Jan de Zutter

‘Natuurlijk is zwarte Piet kwetsend. Natuurlijk hebben witte Vlamingen dat niet zo bedoeld’

Jan de Zutter Kunsthistoricus, auteur en plastisch kunstenaar

‘De Zwarte Pieten-discussie heeft Vlaanderen bereikt. En ze zal niet weg gaan. De reden daarvoor is zonneklaar: Zwarte Piet kwetst zwarte Vlamingen. Terwijl witte Vlamingen, dat helemaal niet zo bedoeld hebben. Maar in de toekomst zullen we Pieten in vele kleuren hebben. Waarom? Omdat de zwarte Vlamingen gelijk hebben.’

De Zwarte Piet-discussie wordt wel eens weggezet als onbelangrijk. Er zijn met name belangrijkere aandachtspunten, om de klimaatopwarming, de bankencrisis, de besparingswoede, de groeiende ongelijkheid, armoede en racisme niet te noemen. Over dat laatste gaat de Zwarte Piet-discussie. Of toch niet helemaal. Eigenlijk is iedereen het erover eens dat rauw racisme hier niet speelt. Witte Vlamingen zijn zelfs geschokt bij de gedachte dat hun genegenheid voor Zwarte Piet racistisch zou zijn. Zo voelen ze dat helemaal niet aan en zo bedoelen ze het ook niet. En zwarte Vlamingen voelen zich weliswaar diep gekwetst door Zwarte Piet, maar geven ootmoedig toe dat ook zij wel weten dat de witte Vlamingen dat niet zo bedoeld hebben.

‘Zwarte Piet als grappige en intelligente assistent’

De Zwarte Piet-discussie gaat meer over de acceptatie van een diverse en gemengde samenleving, dan dat ze over doelbewust racisme zou gaan. Het punt is dat witte Vlamingen weigeren om echt in de schoenen van een zwarte Vlaming te lopen. In De Volkskrant schreef museummedewerkster Ivonne Kruiper een pakkend verhaal over de bijscholing die ze volgde voor een tentoonstelling over het slavernijverleden van Nederland. Ze schrijft: “Hoe harder wij Nederlanders ontkennen dat Zwarte Piet racistisch is, hoe gekwetster Surinamers zich voelen, omdat zij daarmee het gevoel hebben dat het slavernijverleden wordt ontkend. Terwijl het enige wat zij vragen een beetje begrip is en een kleine aanpassing van het uiterlijk van Zwarte Piet.”

Wat zwarte Vlamingen vragen, is niet zo uitzinnig. Ze vragen erkenning voor een verleden waarin wij, witte mensen, niet zo’n fraaie rol hebben gespeeld. Inderdaad, het beeld van Zwarte Piet is gekneed naar dat verleden, met het pagepakje dat het typische slavenpakje van de huisknecht was, de gouden oorringen die slaven droegen om hun begrafenis te kunnen bekostigen, de guitigheid die wij zo kenmerkend vonden voor de onbezoedelde ‘wilde’, de onderdanige positie van knecht … Witte Vlamingen zijn die connotaties vergeten en hebben al lang het idee omarmd dat Zwarte Piet de weliswaar grappige, maar ook intelligente assistent is van een door vergetelheid geplaagde Sinterklaas. Gelukkig is Zwarte Piet er nog, anders kwam er geen enkel pakje nog op de juiste plek terecht. En dat zwarte vel, dat komt toch door het roet van de schoorsteen.

‘Oprecht naar medeburgers luisteren’

Al die tegenargumenten doen eigenlijk niet eens ter zake. Waar het over gaat, is dat we, vooral in onze steden, nu een hele boel nieuwe Vlamingen hebben die zich uiterst ongemakkelijk voelen bij de figuur van Zwarte Piet. De vraag is of we oprecht naar onze medeburgers willen luisteren.

Een stoorzender in deze hele discussie is Abou Jahjah. Mocht ik een zwarte Vlaming zijn, zou ik me behoorlijk ergeren aan de recuperatie van de strijd van zwarte Afrikanen. Zoals elke leraar in klassen met gekleurde kinderen zal kunnen bevestigen, zijn zwarte leerlingen vaak het slachtoffer van racisme door leerlingen van Arabische origine. Dat Jahjah de strijd van zwarte Afrikanen kaapt om zijn eigen agenda te dienen, is ronduit verwerpelijk. Maar dat verhindert niet dat zwarte Vlamingen een punt hebben. Zwarte Piet is voor hen kwetsend.

‘Het Sinterklaasverhaal heeft zich altijd aan de tijd aangepast’

De Sinterklaastraditie lichtjes aanpassen, kan toch niet onze grootste zorg zijn. We hebben het al eeuwen gedaan. We zijn ver verwijderd van de Germaanse traditie waarin Wodan, gezeten op zijn schimmel Sleipnir over het dak van de wereld draafde, met in zijn ene hand een speer en in zijn andere hand een heilig runenboek. Zijn wapperende rode mantel en rode hoed waren de voorbode van een wilde heir van de geesten van onze voorouders, donker en gevaarlijk. Je vindt ze nog terug als duivelse figuren in de Duitse Sinterklaastraditie, waar knecht Ruprecht alle kenmerken van die demonen in zich draagt. We zijn ook ver verwijderd van de mythe van Sinterklaas zoals die eeuwen geleden werd verteld. De Sint redde toen nog een stel kinderen uit de klauwen van een wrede slager. Die had de kinderen in stukken gehakt en in een ton verstopt. De heilige man, oorspronkelijk uit Turkije afkomstig en later zelfs ‘ontheiligd’ door de kerk, redde de kinderen en schonk hun een nieuw leven. Die twee mythes vertellen iets over nieuw leven, verhalen die onze voorouders vertelden in de winter, als alle leven afgestorven leek. Ze werden verteld en opnieuw verteld; de geesten werden zwarte knechten, de zwarte knechten werden gekneed naar zwarte slaven. De Sint ging ook met zijn tijd mee en reisde plots met een stoomboot.

De Sinterklaasmythe heeft zich altijd aan de tijd aangepast. Er is geen enkele reden waarom ze dat vandaag niet opnieuw kan doen. Sinterklaas is er voor iedereen, zoals de stad er voor iedereen is. In een samenleving waar iedereen een beetje anders is, zijn ook de assistenten van Sinterklaas allemaal anders. In de toekomst zullen we dus Pieten in vele kleuren hebben. Waarom? Omdat de zwarte Vlamingen gelijk hebben.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content