De (s)preekstoel van Knack.be

‘Nashville-verklaring biedt mooie gelegenheid om religieuze wortels van de moderne westerse cultuur onder de loep te nemen’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘De ondertekenaars van de Nashville-verklaring verkeren in een kramp. Hun protestants-christelijk verleden speelt op als een bron van nostalgie, toen Amerika en Nederland nog gelovige naties onder God waren’, schrijft theoloog Johan Temmerman.

In Nederland ontstond de voorbije weken discussie over de Nashville-verklaring, een document waarin staat hoe christenen moeten omgaan met het geloof, maar ook met zaken als het huwelijk en seks. Het is een vertaling van een protestanste, Engelse tekst uit de VS. Tegenstanders spreken van een ‘homohaatmanifest’. Het openbaar ministerie voert in Nederland een onderzoek om te kijken of er strafbare zaken instaan.

Het is weer zover. Conservatieve christenen halen nog maar eens uit naar seksualiteit en wat daarbij ’tegen God in gaat.’ Na een stoere verklaring uit de Amerikaanse Bible Belt kon ook ‘rechtgelovig’ Nederland niet stil blijven. De voorbije weken ontstond daarover tumult in media en politiek. Veel drukte om niets, zo menen de meeste opiniemakers in Vlaanderen. Maar ook hier leven mensen met conservatieve opvattingen over seksualiteit en gezin.

Slechts weinigen zullen echter een verklaring ondertekenen en openlijk hun mening verkondigen. Het voordeel van de Nashville-verklaring is dat mensen die deze tekst bevestigen helder communiceren over hun standpunten inzake maatschappelijke tendensen. Vooral voor mensen die verantwoordelijkheid dragen in plaatselijke gemeenschappen is het handig om daarover open te communiceren. Er zijn twee zaken die mij in het hele debat zijn opgevallen: (1) de gemotiveerde tegenreacties overal in Nederland en (2) de wel erg verouderde theologie die als basis voor de verklaring geldt.

Nashville-verklaring biedt mooie gelegenheid om religieuze wortels van de moderne westerse cultuur onder de loep te nemen.

Deze week verschenen overal in Nederland regenboogvlaggen. Door dit symbool van de LGBT-gemeenschap aan kantoren, stadhuizen, openbare gebouwen en ook kerken uit te hangen, verklaarde men niet-akkoord te zijn met de conservatief christelijke (‘Bijbelvaste’) verklaring. Dit herleidde vrij snel de hele heisa tot een marginaal gebeuren van enkele fanatieke predikanten. Dat men het nodig vond om ook het Openbaar Ministerie te betrekken en te laten nazien of er juridische stappen mogelijk zijn, lijkt mij dan weer een brug te ver. Respecteer meningen en communiceer erover met een open vizier en zonder agressie.

De ondertekenaars van deze verklaring verkeren in een kramp. Hun protestants-christelijk verleden speelt op als een bron van nostalgie, toen Amerika en Nederland nog gelovige naties onder God waren. Deze illusie wordt verstrekt door een theologisch wereldbeeld en jargon te bezigen die uit deze tijd afkomstig zijn. Maar de gemotiveerde tegenreacties getuigen van eenzelfde verkramping. Men slaagt er niet in om de gelovig-conservatieve mening ernstig te beluisteren. Indien men daartoe moeite deed, kan men horen dat mensen bang zijn geworden omdat het allemaal te snel gaat en er te veel tegelijk verandert.

In moraal-filosofische hoek wordt terecht opgemerkt dat onder deze verklaring een dieper liggende tendens heerst tegen het darwinistische wereldbeeld. Gelovigen worden dan weggezet als naïef en dwaas, als bijna voorhistorisch of tenminste als letterknechten van mythologische voorstellingen die ze als feitelijk opvatten. Als mensen in hun angsten niet worden gehoord, stelt men stoere verklaringen op. Ik suggereer meer begrip van beide kanten.

De Nashville-verklaring is hier te raadplegen. De tekst is niet vlot leesbaar. Het taalgebruik is flink verouderd, de hoofdletters vliegen je rond de oren en de zinnen zijn soms tergend lang. Maar voor de gemotiveerde lezer is de tekst ook helder, want kort en to the point.

Maar wat een oubollige opvattingen komen erin aan bod? Het lijkt bijna uit de 19e eeuw te komen, toen de theologie zich meende te moeten verzetten tegen de moderne ontwikkelingen. In 14 artikelen scrolt men terug in de tijd en houdt nergens rekening met de nefaste effecten die dergelijke opvattingen hadden doorheen de geschiedenis. Het begint bijvoorbeeld met de onterving van het Joodse volk, want ‘het doel van het huwelijk is de verbondsliefde tussen Christus en Zijn bruid, de kerk, zichtbaar te maken’ (Art. 1).

Andermaal schuiven conservatieve theologen de christelijke kerkopvatting tussen God (Christus) en haar Bijbelse oorsprong (Joodse volk) in. De sleutel van deze premoderne theologie ligt in de beschouwing die mythologische voorstellingen als ‘openbaring’ ziet en de verhalende verklaringen tot historische gebeurtenissen degradeert. In mythologie zit meer dan alleen de mogelijkheid om de vertelling als historisch te beschouwen. Mythe duidt op dieper liggende tendensen en veranderingen in mens en wereld.

We hebben ondertussen andere instrumenten om deze tendensen en veranderingen op het spoor te komen, te analyseren en strategieën te ontwikkelen om ermee om te gaan. De wetenschap doet vandaag wat voorheen religie regelde. Dit is ten andere opmerkelijk, want de Nashville-verklaring komt op basis van een letterlijke interpretatie van de schepping van Adam en Eva tot dezelfde conclusie als vandaag het moderne wereldbeeld verkondigt: man en vrouw zijn gelijkwaardig (Art. 3).

Het is bijgevolg niet allemaal kommer en kwel. De methode echter om mythologische verhalen als feitelijke gebeurtenissen te interpreteren en op basis van deze onveranderlijke ‘openbaring’ de morele houding van vandaag voor te schrijven is volledig verwerpelijk. Als de verklaring vervolgens de klemtoon legt bij het ‘zelfverstaan’ van de mens en dit verbindt met ‘het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken’, die God zou hebben ‘gemaakt’ om ‘de oorspronkelijke bedoelingen die Hij had met Zijn schepping’ te weerspiegelen, gaat men straal voorbij aan de cultureel-historische ontwikkeling van het zelfbewustzijn en de rede. Nashvillers geloven letterlijk: de mens is een beeld van God, punt uit, ooit ‘gemaakt’ zoals hij nu is. De mens is bijgevolg verbeelding die werkelijkheid werd. Dit antieke mensbeeld werd sinds het bekende werk The Descent of Man uit 1871 van Charles Darwin volledig achtergelaten.

Er is sprake van evolutie en natuurlijke selectie. De wetenschap herleidt de Bijbel tot een antiek corpus van teksten die een grote culturele betekenis hadden, maar geen geschrift waaruit we voorschriften kunnen distilleren om vandaag in de moderne wereld te hanteren. Hetzelfde geldt voor Koran en andere ‘heilige’ teksten. De ietwat angstige gelovigen uit de Bible Belt keuren homoseksualiteit af omdat het ‘geen onderdeel is van de goedheid van Gods oorspronkelijke schepping’. Ook hier wijst men de evolutieleer van de hand en spreekt van een ‘oorspronkelijke schepping’. De Bijbel stelt inderdaad het begin van de geschiedenis voor als paradijselijk of ideaal. Maar dit was van korte duur. Het teruggrijpen naar een ‘beter’ verleden, voedt de ganse Nashville-verklaring.

Het is al geruime tijd aan de orde van de dag om theologische antieke teksten op een andere manier te interpreteren. De weg uit het tijdloos paradijs en doorheen de tijdsgebonden geschiedenis kan bijvoorbeeld als rode draad van de Bijbelse redactie worden gezien. De voortgang van het leven of de evolutie biedt ook mogelijkheden. Maar dan moeten we af van een aantal dogma’s die reeds in de vroegste fase van het christendom tot stand kwamen. Artikel 10 van de Nashville-verklaring stelt bijvoorbeeld dat het ‘zondig’ is om homoseksualiteit of transgenderisme goed te keuren, ‘wie deze wel goedkeurt wijkt fundamenteel af van de standvastigheid die van christenen verwacht mag worden’.

Mij lijkt het precies onstandvastig te zijn om vast te houden aan eeuwenoude voorschriften die meer ellende veroorzaken dan voorkomen. Een dogma dat klaar is om op te bergen in de kast van theologische antiquiteiten is bijvoorbeeld de erfzonde. Deze constructie is op een letterlijke lezing van het paradijsverhaal gebaseerd en vond zo haar weg in het denken van de grote westerse kerkvader Augustinus.

Maar ondertussen heeft de moderne exegese deze verhalen als mythologie aangemerkt. Het gaat om narratieve voorstellingen van het antieke levensbesef, dat bol stond van verwondering en angst voor de dood. De mythen boden een theoretisch kader voor riten, die als overlevingsstrategieën onderdeel werden van de identiteit en het voortbestaan van een volk. ‘Erfzonde’ gezien als het gevolg van een initiële daad van een mens aan het begin der tijden dat op alle mensen in alle tijden overgaat, is niet langer hanteerbaar.

Ik stel niet voor om het concept te ‘herinterpreteren’ – daartoe onderneemt de Nashville-verklaring een poging – maar om deze beschouwing te archiveren. Moderne theologen kunnen hun creatieve krachten beter spenderen aan een herinterpretatie van bijvoorbeeld verlossing, want als de erfzonde wordt weggezet komt ook de redding van de mensheid door de daad van één man (Jezus) in het geding.

Dit zou ons echter te ver voeren. De Nashville-verklaring biedt dus een mooie gelegenheid om de religieuze wortels van de moderne westerse cultuur onder de loep te nemen.

Johan Temmermanis decaan aan de Faculteit Protestantse Theologie en Religiestudies

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content