Amir Bachrouri

‘De lat voor jongeren uit een kansarme omgeving mag níét lager worden gelegd, integendeel’

Amir Bachrouri Voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad

‘Ik begrijp de angst van de Korianderbrigade uit de multiculturele wijk die zijn kroost elders naar school stuurt’, schrijft Amir Bachrouri, voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad. Zijn column verschijnt tweewekelijks in Knack, afwisselend met de column van theatermaker Martha Balthazar.

Op een maandagvoormiddag wandel ik over de Antwerpse Berchemlei. Kinderen staan voor de Sint-Franciscusschool te popelen om hun klasgenoten terug te zien. Bij elke wandeling langs deze school moet ik glimlachen: ik word altijd even teruggevoerd naar mijn eigen tijd in het lagere onderwijs. Als product van een concentratieschool heb ik het, samen met mijn toenmalige klasgenoot Mohamed, tot op de universiteitsbanken geschopt. Wij, uitzonderingen op de regel. En cours de route haakten veel gewezen klasgenoten af. Sommigen kwamen in het watervalsysteem terecht, anderen werden meegezogen in de drugswereld, sommigen stopten helemaal met studeren. Dat is wrang, want het kán dus wel lukken.

De lat voor jongeren uit een kansarme omgeving mag níét lager worden gelegd, integendeel.

Uit een onderzoek van de KU Leuven uit 2019 blijkt dat leerlingen uit een concentratieschool voor wiskunde maar liefst vier schooljaren achterstand oplopen. Naast zulke typische vakken moet je op school ook andere vaardigheden zien op te pikken. De gangbare attitudes van de middenklassesamenleving leren lezen. Netwerken ontrafelen. Je voorbereiden op een leven in de samenleving, en niet alleen in je eigen buurt. De overstap naar nieuwe opleidingen en beroepen. Daarvoor is een gezonde sociale mix nodig.

Mijn lagere school had geen al te beste reputatie. Ik begrijp de angst dus van de Korianderbrigade die in een multiculturele wijk woont maar zijn kroost elders naar school stuurt. Want er zijn wel degelijk obstakels. Een aso-leerkracht uit een Molenbeekse concentratieschool vertelde me dat de verwachtingen systematisch lager waren voor die leerlingen. Dat het spreken van de thuistaal helaas al snel de norm werd. Dat sommige kansarme ouders eisten dat meerdaagse uitstappen uit het pedagogische project geschrapt zouden worden. ‘No pasarán’, zei ze vastberaden. En ze heeft gelijk. Ook op mijn lagere school was dat schering en inslag. De lat voor jongeren uit een kansarme omgeving mag níét lager worden gelegd, integendeel. Dat is precies wat mijn klasgenoten de das heeft omgedaan. Kansarmoede is juist een extra reden om versterkt te worden, om uitgedaagd en geprikkeld te worden. Om uit de thuiscontext gesleurd te worden en ondergedompeld te worden in een wereld vol romans, symfonieën en sonnetten.

Daarom is een initiatief als School In Zicht, dat van scholen weer echte buurtscholen maakt en korte metten maakt met de segregatie, zo waardevol. Het recht op een vrije schoolkeuze is heilig, en terecht. Maar wat met het recht om als kind een behoorlijke toekomst tegemoet te gaan, met de nodige bagage? Mag dat ook tellen?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content