Walter De Smedt

‘Noch Bourgeois, noch Tobback kan iets worden verweten’

Walter De Smedt Strafrechter op rust, enige Belg die ooit zowel lid was van het Comité P als het Comité I

Walter De Smedt, strafrechter op rust, vindt dat de maatschappelijke slinger uit evenwicht is. Hij verwijt Geert Bourgeois, de Vlaams minister-president die naast zijn loon ook een pensioen als voormalig schepen ontvangt, en Louis Tobback, de burgemeester van Leuven die naast zijn loon ook een parlementair pensioen ontvangt, niets.

Het is als een heksenjacht geworden: welke politieker trekt welke vergoeding voor welke prestatie? Als je er dan ook nog een bekende naam kan op plakken, kan je er in de media mee terecht.

Noch Bourgeois, noch Tobback kan iets worden verweten.

Dat is nu het geval met de Leuvense burgemeester Louis Tobback. Vlaamse media vinden het nodig te melden dat hij boven zijn loon als burgemeester ook een pensioen als voormalig parlementslid (1974 – 1991) ontvangt. Welke waarde deze melding heeft, wordt in de kennisgeving zelf aangegeven: er is wettelijk geen probleem, maar de situatie is wel lastig voor S.PA-voorzitter John Crombez…

Lastig?

Hoezo? Waarom is de situatie lastig en voor wie? Want dat is toch de aanleiding van de speurtocht naar misbruiken van publiek geld door ambtenaren en politiekers?

Wie het bericht over Louis Tobback leest, denkt vast en zeker dat man wat onbehoorlijks deed, dat ook hij in de vetpot graait. Er wordt immers niet vermeld dat voor de pensioenen die hij ontvangt, hij ook vele jaren heeft gewerkt.

Zo heeft hij er bovendien ook zelf geld voor afgestaan. Als je van een overheidsdienst een wedde ontvangt, wordt daar aan de bron al snel de helft van afgehouden. Waar gaat dat geld, de helft van wat je verdient, heen? Van dit ‘uitgesteld loon’ krijg je als je de pensioenleeftijd bereikt een fractie terug. Als je lang genoeg leeft, kan dat een goede zaak zijn. Maar veelal is er een verschil tussen wat je opbouwt en wat je later terug zal krijgen. Dat niet uitgekeerde saldo heeft een goede bestaansreden en geeft ons speelruimte voor solidariteit met wie onvoldoende heeft kunnen afdragen. ‘Niets mis mee’ klopt dus niet, ‘behoorlijk’ is beter geschikt.

Partijvoorzitter

Laten we het hebben over de uitspraak van SP.A-partijvoorzitter John Crombez in Terzake. Hij wees erop dat Geert Bourgeois naast zijn wedde als Vlaams minister-president ook een pensioen als schepen ontvangt.

Maar er werd een zinnetje aan toegevoegd: ‘dat hij naast zijn tienduizend euro per maand nog eens duizend euro belastinggeld krijgt’. Door een dergelijke omschrijving geef je de indruk dat er wat onbehoorlijks vervat zit in het gegeven, dat er gegraaid wordt.

Dat dat ‘belastinggeld’ niets anders is dan een deel van het loon afgehouden aan de bron om er achteraf een pensioen mee te kunnen betalen, is een meer correcte omschrijving – al helpt ze je niet aan aandacht in de media.

Slinger

Schandalen hebben het voordeel dat wat onbehoorlijk is de openbare opinie bereikt. In het beste geval wordt er ook wat gedaan om verandering te bewerkstelligen.

Maar schandalen bevatten een niet te onderschatten gevaar. Want wie denkt te profiteren, moet opletten niet zelf onderuit te gaan.

Eens de maatschappelijke slinger in beweging is, zal die steeds te ver doorslaan alvorens weer in evenwicht te komen. Dat is hier duidelijk het geval. Noch de heer Bourgeois, noch de heer Tobback kan iets worden verweten.

Veranderen

Moet er, ongeacht of er al dan niet wat mis mee is, iets aan de situatie veranderd worden? Wie krijgt wat? Welk pensioen is aanvaardbaar? Kan je cumuleren? Dit zijn allemaal vragen die een voorafgaand debat vergen.

Er is niets mis mee te krijgen waar je recht op hebt.

In een dergelijk debat staan twee vragen centraal. Moet je zelf voor je pensieon zorgen door te sparen of spaart de overheid door een deel van je loon in te houden? Is de overheid gezien de vergrijzing nog in staat om het pensioen te betalen?

Je kan beweren dat iedereen met zijn centen kan doen wat hij of zij wil: sparen of opdoen. Aan de andere kant is er het verhaal van de krekel en de mier: wat deed je toen de zon nog straalde en ik mijn voorraad binnen haalde? Solidariteit heet dat, solidariteit omdat niet iedereen in staat is voor zichzelf te zorgen en niet iedereen dezelfde kansen krijgt.

Moeten wij afstand doen van één van de belangrijkste naoorlogse verworvenheden, de solidariteit van de sterkere met de zwakkere? Het is deze vraag waarop politici in de media surfen in pogingen om concurrenten in een slecht daglicht te plaatsen. Als je er dan meteen ook een kopstuk van de naoorlogse solidariteit kan bij betrekken, is dat gemakkelijk meegenomen.

Maar behoorlijk is het niet. Er is niets mis mee te krijgen waar je recht op hebt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content