N-VA’er bestuurder Gelijkekansencentrum: ‘Zoals Club-supporter in raad van bestuur van Anderlecht’

Matthias Storme © BELGA
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

‘Misschien doeken we het beter op’, zo reageert Johan Leman op de aanstelling van N-VA’er Matthias Storme als bestuurder van het nieuwe Interfederaal Gelijkekansencentrum. ‘Ik vrees voor een sabotage-actie.’

Oud-directeur Johan Leman is verontwaardigd over de aanstelling van N-VA’er Matthias Storme als bestuurder van het nieuwe Interfederaal Gelijkekansencentrum, het vroegere Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding (CGKR). De keuze is opmerkelijk, want Storme staat bekend als een tegenstander van de antidiscriminatiewet.

‘Misschien doeken we het beter op’, zo reageert Leman in De Morgen. ‘Ik vrees voor een sabotage-actie. En dat net op het moment dat er meer dan ooit nood is aan een goed werkend Gelijkekansencentrum?’ In ‘De Ochtend’ op Radio 1 waarschuwt Leman dat Storme zich aan de spelregels moet houden: hij moet de klachten toetsen aan de bestaande wetgeving.

Verrottingsstrategie

Het Vlaams parlement duidde vorige woensdag de namen aan die voor het parlement zullen zetelen in het bestuur van het Interfederaal Gelijkekansencentrum, de opvolger van het CGKR. Meteen rezen vragen bij een aantal bestuursleden die de meerderheid naar voren schoof, onder meer over Storme. Bij SP.A had men het zelfs over een verrottingsstrategie, wat N-VA dan weer ontkende.

Volgens N-VA moet de impact van een bestuurder niet overschat worden. Een raad van bestuur bepaalt niet de dagelijkse werking of de inhoudelijke doelstellingen. Dat is aan het management, klinkt het.

Maar Leman, die tien jaar lang aan het hoofd van het CGKR stond, is het daar duidelijk niet mee eens: ‘Het is alsof je een fanatiek Club-supporter in de raad van bestuur van Anderlecht zou zetten. Dan kan je niet verwachten dat de ploeg alsnog kampioen zal spelen’, stelt hij in De Morgen.

Grootste probleem van Storme

Op Radio 1 was Leman iets gematigder: ‘Storme is één van de zeventien leden van de raad van bestuur. Bovendien zal hij niet oordelen of iets al dan niet racistisch of discriminerend is, maar wel of iets in aanmerking komt voor vervolging, dus ontvankelijk kan worden verklaard. Ik heb er geen problemen mee dat hij mee klachten toetst aan de wet, aldus Leman.

Wel waarschuwt Leman dat er spelregels zijn. De eerste regel is dat klachten moeten worden getoetst aan de bestaande wetgeving. ‘Als hij een wet of het statuut wil veranderen, dan moet hij de parlementaire weg volgen’, luidt het. Ook moet een lid van de raad van bestuur de vertrouwelijkheid respecteren. ‘Dat zal misschien zijn grootste probleem worden. Na een intern debat is het niet de bedoeling dat hij achteraf een persconferentie belegt of op Facebook schrijft dat hij niet akkoord ging met die of die uitspraak.’

Toenemende politieke bemoeienissen

Leman nam in 2003 ontslag omdat hij de buik vol had van de toenemende politieke bemoeienissen. ‘Plots mochten we ons niet meer uitspreken over bepaalde onderwerpen. De islam bijvoorbeeld of de problematiek van de mensen zonder papieren, omdat die thema’s te nauw aanleunen bij de politiek.’

Matthias Storme (55) moest in 2004 uit het partijbestuur van N-VA stappen nadat hij in De Morgen had gezegd dat de veroordeling van het Vlaams Blok wegens racisme hem bijna moreel verplichtte om op extreemrechts te stemmen. Het dossier tegen het Vlaams Blok werd samengesteld door het CGKR.

Volgens Storme, die ook doceert aan de universiteiten van Leuven en Antwerpen, is de antidiscriminatiewetgeving een miskleun en een aanslag op de democratie. Hij noemde discrimineren ‘een fundamentele vrijheid’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content