Nieuwjaarsreceptie SP.A: Over camaraderie, de havik in Crombez en het oud debat van het basisinkomen

Hoe was het nieuwjaarsfeestje echt, waar wringt het? Politiek journalist van VTM Jan De Meulemeester zocht het uit voor Knack.be.

We bezoeken de grote politieke nieuwjaarsrecepties. We willen weten wat de politieke boodschap is, maar ook hoe de partij in haar vel zit. We spreken met mandatarissen van hoog tot laag, maar ook met militanten. Wie valt onverwacht of plots ook op naast de evidente toppers, wie is op dit jaarlijks feestje van de voorzitter, een nieuwe spreekwoordelijke Robin naast de Batman? Een nieuwe held? En waar wringt het schoentje, waar zit het kiezelsteentje, de dissonant, de dissident: we zoeken in het feestgedruis naar de valse noten.

Alles went, ook oppositie voeren

‘Er is weer camaraderie!’ klonk het in een reportage op VTM Nieuws. Hoe lang is het geleden dat een socialistisch parlementslid zoiets zei over haar partij? Sfeer en gezelligheid scoren op deze nieuwjaarsreceptie veel hoger dan vorig jaar. Indertijd moest nog een nieuwe voorzitter gekozen worden en werd de zetelende Bruno Tobback met alle zonden van Israël beladen. Die nare bladzijde is nu omgedraaid. De militanten zijn ondertussen ook wat bekomen van het kiesresultaat en de greep naar de macht van de N-VA. SP.A heeft haar wonden gelikt. Alles went, ook oppositie: soms zelfs plezant, voor de nieuwe boegbeelden althans, die zich nu ten volle kunnen profileren.

Zaal stuurboord op de Antwerpse Kaaien, met zicht op de Schelde. Het is 11 uur, nogal vroeg voor alcohol, maar wie binnenkomt krijgt in de ene hand een glas schuimwijn toegestopt, en met de andere hand is het handjes schudden met John Crombez, die bij de ingang iedereen persoonlijk wil begroeten. John, iedereen kijkt naar John, de nieuwe held van de SP.A. Hij is zeven maanden voorzitter en de emanatie geworden van vele linkse dromen.

De militanten zijn trots, nadat Crombez de week voorheen met N-VA-voorzitter Bart De Wever in debat ging op de Zevende Dag. Er werd daags nadien ook uitgebreid over gesproken op het partijbureau. Hij heeft dat goed gedaan, klinkt het, en dat is belangrijk want ‘er is nu het gevoel dat wij als enige partij iemand hebben die verbaal tegen BDW op kan’ zegt een parlementslid. Crombez is er volgens hen in geslaagd om De Wever meteen in een hoek te duwen waar die zich moeilijk kon verweren, over energieprijzen.

De Toespraak

De speech is kort. Amper drie A-viertjes, of ter vergelijking: 780 woorden, en die van CD&V-voorzitter Wouter Beke vorige week was met 1540 woorden dubbel zo lang. ‘Leden komen niet voor een uitgebreide toespraak’ zegt een medewerker van de partijtop, ‘ze willen vooral met elkaar babbelen.’ Het moet ook een positieve speech zijn. Geen litanie vol gesakker, maar kort uithalen naar de meerderheid, en dan vooral Crombez’ nieuwe voorstellen in de kijker zetten: een basisloon voor iedereen die bereid is te werken, en meer tijd voor mensen door de 30-urige werkweek.

De communicatiestijl van John Crombez is sinds kort meer gebald en vinnig, wat ook al bleek uit recente interviews op radio en televisie. Tijdens het groot voorzittersdebat aan de Gentse universiteit in oktober, heeft Crombez ondervonden dat de verbale tactiek die hij tot dan toe hanteerde niet meer werkt in het voorzitterschap. De academicus, kabinetchef of staatssecretaris van voorheen kon tegenstanders om de oren slaan met cijferreeksen en lange redeneringen. Meestal met het oog op gevoerd beleid. Maar in een beladen ideologisch debat op topniveau hield hij daarmee als grootste Vlaamse oppositieleider geen stand. Zijn focus ligt ondertussen meer op de zuiver politieke toets, weg van de cijfers, richting de gevatte idee, vaak ook offensief, in de contramine. Niet de duif, maar de havik: het sloganeske loert dan wel om de hoek. Maar dat is bij andere voorzitters niet anders.

De Robin

Stephanie Van Houtven, de ondervoorzitter van Sp.a. In de aanloop van zijn voorzitterscampagne is Crombez haar met een groep medewerkers gaan scouten op een bijeenkomst in een café in Borgerhout, waar ze districtsschepen en ondertussen -burgemeester is. Ze werd zijn running mate en is hier vandaag de sidekick van dienst. Met Borgerhout zit ze in een coalitie met Groen en PVDA aan het stuur van het zogenaamde ‘rode eiland’ middenin de stad van Bart De Wever. Het district heeft amper 2 miljoen euro aan werkings- en investeringsmiddelen, maar het is vooral de symboliek die hier telt: het kleine, grote verzet. Als Crombez effectief nieuwe gezichten wil, kan zij in ’18 of ’19 in stelling worden gebracht tegen de buitenwacht – tegen N-VA, maar moeilijker: dan ook en vooral tegen haar huidige partners Groen en PVDA.

Samen met de ondervoorzitter zijn het de leden van de nieuwe SP.A-garde die op deze receptie grote sier maken. Het zijn zij die worden aangeklampt en aangemoedigd, en het is met hen dat de selfies gemaakt worden door de hippe jonge militanten. De oude bekende boegbeelden zijn opvallend afwezig, of er is voor gezorgd dat ze niet opvallen, door ze niet mee het podium op te hijsen. Het personeelsbeleid van Crombez begon deze zomer dan ook meteen vrij ingrijpend, door her en der een nieuwe lichting te promoveren. Dat kristalliseert nu langzaam maar zeker uit. Ze zijn Crombez daar ook dankbaar voor, en hondstrouw.

‘Het is de schuld van de socialisten’ is daardoor een verwijt dat bij de SP.A stilaan op een koude steen valt. De meeste nieuwe kopstukken hebben al langer ervaring in parlementen of partijcenakels, maar zij zijn niet de ministers of boegbeelden van weleer. ‘Minstens in de perceptie is dat belangrijk’ zegt zo’n nieuweling, ‘want wij belichamen het verleden niet.’

De Kiezelsteen

‘De SP.A is nog steeds een ‘regentenpartij” klaagt een parlementslid. Een kwarteeuw op alle niveaus mee besturen zit nog onder het vel. Wat een compromis is, noemen ze hier een idee. Crombez wil de inhoudelijke bakens verzetten met het basisloon. Maar hoeveel bedraagt dat basisloon? Dat wil hij niet berekend en gezegd hebben, hij wil louter ‘het debat openen.’ Dat is zeer voorzichtig. Als hij er een concreet richtbedrag had aan verbonden – een ‘iedereen heeft recht op 1.200 euro’ – dan zou het voorstel meer impact hebben. En dan zou er wel een maatschappelijk debat zijn. Wat dus nu niet het geval is.

Het basisloon- of -inkomen is ook een oud debat. Daarom niet belegen, maar verre van verrassend. En wat is het fundamentele verschil tussen dit debat, en dat van de liberalen van de Open VLD, die in december nog gestemd hebben voor het van Vivant geërfde basisinkomen als “interessant idee dat moet onderzocht en berekend worden”?

‘Mensen die bang zijn, zijn niet solidair’ concludeert een voormalig minister over de peilingen, die voor de SP.A doorgaans een status quo betekenen: de vrees zit erin dat de vluchtelingenkwestie en de terreurdreiging veel Vlamingen richting rechts jagen. Maar omgekeerd: wat is het verschil tussen het huidige beleid ter zake en de socialistische antwoorden erop? Concurrent Groen kan op de asielkwestie losgehen, maar SP.A moet/wil er meer gemodereerd in zijn. ‘Theo Francken is een goede staatssecretaris’ hoor je ook hier. Misschien zou een socialistische minister net hetzelfde doen als Francken. Louter de communicatiestijl over het beleid – door hemzelf, en vooral door zijn partij N-VA en haar voorzitter – maakt dan het verschil. De socialisten spreken vaak over arm en rijk. Dat kan een irreële tweespalt scheppen in de samenleving. Een wij en een zij en dat verhindert solidariteit. Los van schrijnende armoede: wie ervaart zijn eigen status als ‘arm’? Daar staat vaak zelfrespect tussen: een kwetsbare middenklasser kan trots zijn op wat hij eigenhandig heeft opgebouwd. Die stemt misschien zelfs N-VA, omdat hij vindt dat hij er keihard voor gewerkt heeft, en bang is het aan een ander te verliezen. De grote groep ‘arbeiders’ zien we trouwens ook niet op dit feestje, verre van. En veel allochtonen evenmin, terwijl net dáár de schrijnende armoede geconcentreerd zit.

Crombez zorgt wat dat betreft voor een ommekeer: hij probeert het centrum aan te spreken, en dat naar links te bewegen. Door te verwijzen naar de vele ouderen, die met een loodzware rusthuisfactuur kampen. Door te spreken over alle jongeren die na hun schooltijd een groot risico lopen op werkloosheid. Door het te hebben over ‘vermaatschappelijking van de zorg’ wat er op neer kan komen dat we meer onze plan zullen moeten trekken. Narigheden en levensfases die elke middenklasser overkomen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content