

Toch slagen zowat alle partijen erin voorbij te gaan aan de grondreden van vele problemen: schoolmoeheid. Een substantieel aandeel van onze jongeren gaat niet graag naar school. Ze zijn het beu achter de schoolbanken en geraken uitgeblust. Ruim 10 % van de Vlaamse jongeren verlaat vroegtijdig de schoolbanken. In Antwerpen is het probleem nog groter. Daar maakt maar liefst 20% van de jongeren de keuze geen studies af te ronden. Ons onderwijs slaagt er met moeite in één op tien jongeren binnen de schoolmuren te houden. Dat is problematisch.

In 2018 al deed de jongerenredactie van StampMedia interviews met verschillende schoolverlaters. (Het probleem is dus niet nieuw). Een veelgehoorde reden waarom de geïnterviewde jongeren het onderwijs verlieten was dat ze school gewoon beu waren.  Ze voelden zich niet passen. Ze waren niet intrinsiek gemotiveerd, noch geïnteresseerd.

Ook eigen rondvraag bij de jongeren van de Antwerpse jongerenvereniging Speakxout leert dat ook de jongeren schoolmoeheid als een groot probleem ervaren. Iedereen kent tegenwoordig wel iemand die er de brui aan geeft. Moeten leerlingen zich her en der meer openstellen? Zijn er onhandelbare jongeren? Ja. Maar het probleem is breder dan dat.

(Lees verder onder het artikel.)

Los schoolmoeheid op en leerlingen zullen beter presteren op school. Voor leerkrachten aan de andere kant van het verhaal, zal lesgeven weer aangenamer worden. Zij geven nu vaker dan zou mogen les aan een bende ongeïnteresseerde jongeren. Dat doet ook hun motivatie geen goed, integendeel. Onderzoek toont aan dat de motivatie van leerkrachten sterk samen hangt met die van hun leerlingen.  Daarnaast storen ongeïnteresseerde leerlingen ook nog eens het leerproces van alle andere aanwezigen in de klas.

Het is schrijnend om te zien hoe weinig schoolmoeheid de afgelopen weken aan bod kwam in het debat. Wie dat wel deed was Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. Die pleitte voor het verlagen van de schoolplicht. Verplicht 16-jarigen niet om op de schoolbanken te zitten als ze dat niet willen, klonk de redenering. Helder en verstaanbaar voorstel, maar is dat de weg die we op moeten? Moeten we er niet eerder voor zorgen dat jongeren zich op school beter voelen? Dat ze ergens terecht komen waar hun interesses geprikkeld worden, en waar ze gretig zijn om te leren?

Om dat te bewerkstelligen, moeten we drastisch anders gaan nadenken over oriëntering en studiekeuze. Hoe kies je de juiste studierichting? Het is alvast niet door er een twee-drietal uurtjes beperkte uitleg over te krijgen als jongere. Want voor veel leerlingen voelt de begeleiding richting ‘de juiste studiekeuze’ aan als het zoveelste vinkje op de to do-lijst van de leerkracht tegen het einde van het jaar. In hoeverre zijn onze leerkrachten opgeleid om leerlingen te begeleiden in zo’n belangrijke keuze? En in hoeverre hebben ze daarvoor in het huidige onderwijsmodel de bandbreedte?


De juiste keuze maak je ook niet enkel op basis van een test of ijkingsproef. Veel te weinig ligt vandaag de nadruk op de persoonlijkheid van een leerling. Wordt er naast studieresultaten of ijkingsproeven ook rekening gehouden met groeipotentieel? Zijn leerkrachten bij het geven van studieadvies niet vaak bezig met het zich blindstaren op cijfers in plaats van op interesses?

Een laatste punt dat ik hieromtrent wil aanstippen is de hiërarchie die door velen wordt in stand gehouden tussen ASO, TSO en BSO. Alsof het ene meer waard zou zijn dan het andere. Alsof de wereld kan draaien zonder loodgieters of technici van deze wereld. Het geforceerde verschil dat de maatschappij nog steeds in stand houdt tussen ASO, BSO en TSO zorgt ervoor dat jaarlijks honderden jongeren niet durven kiezen voor een richting die hen echt interesseert. Er speelt angst mee, een schrik dat anderen hen niet naar waarde zouden schatten. Uit angst dat men niet zou zien dat een ASO-leerling en een BSO-leerling enkel verschillen in talenten en niet in kwaliteit of waarde. Het is een verhaal van congruentie, niet van apartheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content