Jean-Marie Dedecker (LDD)

Nieuwjaarsbrief aan een verloren zoon, prins Laurent

Jean-Marie Dedecker wil op deze eerste dag van het jaar prins Laurent een hart onder de prinselijke riem steken na zijn annus horribilis. ‘De prins moet zichzelf opnieuw uitvinden.’

Monseigneur,

Sta me toe u te tutoyeren. Het bekt beter en het is vooral warmer in de omgang. Ik ken je nog van de tijd dat we samen in de Senaat zetelden, ik als verkozene des volks, jij van rechtswege. Zetelen is eigenlijk een veralgemening. Je bent amper één zitting komen opdagen om je inauguratierede bij je eedaflegging te komen voorlezen. Het ging over je ecologische zielenroerselen, uitgeschreven door je mentor professor Rik Van Aerschot. Samen met vele anderen heb ik er niets van begrepen, maar – naar verluidt – jij toen ook niet.

Nieuwjaarsbrief aan een verloren zoon, prins Laurent

Ik schrijf je dit kattenbelletje om je een hart onder de prinselijke riem te steken na dit annus horribilis als verloren zoon in het Lakens gesubsidieerd poesjenellentheater. Het koninklijk gezinsverband is niet altijd de meest geschikte schoot om mensen van kwaliteit voort te brengen. Ook bij de Saksen-Coburgs is het zaad wel eens op de rotsen gevallen. Maar je ouders kun je niet kiezen, vraag het maar aan je halfzus Delphine, het product van sibillijnse zijsprongen en een libertijnse koninklijke levenswijze. Voor je het weet, wil ze ook nog erven. Ni vu, ni connu. De monarchie is het absolute symbool van maatschappelijke ongelijkheid en wettelijke discriminatie. Je broer heeft de ratrace van de spermatozoïden naar het koninklijk kroontje gewonnen en jij bent veroordeeld tot een schaduwbestaan. Prins woef, zwerfhond aan een gouden halsketting. Je ademt frustratie en agressie in koninklijk Disneyland.

Ik zag je wegduiken op de trappen van de Sint-Michielskathedraal voor het Te Deum van 15 november. Begrijpelijk. De gemiddelde Coburgklant heeft het IQ van een halve krop sla en wuift toch naar alles wat beweegt, en van een kus van je moeder zouden mijn lippen ook bevriezen. Je zat er ook al wat verweesd en beduusd bij op 21 juli. Ik heb er echter alle begrip voor dat je je bij elk militair defilé zelf in de arm moet knijpen om wakker te blijven. Van de ondraaglijke lichtheid van het droogkloterig adellijk bestaan krijg je al vlug een bore-out, de welvaartskwaal van nihilisme. Je gaf verstek op het kerstconcert van je broer Filip. Eerder een stijve verzameling van hoogwaardige kneuzen in krijtstrepen en opgedirkte mutsen in cocktailjurkjes die de laatste outfit van je schoonzus kwamen keuren dan verstokte melomanen, m’a-tu-vus met de uitstraling van een doos kerstballen op zoek naar paleisroddels. Er zijn inderdaad veiligere plaatsen om weg te soezen bij een strijkje en een tokkeltje.

Je ouders kun je niet kiezen, vraag het maar aan je halfzus Delphine, het product van sibillijnse zijsprongen en een libertijnse koninklijke levenswijze.

Je hebt evenveel lak aan protocol als een vegetariër aan een boterham met reuzel en spek. Heerlijk. Je durfde vorige maandag op de opening van het nationaal kampioenschap van vogelliefhebbers kwetteren dat je gevederde vrienden vrijuit moeten kunnen vliegen en dat ze niet thuis horen in een kooitje. Dit is voor de vogelaars even erg als vloeken in de charismatische kerk van wijlen tante Fabi en nonkel Bo. Kaviaaranarchist tot in de kist. Ik hou van je zachte vorm van rebellie, zoals het scheuren op de koninklijke oprijlaan van het Lakense paleis in je zwarte Ferrari met het steigerende paardje op de motorkap. Een echte dierenvriend met de ecologische voetafdruk van een kudde hengsten en een opgestoken middenvinger naar de Lakense lakeien. Soms maakte je er een financiële beestenboel van, maar de Zeemacht betaalde toen de rekening met een valse facturencarrousel en mestte je stal uit.

Tot overmaat van ramp ligt je ecologisch duurzaamheidsimperium ook op apegapen. GRECT, KINT, GSDT, REH, REC Arlon 67, CERBUX en andere subsidieslurpers zijn enkel nog hondenbrokken in je failliete eco-kennel. Als je de waarde niet kent van iets, ken je er zeker de prijs niet van.

Het gat in je hand speelde je al meerdere keren parten. Behalve Père Gilbert die in het muffe paleis voor rock-‘n-roll zorgde, bestond je kennissenkring uit een dubieus profitariaat. Je deed aan bosbouw in het Libische Tripoli met Khadaffi’s zoontje, speelde Kuifje in Congo met Georges Forrest, je ging op visite bij president Ali Bongo in Gabon en je bezocht petroleumboeren in Luanda met Sindika Dokolo, schoonzoon van de Angolese dictator José Eduardo Dos Santos. Kortom, een dubieus diplomatiek lucratief circuit.

Er is niets oneerbaars aan werken om de kost te verdienen, net zoals alle prinsen in de Europese vorstenhuizen, op de kroonprins na.

Je ontmoeting met de president van Sri Lanka schoot de regering ook in het verkeerde keelgat. Nu moet je ook nog je mond houden, uitkijken waar je een boompje plant of een stekje bewatert en vooral afmeten met wie je praat, of premier Charles Michel draait de geldkraan dicht. Hij heeft nochtans even veel geluk als jij dat zijn vader voor hem geboren is. Elk woord dat je uitspreekt ligt op een bananenschil. Daarenboven moet je je ook nog met bonnetjes en reçuutjes verantwoorden voor je bestaan als lintjesknipper. Niettegenstaande dat je je prinselijke taken kunt samenvatten op de rug van een naamkaartje wordt het je allemaal te veel. Logisch, voor een jaarlijkse dotatie van 303.000 euro van de belastingbetaler zou ik me ook niet zo hard uitsloven. Maar laat je toch niet muilkorven voor een marionettenbaantje.

Monseigneur, ik heb met je te doen. Ik neem de vrijheid om je een uitje aan te raden in het vervallen stulpje van je Compagnie des Eoliennes op het Siciliaanse eiland Panarea. Ver weg van de poppenkast voor volwassenen en de door ons betaalde folklore, zodat je je realiseert dat je in dit eenmalige leven veel te lang met volstrekt zinloze dingen bezig bent geweest. Even op adem komen onder de flanken van de Stromboli, om dan bij thuiskomst afstand te doen van je riant kindergeld. Je dotatie kan afgebouwd worden in functie van een inburgerings- en een inlevingscursus. Eigenwaarde is belangrijker dan de prinselijke bedelstaf. Anders blijft het jeuken tot je volgende depressie. Er is niets oneerbaars aan werken om de kost te verdienen, net zoals alle prinsen in de Europese vorstenhuizen, op de kroonprins na. Kerstmis en nieuwjaar zijn de tijden van wedergeboorte, niets mooier dan je zelf opnieuw uit te vinden.

Een gelukkig nieuwjaar en een nachtzoen voor Claire vanwege je troonknaagkever.

Partner Content