De Leraarskamer van Knack: ‘Voor elk uur dat je lesgeeft, spendeer je minstens twee uur aan administratie’

© Getty
Ann Peuteman

Volgens een studie van UGent@Work besteden Vlaamse leerkrachten een derde van hun werktijd aan administratie. Geldt dat ook voor de leerkrachten uit onze Leraarskamer?

‘Voor elk uur dat je lesgeeft, spendeer je minstens twee uur aan administratie’, klinkt het in De Leraarskamer van Knack. Nogal wat leden van ons vijftienkoppige onderwijspanel denken zelfs dat méér dan 33 procent van hun werktijd aan paperassen en praktische taken opgaat. Dat gaat van de agenda invullen, jaarplannen opmaken en het leerlingvolgsysteem aanvullen tot de voorbereiding van oudercontacten en het beantwoorden van de digitale berichten van ouders en leerlingen. Sommige van die tijdrovende taken vinden ze best nuttig, andere zijn in hun ogen totaal overbodig.

Volgens de leerkrachten is er in de loop der jaren alleen maar meer planlast bijgekomen. Dat veel administratief werk tegenwoordig digitaal gebeurt, heeft daar niets aan veranderd. Integendeel zelfs. Vroeger hadden leerkrachten niet alleen minder administratieve taken, ze konden die meestal ook in de klas afwerken. Vandaag nemen ze dat werk meestal mee naar huis. Dat ze er tijdens de lesuren niet meer aan toekomen, wijten ze vooral aan het feit dat hun job veel complexer is geworden. ‘De werkdruk is gestegen, maar de tijd om de administratieve rompslomp in orde te maken is niet mee geëvolueerd’, zegt leerlingenbegeleider Bjorn Rondags.

Volgens onze panelleden is het vooral door de regels die de overheid oplegt dat ze zoveel documenten moeten bijhouden en formulieren moeten invullen. Komt de onderwijsinspectie langs voor een doorlichting, dan moeten ze een uitgebreide administratie kunnen voorleggen. Het gevolg is dat zo goed als elke actie of beslissing moet worden gedocumenteerd. ‘Alle gesprekken worden genoteerd, van elke vergadering wordt een verslag gemaakt en er moet ook altijd wel een enquête worden ingevuld waar vervolgens niet veel mee gebeurt’, zegt geschiedenisleerkracht Saskia Boelens. Uit angst op de vingers te worden getikt gaan sommige directies daarin zelfs nog een stuk verder dan de overheid vraagt. Ook om zich zo goed mogelijk tegen – al dan niet juridische – betwistingen van ouders en leerlingen in te dekken. Het komt immers steeds vaker voor dat zij een evaluatie of sanctie aanvechten.

Niet alleen alle prestaties en vorderingen van hun leerlingen moeten leerkrachten om die reden uitgebreid documenteren, ook bij elke sanctie die ze opleggen komt tegenwoordig heel wat papierwerk (of Smartschoolwerk) kijken. ‘In onze school werken we met een systeem waarbij we de aanleiding, het verloop en de afloop van elk akkefietje moeten uitschrijven’, zegt leerkracht Aileen Debusscher. ‘Soms voelt het ontzettend overbodig om daar zo veel moeite in te steken.’ Als een leerling echt zwaar over de schreef gaat waardoor een sanctie moet worden opgelegd, kost dat leerkrachten nog veel meer tijd. Ze moeten dan onder meer kunnen aantonen dat ze de leerling in kwestie vooraf expliciet hebben gewaarschuwd dat er sancties konden volgen.

Een andere taak waar veel leerkrachten het nut niet van inzien, is het opstellen van jaarplannen. Elk schooljaar opnieuw moeten ze voor elke klas waaraan ze lesgeven zo’n plan maken. Daarin staat voor het hele schooljaar welke les wanneer is gepland en welke leerplandoelen ermee worden bereikt. ‘Dubbel werk’, noemen veel panelleden het. ‘Door het schooljaar heen investeren wij veel tijd in het plannen van onze lessen en het invullen van de agenda. Waarom moeten we ons dan ook nog eens dagenlang bezighouden met een plan voor een heel schooljaar?’ Vooral voor beginnende leerkrachten, die nog veel meer tijd aan lesvoorbereidingen spenderen, blijkt dat haast onbegonnen werk te zijn.

Niet alleen zorgt al die verplichte administratie voor veel meer werk, heel wat leerkrachten beschouwen het ook als een blijk van wantrouwen. Waarom eist de inspectie (of directie) anders een ellenlang papieren of digitaal spoor van iedere evaluatie en beslissing? ‘Wij kunnen heel goed inschatten wat het beste is voor onze leerlingen zonder dat allemaal tot in detail uit te schrijven’, klinkt het. ‘Wie de planlast kleiner wil maken, moet ons gewoon meer vertrouwen geven.’

Aileen Debusscher (leerkracht Nederlands en geschiedenis): ‘Het voelt alsof mijn kwaliteiten als leerkracht continu ter discussie worden gesteld. Het is niet voldoende dat ik oordeel dat een leerling een bepaalde doelstelling niet behaalt. Nee, ik moet kunnen aantonen hoe vaak ik hem daar op heb laten oefenen voor ik hem evalueerde. Daarnaast moet ik bewijzen dat ik de leerling in kwestie na die evaluatie genoeg feedback heb gegeven en dat ik hem genoeg remediëringskansen heb aangeboden.’

Zahia Ghamrane (leerkracht zesde leerjaar): ‘Ik vloek vaak op al dat administratieve werk, maar ondertussen is het ook wel een gewoonte geworden. Dus probeer ik door te bijten en te denken dat al die taken in verband met de opvolging van de kinderen toch wel zin hebben.’

Hans Verbrugghe (leerkracht Nederlands en geschiedenis): ‘Veel bekwame en enthousiaste kandidaten worden afgeschrikt doordat ze geconfronteerd worden met een administratieve reus die hen aan hun bureau kluistert met voorbereidingen, evaluaties, feedback op evaluaties, inhaalevaluaties, online klassenraden, het bijhouden van het leerlingvolgsysteem en het lezen en beantwoorden van berichten. Er komen ook almaar taken bij die onze job verzwaren. Telkens weer worden de lesopdrachten veranderd, de modernisering vraagt aanpassingen op het vlak van lesgeven en testen en de methodes veranderen om de haverklap.’

Trudo Herman (leerkracht vierde leerjaar): ‘Wat ook veel tijd kost, is het lezen en beantwoorden van berichten en e-mails van leerlingen, ouders, collega’s, werkgroepen, directieteam, CLB, centrale diensten, centra voor navormingen, cultuurcentra, externe instanties en organisaties, logopedisten, therapeuten en dokters.’

Saskia Van Lanckere (leerkracht maatschappelijke vorming en STEM): ‘In sommige klassen gebruik ik een cursus die door een uitgeverij is gemaakt. Bij elk deeltje staat duidelijk hoelang ik erover moet lesgeven zodat het hele schooljaar is ingepland. Toch moet ik die jaarplannen allemaal nog een keer manueel invoeren. Ik begrijp echt niet waarom dat niet gemakkelijker kan.’

Partner Content