‘Niet iedereen moet werknemer zijn’

‘In plaats van flexibele tewerkstelling en digitale werkplatformen te verbieden, moeten we ze omarmen en mee vorm geven. Anders lopen we groei mis, ontzeggen we veel mensen laagdrempelige toegang tot de arbeidsmarkt en fnuiken we innovatie’, schrijven Egbert Lachaert en Tania De Jonge van Open VLD.

Digitale platformen zoals de taxidienst Uber en maaltijdbezorger Deliveroo staan opnieuw in het middelpunt van de belangstelling. Conservatieven zouden deze vormen van flexibele arbeid liefst botweg verbieden. Maar onze economie is fundamenteel veranderd. Pakjes, eten of een taxirit bestellen via de app zijn helemaal ingeburgerd bij de consument. Die klok draai je niet terug.

In dat opzicht is de uitspraak van de Brusselse arbeidsrechtbank van vorige week zeer belangrijk. Die oordeelde dat de fietskoeriers van Deliveroo géén werknemers zijn. Zowel het platform als de fietskoeriers zelf hadden immers niet de bedoeling om een werkgever-werknemer relatie aan te gaan op het moment dat ze in het systeem stapten. Bovendien kiezen koeriers wanneer en hoe lang ze werken. Er worden hen geen uren opgelegd. Ze bepalen zelf om een opdracht al dan niet te aanvaarden of hoe ze hun werk invullen. Politici, vakbonden en instanties die deze platformwerkers als schijnzelfstandigen willen beschouwen, halen dus bakzeil. Terecht, in onze ogen.

Niet iedereen moet werknemer zijn.

Velen in dit land denken dat een goede sociale bescherming enkel weggelegd is voor wie als werknemer voltijds en voor onbepaalde duur in dienst is van een werkgever. Andere vormen van arbeid worden “precair” genoemd en zouden eigenlijk tot uitzonderingen moeten worden beperkt. Dit lijkt op het eerste zicht een sociale houding, maar ze is dat eigenlijk niet omdat ze de ontwikkeling van innovatie en activiteiten bemoeilijkt en daardoor de werkgelegenheid afremt. Neem terug het voorbeeld van Deliveroo. Wat zou het gevolg zijn wanneer alle koeriers naar een werknemersstatuut verschuiven? Voorbeelden uit het buitenland schetsen een pessimistisch beeld. In Genève oordeelde de rechtbank dat Uber Eats koeriers werknemers zijn. Sindsdien nam het aantal koeriers met 67% af. Het aantal bestellingen daalde ook sterk, een streep door de rekening van de horecasector. In Spanje geldt een weerlegbaar vermoeden van werknemersschap, waardoor koerierdiensten hun activiteiten de facto moeten stopzetten. Bijzonder jammer voor de mensen die hier hun brood mee verdienen en elders misschien moeilijk aan de slag geraken.

In België zouden de gevolgen niet anders zijn. Meer nog: ons arbeidsrecht maakt het de facto onmogelijk om dergelijke diensten te organiseren door beroep te doen op werknemers. In België mag je immers maar deeltijdse werknemers tewerk stellen wanneer minstens een derde van de voltijdse arbeidsduur wordt gewerkt en elke werkperiode minstens drie uur bedraagt. Oproepcontracten, waarbij men pas wordt ingeschakeld wanneer er werk is, zijn nietig en werkroosters moeten in principe 5 dagen – of bij uitzondering een dag – op voorhand vastgelegd worden. Iedereen zal wel inzien dat je op deze manier geen fietskoerierdienst kan organiseren. De betrokken platformen zouden zichzelf dus moeten opdoeken.

Wij verzetten ons dus tegen de Europese Commissie die voor platformwerkers een vermoeden van tewerkstelling als werknemer wil invoeren. Eerder verklaarde federaal minister van Werk Dermagne zich daar ook al voorstander van. Nochtans besloot de regering in oktober om in te zetten op het verbeteren van de werkomstandigheden en de sociale bescherming van platformwerkers. Daarvoor moeten het niet allemaal werknemers worden. Integendeel.

Wat stellen wij voor? Ten eerste moeten we ons arbeidsrecht aanpassen om dit soort hedendaagse en flexibele activiteiten wel mogelijk -maar niet verplicht- te maken met gewone werknemers. Dit zou laagdrempelige tewerkstelling voor kortgeschoolden creëren, bij wie de werkloosheidsgraad nog steeds erg hoog ligt. Zij vallen nu uit de boot, terwijl we iedereen nodig hebben. Daarnaast moeten we er voor zorgen dat ook mensen die geen werknemers zijn een sociale bescherming hebben. Dat is trouwens het geval in België. Het zelfstandigenstatuut werd de voorbije decennia uitgebouwd tot een volwaardig systeem van sociale zekerheid en loopt daarmee voorop in Europa. Maar bijkomende verbeteringen zijn wenselijk. Iedereen die werkt, of dat nu als werknemer of als zelfstandige is, zou hetzelfde recht op sociale zekerheid moeten hebben. Wij gaan echt voor die harmonisering van de statuten. Daarnaast kunnen de werkomstandigheden verbeterd en meer veilig worden gemaakt, via sectorafspraken of via specifieke regelgeving. Zo zou zouden platformen een aantal minimumvereisten moeten respecteren ten aanzien van hun medewerkers, ook al zijn dat zelfstandigen. Denk bijvoorbeeld aan het afsluiten van een verzekering tegen ongevallen, het garanderen van de vrijheid voor de platformmedewerker om te beslissen wanneer hij of zij beschikbaar is voor opdrachten en het verbieden van exclusiviteitsclausules, waardoor medewerkers niet gebonden zijn aan een bepaald platform.

De kaarsenmakers hebben het pleit verloren tegen de gloeilamp, de luddieten tegen de weefmachines. Laten we economische innovaties niet dwarsbomen, maar ze net mee vorm geven met oog voor jobkansen, gepaste sociale bescherming en groei van onze welvaart.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content