Fernand Keuleneer

Nieuwkomersverklaring: ‘Dat kabbelt verder en verder en verder, maar onschuldig is het niet’

Fernand Keuleneer Advocaat bij de balie in Brussel

Advocaat Fernand Keuleneer is niet onder de indruk van de nieuwkomersverklaring van Theo Francken: ‘Een opstelletje in Bargoens-Vlaams’. Maar onschuldig is het allemaal niet, waarschuwt hij. ‘Zo’n papiertje vervangt geen immigratiepolitiek.’

Ons land heeft een nieuw ‘unicum in Europa’: de ‘nieuwkomersverklaring’. Een verklaring te ondertekenen door sommige vreemdelingen (asielaanvragers niet?) die voor langere tijd op Belgisch grondgebied wensen te verblijven. De tekst is ondertussen openbaar, maar er moet nog een wetswijziging volgen, en dus in principe ook een parlementair debat.

Nieuwkomersverklaring: ‘Dat kabbelt verder en verder en verder, maar onschuldig is het niet’

Immigratiepolitiek voeren door te doen alsof, of – erger nog: te geloven, dat immigratieproblemen het gevolg zijn van de onwil of vermeende bekrompenheid van individuele migranten, en opgelost worden wanneer eenieder zijn geloof belijdt in een soort links-liberale religie, lijkt me naïef. Maar zelfs los van de vraag of het al dan niet a cunning plan is om zo’n verklaring te laten ondertekenen, en zelfs als je voorstander zou zijn van een dergelijke verklaring, kan de voorliggende tekst echt niet door de beugel.

‘Het is het soort document dat je van een stagiaire als (erg) begripvol stagemeester tweemaal aanvaardt, maar geen derde maal.’

We gaan er even aan voorbij dat wat hier moet doorgaan voor Nederlands in feite bargoens is, erger dan verkavelingsvlaams (ik houd mijn hart vast voor de aangekondigde vertalingen), dat de structuur niet coherent is, dat sommige passages onduidelijk en multi-interpreteerbaar zijn. Kortom, het is het soort document dat je van een stagiaire als (erg) begripvol stagemeester tweemaal aanvaardt, maar geen derde maal. De bezwaren reiken echter dieper.

De nieuwkomersverklaring is een juridisch document, opgesteld in het kader van een wet en een koninklijk besluit. Het doel van de tekst zijn afdwingbare verbintenissen en rechtsgevolgen. Bovendien is de tekst opgenomen in een juridische procedure. Rechten kunnen erdoor worden toegekend of ingetrokken. Wat de impact van het ondertekenen van de tekst niet gering maakt. En dus is precisie op zijn plaats.

Hoe leef je vrijheden na?

Wat dat betreft loopt het al van bij het begin van de tekst fout. En dan ga ik nog voorbij aan de pseudo-intellectuele, aanmatigende verwijzing naar een eventuele, mogelijkerwijze problematische ‘andere culturele achtergrond’ in het geval van een individuele ondertekenaar over wie men helemaal niets weet.

We lezen: ‘Om in vrede en veiligheid samen te leven is het belangrijk dat u te kennen geeft rechten, juridische beslissingen, plichten, vrijheden en waarden te erkennen en dat u zich bereid verklaart om ze na te leven.’

Dat nieuwkomers, en trouwens ook alle anderen, dwingende wetgeving moeten naleven, spreekt voor zich. Maar juridische verplichtingen op hetzelfde niveau plaatsen als ‘vrijheden’ en ‘waarden’ is behalve erg onduidelijk ook erg nieuw. Want vrijheden en waarden, hoe ‘leef je die na’? Toch maar door de wettelijke verplichtingen na te leven die daaruit voortvloeien? Hoe bewijs je dat anders? Het bewijs van die naleving lijkt te schuilen in het (juridisch bindend) engagement om zich in de samenleving te integreren (sic) en ‘er op actieve wijze aan (te) zullen deelnemen’.

‘Je hebt geen recht op vrijheden, je hebt vrijheden. En daaruit vloeien rechten voort.’

Kinderen moet men zodanig opvoeden dat ze ‘actieve burgers worden van de samenleving’. Ik weet niet wat zo’n fluffy talk concreet betekent en welke verplichtingen dit mij zou opleggen. Het lijkt wel op een soort Jugendweihe, vele van onze oosterburen tot niet zolang geleden niet onbekend.

Komen er vervolgens 4 (vier) fundamentele vrijheden, die in de grondwet vervat zouden liggen. ‘Iedereen (heeft) recht op de fundamentele vrijheden’ staat er. Ook al merkwaardig. Je hebt geen recht op vrijheden, je hebt vrijheden. En daaruit vloeien rechten voort. Jogchum Vrielink, discriminatiespecialist van de KUL, wees er in De Standaard al op dat deze selectie willekeurig is, en dat deze vrijheden niet allemaal in de grondwet vervat liggen.

Maar er is erger. De omschrijving en duiding van de opgesomde vrijheden zijn bovendien een erg politiek-ideologisch gekleurde interpretatie van de constitutionele bepalingen. Zo wordt vrijheid van vereniging als volgt omschreven: ‘Niemand kan in dit land gedwongen worden om deel uit te maken van een vereniging of géén deel uit te maken van een vereniging.’ Dat is helemaal geen correcte samenvatting van de Belgisch-constitutionele verenigingsvrijheid. De vrijheid van vereniging houdt in dat eenieder samen met anderen verenigingen mag vormen en oprichten, en dat die binnen het kader van de wet vrij en autonoom mogen functioneren.

‘Het is bekend dat de institutionele vrijheid en autonomie steeds meer moeten wijken voor allerlei nieuwsoortige, uitgevonden subjectieve individuele rechten.’

Dit is een institutionele vrijheid, voorafgaand aan de individuele subjectieve rechten die eruit voortvloeien zoals deelnemen of niet-deelnemen aan verenigingen, en die het deelnemen of niet-deelnemen ver overstijgt. Dat hoeven nieuwkomers blijkbaar niet te weten.

Het is bekend dat de institutionele vrijheid en autonomie steeds meer moeten wijken voor allerlei nieuwsoortige, uitgevonden subjectieve individuele rechten. Is het vergezocht om in de tendentieuze omschrijving van de verenigingsvrijheid (vrijheid om aan te sluiten of niet) een poging te zien om de vrijheid van vereniging te herschrijven, en de autonomie van de vrije vereniging te beknotten, zonder daartoe de geëigende constitutionele procedures na te leven? De nieuwkomersverklaring als grondwettelijke interpretatie. ‘Het staat zo toch in de nieuwkomersverklaring, meneer, die legt het toch uit zoals het is.’

Maagdelijke geboorte

In het bargoens-Vlaams dat in dit document gehanteerd wordt, leren we verder dat twee vrouwen of twee mannen met mekaar kunnen trouwen en samen kinderen kunnen ‘grootbrengen’ (sic). Maar in het Frans staat er: ‘Deux femmes ou deux hommes peuvent avoir des enfants ensemble.’ Samen kinderen krijgen. Volgens de versie in het Frans moeten nieuwkomers dus surrogaat- en draagmoederschap aanvaarden. Zulks zou ondertussen (via maagdelijke geboorte?) een – mij onbekende – fundamentele vrijheid geworden zijn.

Dat is misschien wel wat de auteurs graag zouden gerealiseerd zien, en dat is hun goed recht, maar vooralsnog is de wetgeving niet in deze zin aangepast. En bestaat dus die fundamentele vrijheid die nieuwkomers dienen te respecteren, erkennen, dan wel actief na te leven of te aanvaarden (wat het ook is dat de nieuwkomers met de vrijheden moeten aanvangen), in onze rechtsorde helemaal niet.

‘Bij elke zin zijn fundamentele opmerkingen te formuleren.’

En hoe dan ook rijst er een probleem voor de Mexicaanse bouwvakker, de Filipijnse verpleegster of de Congolese advocaat die – horresco referens – tegen de figuur van het gelijkgeslachtelijk huwelijk gekant zouden zijn. Mogen zij die mening uiten? Mogen zij deelnemen aan een betoging voor een wetswijziging ter zake? Dat is lang niet duidelijk, en waarschijnlijk zelfs niet zo, want ze hebben er zich op straffe van sancties toe verbonden om deze verzonnen ‘fundamentele vrijheden’ te aanvaarden. Betogen voor winkelopening op zondag zal wel mogen, maar betogen voor de afschaffing van een nieuwe en pas onderschreven ‘fundamentele vrijheid’? Wie zou het risico willen lopen er zijn verblijfsvergunning door te verliezen.

En zo kabbelt dit opstelletje verder en verder en verder. Bij elke zin zijn fundamentele opmerkingen te formuleren. Indien de opstellers van de tekst niet precies kunnen zijn, moeten ze er maar een louter morele en aspirationele verklaring van maken, of een verklaring met een buitenjuridisch statuut, in een buitenjuridische procedure, en zonder juridisch controleerbare gevolgen.

Onschuldig is het allemaal niet. Het schiet zijn doel voorbij, want zo’n papiertje vervangt geen immigratiepolitiek. En het lijkt vooral een poging om langs de achterdeur een ideologisch programma binnen te smokkelen. Overigens is er, hoop ik, toch al een extra budget voor juridische bijstand voorzien voor de uitleg en de interpretatie van dit opstel? En voor de verdediging bij betwisting over de naleving ervan? Proost, confraters!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content