Oekraïners op de jobmarkt: ‘Werkgevers zijn bang dat we terugkeren als de oorlog stopt’

Galyna Kashuk. © Franky Verdickt

Van alle Oekraïense vluchtelingen in Vlaanderen tussen de 18 en de 65 jaar, vond nog maar 23 procent werk. ‘De taalbarrière maakt het moeilijk. Ik zie velen de moed verliezen.’

Ik woonde in Zaporizja, op een halfuur rijden van de kerncentrale. Toen de oorlog uitbrak, ben ik met mijn moeder en veertienjarige dochter gevlucht. België was een logische keuze: ik heb hier tussen 2012 en 2018 gewoond omdat ik toen getrouwd was met een Belg.

In Oekraïne werkte ik als huisarts, maar hier moest ik eerst nog een artsenvisum en Riziv-nummer krijgen. Gelukkig kon ik al snel in het UZ Gent aan de slag. Aanvankelijk als tolk voor patiënten die enkel Oekraïens of Russisch spreken. Een mooie kans, maar ik blijf natuurlijk een dokter: tijdens vertalingen moest ik de drang onderdrukken om zélf medisch advies te geven. (lacht) Sinds januari is alle administratie in orde en kan ik als arts werken.

Maksym Holubosh. © Franky Verdickt

Voor veel landgenoten is het moeilijk om hier werk te vinden. Hun verwachtingen zijn vaak hoog: ze hadden in Oekraïne een goede job en willen hier hetzelfde. Mijn moeder, die al 63 is, was vroeger leerkracht. Nu werkt ze als poetshulp. Dat is fysiek zwaar, maar ze is heel blij dat ze niet afhankelijk is van een leefloon.

Toen ik in België arriveerde, stuurde ik meteen mijn cv naar verschillende bedrijven. Ik had ervaring als lasser en er waren veel vacatures, maar toch was het niet eenvoudig. Vaak kreeg ik niet eens een antwoord. En als dat wel zo was, bleek de taalbarrière vaak een probleem. Veel bedrijven nemen enkel mensen aan die de taal goed spreken. Ik kan intussen een mondje Nederlands, maar perfect spreek ik het zeker nog niet. (lacht) Daarnaast zijn veel werkgevers ongerust dat Oekraïners zullen terugkeren wanneer de oorlog stopt, waardoor ze liever niet in hen investeren.

Uiteindelijk stapte ik naar het interimbureau Accent, waar ze een speciale afdeling hebben voor buitenlanders. Via hen kwam ik bij Teblick terecht, waar ik nu werk als kunststoflasser. Er werken mensen van veel verschillende nationaliteiten in het Antwerpse bedrijf, waardoor ik me er echt welkom voel. Mijn zoontje van 2,5 gaat sinds kort ook naar school en mijn vrouw is net als ik Nederlands aan het leren. Als alles goed gaat, willen we heel graag in België blijven.

Hanna Boiko. © Franky Verdickt

Ik kom uit Kiev, waar ik geschiedenis studeerde en voor een internationale hulporganisatie heb gewerkt, onder meer in de Donetsk-regio. Toen de oorlog uitbrak, verbleef ik in Polen voor een opleiding aan het Europacollege. Ik ben toen onmiddellijk naar de Oekraïense grens getrokken om landgenoten te helpen. Als kind droomde ik ervan om op humanitaire missies te gaan. Maar nu ik van dichtbij heb gezien wat oorlog betekent, besef ik dat mijn beeld veel te geromantiseerd was. Het is ontzettend zwaar, zowel mentaal als fysiek.

Toen ik in juni afstudeerde, besloot ik naar België te vluchten. Ik spreek Engels en een beetje Frans en wist dat mijn diploma hier erkend zou worden. Na een week had ik al een job bij de ngo Ciré. Ik werk aan een project dat Oekraïense vluchtelingen helpt om zich te integreren. Werk vinden is voor velen heel moeilijk, zeker door de taalbarrière. Ik zie heel wat mensen de moed verliezen. Door mijn verhaal te doen, hoop ik lotgenoten een hart onder de riem te steken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content