OESO-rapport: België betaalt leerkrachten goed, maar ze staan minder voor de klas dan gemiddeld

© belga

België betaalt zijn leraars uitzonderlijk goed. Dat blijkt uit een OESO-rapport dat het onderwijssysteem in 35 landen vergelijkt. Daarentegen staan onze leerkrachten minder dan gemiddeld voor de klas.

In het rapport beschouwt de OESO België doorgaans als één geheel, ondanks de twee verschillende onderwijssystemen in het noorden en het zuiden. België geeft internationaal gezien bovengemiddeld veel geld uit aan onderwijs, zowel aan het leerplichtonderwijs als aan het hoger onderwijs. Bijna 6 procent van het BBP gaat naar de scholen. Onze leerkrachten worden dan ook goed betaald.

Van alle onderzochte landen staat België op de vijfde plaats wat betreft het salaris van de leraars. Enkel Slovenië, Zwitserland, Oostenrijk en Duitsland gaan de Vlaamse en de Franse gemeenschap vooraf. In de Vlaamse gemeenschap verdient een leerkracht even veel als het landelijke gemiddelde voor zijn opleidingsniveau, wat uitzonderlijk is. In Zweden en Griekenland bijvoorbeeld, is dat maar 80 procent. Ook de Franse gemeenschap scoort minder goed.

Het aantal uren dat onze leraren voor de klas staan is dan weer minder dan gemiddeld, met 700 uur per jaar. Het aantal uren voor de klas daalt naarmate de leeftijd van de scholieren stijgt. Wat onderwijsniveau betreft, zit België in de bovenste helft van de onderzochte landen. Iets minder dan de helft van 25- tot 34-jarigen heeft hoger onderwijs gevolgd, met een overwicht aan bachelors. De toplanden zijn Canada, Japan, Korea en Rusland, waar het percentage boven de 60 procent ligt.

In bijna alle OESO-landen zijn er meer hoogopgeleide vrouwen dan mannen, in België zowat een vijfde meer. Wereldwijd neemt het overwicht van vrouwen op mannen nog toe.

Een hoger diploma leidt in België tot een grotere kans op tewerkstelling, wat niet opgaat voor alle OESO-lidstaten. Van de 25- tot 34-jarigen met een bachelor is zowat 85 procent aan het werk. Voor een master stijgt dat tot bijna 90 procent en voor doctorandi ligt het nog enkele procentpunten hoger. In bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en Australië bieden bachelordiploma’s procentueel gezien een betere jobkans.

Het verschil in loon tussen iemand met een middelbaar diploma en iemand met een master is in België opvallend klein. In landen als de Verenigde Staten en Frankrijk verdient iemand met een masterdiploma makkelijk het dubbele. In België blijft dat beperkt tot ongeveer de helft meer. Het loonverschil tussen een bachelordiploma en een diploma middelbaar onderwijs is zelfs bijna nergens zo klein als in België.

Zoals bekend doen onze studenten er vrij lang over voor ze hun diploma halen aan universiteit of hogeschool. Iets minder dan een derde van de Vlaamse studenten werkt zijn studie af binnen de voorziene looptijd. Nog eens hetzelfde aantal doet dat in één tot drie jaar extra. De Franse gemeenschap scoort hier veel slechter, met slechts de helft van de studenten die zijn diploma haalt na de normale studietijd plus maximaal drie jaar.

Onderwijsbond COV betreurt dat weer indruk wordt gewekt dat leraar te weinig werkt

Het COV, de onderwijsvakbond voor het basisonderwijs, betreurt dat OESO-onderwijsexpert Dirk Van Damme met zijn uitspraken “alweer de indruk wekt dat een leraar te weinig werkt voor het loon dat hij krijgt”.

“Een Belgische leraar verdient goed, maar laat hem meer uren lesgeven”, zei onderwijsexpert Van Damme dinsdag aan VRT NWS in een commentaar bij het jongste OESO-rapport “Education at a glance 2019/ Onderwijs in een oogopslag 2019”.

Het COV breng het recente tijdsonderzoek in herinnering, dat in opdracht van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits werd uitgevoerd op vraag van de sociale partners. Leraren werken volgens dat onderzoek gemiddeld 41 uur en 30 minuten per week, gerekend over een heel kalenderjaar (vakantieperiodes inbegrepen). Ze werken niet alleen op school, maar ook thuis ’s avonds, in de weekends en tijdens de schoolvakanties. “Als we willen dat de leraar méér lesgeeft, dan zal, zeker in het basisonderwijs, ingezet moeten worden op bijkomende aanwervingen voor logistieke ondersteuning en het houden van toezichten”, schrijft het COV in een persmededeling. “Het is op die manier dat een leraar zich eindelijk meer zal kunnen bezig houden met zijn kerntaak.”

“De cijfers die de OESO in zijn rapport aanhaalt, zijn misleidend. De realiteit die hier in gemiddelden geschetst wordt, is niet de realiteit van het dagelijks werk van leraren in een Vlaamse school. Om de kwaliteit van ons onderwijs in de toekomst te kunnen verbeteren, hebben we een genuanceerder debat nodig”, zegt Marianne Coopman, algemeen secretaris van COV.

Partner Content