Mohamed Ridouani (SP.A): ‘De coronacrisis is de genadeslag voor het zuiver marktgerichte kapitalisme’

Mohamed Riduoani: 'Je voelt aan alles dat ook de coronacrisis het einde van een tijdperk inluidt.' © Franky Verdickt
Walter Pauli

De Leuvense burgemeester Mohamed Ridouani (SP.A) heeft de handen vol met het coronavirus in zijn stad, maar toch maakt hij zich vooral zorgen over wat ons na de pandemie te wachten staat. ‘Als de rekening van de coronacrisis straks niet solidair wordt verdeeld, dreigt er grote sociale onrust.’

Het is kalm in het Leuvense stadskantoor. De schaarse bezoekers worden verzocht eerst hun handen te wassen. En met inachtneming van de regels voor social distancing – elk aan één kant van de brede tafel – blijft ook in tijden van coronapieken een face to face-interview mogelijk. Mohamed Ridouani: ‘Met het schepencollege vergaderen we elke dag via een conferentiegesprek. Dat is efficiënt, maar geef mij maar een gesprek onder vier ogen.’ Een lachje: ‘Ik ben anderhalf jaar burgemeester en ik moet al een crisis bezweren zoals mijn voorganger Louis Tobback er in vierentwintig jaar niet één heeft gekend.’

Bart De Wever kondigde de oprichting aan van een bio-responsteam tegen coronaspuwers. Moet een burgemeester zich nu daarmee bezighouden?

Zoals elke burgemeester in dit land is Ridouani sinds begin maart volledig gefocust op de strijd tegen het coronavirus. Het verbaasde hem dat de aandacht voor corona relatief laat op gang kwam. ‘In de krokusvakantie al hadden veel niet-Europese landen duidelijke richtlijnen uitgevaardigd. Reizigers uit China, Italië of Iran mochten die landen niet meer in en werden al op de luchthaven teruggestuurd. Uit China teruggekeerde landgenoten werden meteen in quarantaine geplaatst. In West-Europa was er op dat moment zogezegd nog geen vuiltje aan de lucht. Er heerste een overmoedige sfeer: ‘Met onze goed uitgebouwde gezondheidszorg kan ons niets overkomen, zeker niet op een schaal zoals in China.’ Ik had er een naar gevoel bij. Na de krokusvakantie heb ik hier in de collegezaal de eerste vergadering over corona belegd, met de Leuvense onderwijssector. In veel scholen waren er al besmettingen vastgesteld. Nog voor de regering hebben wij hier in Leuven beslist om publieke plaatsen af te sluiten en alle evenementen af te gelasten.

In de SP.A heerste er kennelijk wel een zekere sense of urgency: bij de eerste tekenen van de coronacrisis bracht partijvoorzitter Conner Rousseau de PS en de N-VA samen in een – mislukte – poging om een federale regering te vormen. Vond u dat een goed idee? Na de verkiezingen was u fel gekant tegen deelname aan een regering met de N-VA.

Mohamed Ridouani: Conner Rousseau heeft meer bereikt dan de rist informateurs voor hem. Hij slaagde er tenminste in om de voorzitters van de grootste twee partijen van het land samen te brengen om een ernstig gesprek te voeren over de vorming van een nieuwe regering. Het was een moedige poging, die helaas niet het resultaat opleverde dat wij hadden mogen verwachten. Rousseau doet het goed. Sinds hij voorzitter is, houdt de SP.A haar interne discussies binnenskamers en is er opnieuw scherpte in ons discours. Blijkbaar heeft een nieuwe generatie het stof van de voorbije jaren afgeschud en doen we opnieuw zonder veel complexen aan politiek. Fundamenteler daarbij is wat Conner in zijn nieuwjaarsspeech zei: dat het de opdracht is van de SP.A om ‘het begrip solidariteit terug mainstream te maken’. Duidelijker dan ooit blijkt nu dat deze samenleving staat of valt met de solidariteit die wij met z’n allen kunnen opbrengen.

Intussen is er wel een noodregering gekomen. Hebt u als burgemeester een houvast aan haar richtlijnen?

Ridouani: Zeker en vast. Soms wijken die maatregelen wel af van wat ik zelf denk, maar dan is dat maar zo. Als ik voortdurend te koop zou lopen met mijn eigen mening, krijgen we gekrakeel. Duidelijkheid én samenhorigheid, daar draait het om. Duidelijkheid: de mensen moeten weten wat wij van hen verwachten, en waarom. Samenhorigheid: alleen zo kunnen we deze coronacrisis overwinnen. We hebben in de hele stad affiches verspreid met de slogan: ‘Even apart, altijd samen.’

Niet alle burgemeesters stellen zich even constructief op. Uw Antwerpse collega eiste eerst duidelijke en afdwingbare maatregelen van de federale regering: alleen zo zouden burgemeesters weten waaraan zich te houden. Vervolgens verkondigde hij dat de Antwerpenaar zich niet aan het ‘bankjesverbod’ hoefde te houden.

Ridouani: (zucht) Niemand heeft een boodschap aan politici die zitten te bakkeleien. Bart De Wever (N-VA) beschikt toch over voldoende fora om zijn bedenkingen te bespreken? Zijn partijgenoot Jan Jambon is de Vlaamse minister-president en zit in de Nationale Veiligheidsraad. Hij hoeft alleen maar zijn gsm te pakken om de premier aan de lijn te krijgen. In deze coronacrisis is minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V) een van de belangrijkste bewindslieden van het land. Hij vaardigt op eigen houtje een rondzendbrief uit voor de politie en begint zelf regels af te kondigen over de afstand die wielertoeristen zouden mogen afleggen. Een paar minuten later fluit minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) hem al terug. Zeker de hoofdrolspelers moeten vermijden om verwarring te scheppen.

Blijkbaar heeft een nieuwe generatie het stof van de voorbije jaren afgeschud en doen we opnieuw zonder veel complexen aan politiek.

De burgemeester van Antwerpen hoort met de eerste minister van België geen discussie te voeren over bankjes. Maar in de praktijk gaat het daar wel om: wie mag hoelang op een bankje zitten?

Ridouani: Kijk, de handhaving van de uitgevaardigde regels, welke ze ook zijn, is altijd een kwestie van gezond verstand. Stel dat je in het park wandelt en je ziet dat een vrouw onwel wordt. Mag je haar dan bij de arm nemen en haar helpen op een bankje te gaan zitten? Daar hoeft toch geen aparte regel voor te bestaan? Politici doen er dus goed aan om helder te communiceren over de grote lijnen, en vervolgens moeten ze de politie het mandaat geven om concrete situaties met gezond verstand te beoordelen.

Het gevolg is dan: in elke gemeente een andere aanpak.

Ridouani: In deze crisis draait het om leiderschap. Kiezen we voor leiders die de samenleving verder verdelen, of gaan we voor een model dat ‘verbinden’ belangrijker vindt dan verdelen? Bart De Wever koos er vorige week plots voor om de oprichting aan te kondigen van een speciaal ‘bio-responsteam’ tegen ‘coronaspuwers’. Politiemensen die ‘een opleiding in chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen volgden’ beschikken over gespecialiseerd beschermingsmateriaal om op te treden tegen ‘coronaspuwers’. Hoe schandalig het gedrag van die spuwers ook is, en hoe terecht de bekommernis van de politie ook is om in alle veiligheid te kunnen optreden, je mag je toch de vraag stellen of een burgemeester zich nu vooral met dat soort communicatie moet bezighouden. Op die manier hits je de mensen toch op? Op datzelfde moment waren de senioreninspecteurs van de Leuvense politie aan het bellen naar alle vijfduizend ouderen in deze stad: hoe het met hen ging, of ze geholpen konden worden, of ze wisten waar ze bij problemen terechtkunnen enzovoorts. Dat geldt voor alle Leuvenaars: 24 uur op 24, zeven dagen per week zijn wij bereikbaar. Onze regels zijn helder en duidelijk. En blijkbaar werkt die aanpak. Ondanks zomerse temperaturen die uitnodigden om massaal buiten te komen, hoefde onze politie vorig weekend amper 20 pv’s uit te schrijven. In Antwerpen waren het er 300. Dat komt ervan als je mensen niet helemaal vertrouwt. Dan krijg je een halfslachtig handhavingsbeleid, dat tegelijk repressief is en toch de indruk geeft van laissez-faire. In Leuven houden we het graag duidelijk, eenvoudig, om zo ‘de boel samen te houden’. Het is al moeilijk genoeg.

Ja? Wat waren tot nu toe uw moeilijkste momenten als burgemeester?

Ridouani: Omgaan met de pijn en het verdriet die deze crisis veroorzaakt. Wat we vragen van mensen, is op het onmenselijke af. Ook al zijn de coronamaatregelen nodig, we zijn niet gemaakt om ons af te zonderen van onze familie en vrienden. Dat gaat in tegen alles wat ons ‘mens’ maakt. Toch zijn er vandaag in onze ziekenhuizen en woonzorgcentra mensen die zo goed als alleen moeten sterven. Begrafenissen vinden plaats in uiterst beperkte kring. Het is een pijnlijke tijd: er zijn mensen die sterven, die afzien, door de ziekte zelf maar ook door de van bovenaf opgelegde eenzaamheid. Mensen willen hun verhaal kwijt. Ik probeer te luisteren en troost te bieden, voor zover ik dat kan.

In woon- en verzorgingscentrum Booghuys vielen er tien doden te betreuren. Schepen van Zorg en Welzijn Bieke Verlinden (SP.A) verwees naar het gebrek aan mondmaskers en testcapaciteit. Uit in Knack uitgelekte nota’s blijkt dat met de mondmaskers uiterst nalatig is omgesprongen. Vroeg of laat wordt dat politiek uitgevochten.

Ridouani: Die overlijdens kwamen heel hard aan. Het gebrek aan mondmaskers leidt tot enorme stress bij het zorgpersoneel en bij veiligheidsdiensten, en terecht. Natuurlijk vergeten we dat niet. We zullen aandringen op een onderzoek naar wat er is misgelopen, zodat we er lessen uit kunnen trekken. Maar dat hoeft nú toch niet in de pers te worden uitgevochten? Helpen we onze zieken door midden in deze crisis het ontslag van de minister van Volksgezondheid te vragen? Niet dat ik de kwestie van de mondmaskers niet ernstig neem, maar wat ik écht wezenlijk vind, is dat een land als het onze niet meer in staat is om te voorzien in voldoende mondmaskers, schorten en handschoenen. En het gaat niet alleen om België. Ik vind het een blamage dat EU-lidstaten als Italië zich moeten richten tot Cuba, Rusland en China. Heel de Europese Unie staat met het schaamrood op de kaken. Wat blijft er over van ons Europese project? De Servische president Aleksandar Vucic vroeg Europa om hulp, maar de EU bleef de andere kant opkijken. Hij maakte indruk toen hij zei: ‘Weet u, de Europese solidariteit is niet meer dan een verzinsel. Ze bestaat niet. Dank u voor niets. Voortaan richt ik mij voor hulp tot de Volksrepubliek China. De Chinezen zullen ons wél helpen.’

Mohamed Ridouani: 'Wie zingt er in deze crisis nog de lof van een model dat gestoeld is op concurrentie?'
Mohamed Ridouani: ‘Wie zingt er in deze crisis nog de lof van een model dat gestoeld is op concurrentie?’

Hebben de Serviërs ongelijk?

Ridouani: Een Europese lidstaat die mondmaskers tegenhoudt die bedoeld zijn voor een ziekenhuis in een andere lidstaat: dat is toch een aanfluiting van alles wat de Europese Unie beoogt te zijn? De EU móét dus versterkt worden. Er moet een volwaardige Europese regering komen, die lidstaten kan overrulen. Niet alleen als ze hun budget niet op orde hebben, maar ook als ze hun sociale of ecologische afspraken niet nakomen. Hoe zou men anders een Europees werkloosheidssysteem kunnen invoeren, zoals Frank Vandenbroucke vorige week nog in een vrije tribune betoogde?

De juridische dienst van het Europees Parlement zegt dat de ‘Green Deal’ van EU-commissaris Frans Timmermans de autonomie van de lidstaten onvoldoende respecteert. Maar u wilt nog verder gaan?

Ridouani: Wie had na de Tweede Wereldoorlog kunnen denken dat Frankrijk en Duitsland nog geen tien jaar later samen een begin zouden maken met de Europese Unie? Je voelt aan alles dat ook de coronacrisis het einde van een tijdperk inluidt. Al weten we nog niet wat er in de plaats zal komen. Toen de Italiaanse marxist Antonio Gramsci in de jaren dertig door de fascisten in de cel werd gesmeten, schreef hij in een brief: ‘De oude wereld sterft af, maar de nieuwe wereld is nog niet klaar om geboren te worden.’ Dat gevoel heb ik nu ook. Wij kunnen niet verder op de manier waarop we na de Tweede Wereldoorlog onze samenleving hebben opgebouwd. Economen als Keynes hoefden geen oplossingen te bedenken voor de klimaatopwarming en de vluchtelingenstroom. Het moment is dus gekomen voor een welvaartsstaat 2.0.

Waarin verschilt die van de huidige welvaartsstaat?

Ridouani: De hamvraag is: slagen de progressieven er eindelijk in om van ‘solidariteit’ opnieuw de kernwaarde van onze samenleving te maken? In België hebben we in een mum van tijd 1,2 miljoen mensen op tijdelijke werkloosheid gezet. Dankzij ons solidaire systeem kunnen ze veilig thuisblijven, zodat ze hun gezondheid en die van ons allemaal niet in gevaar brengen door te moeten gaan werken.

We zullen ook met z’n allen de rekening van de coronacrisis moeten betalen. Het gat in de begroting is er, en dat gaat niet zomaar weg.

Ridouani: In de periode na de pandemie zullen we sowieso te maken krijgen met gigantische sociale onrust. Wereldwijd gaan miljoenen en miljoenen mensen een donkere periode tegemoet. Zonder een nieuw collectief herstelverhaal dreigt in België en heel Europa een grote tweespalt. Dat zeg ik niet omdat ik het graag gezellig wil houden bij het haardvuur. Links of rechts, rijk of arm: als we niet komen tot nieuwe collectieve afspraken waarbij iedereen beschermd wordt voor de uitdagingen van morgen, gaan we naar grote sociale onrusten. De voorbije decennia is de middenklasse meegegaan in het neoliberale, meritocratische verhaal dat sinds de Reagan- en Thatcherjaren ingeburgerd is geraakt: wie zijn best doet, zal er wel komen. Tegelijk voelden de lagere inkomens zich verraden: ook dat verklaart het succes van extreemrechts. Met de bankencrisis had dat neoliberale model eigenlijk al afgedaan. Maar hoe dood het ook was, het krabbelde weer overeind, als een soort zombie. Met nog meer ongelijkheid en nog meer vervreemding tot gevolg. Als de rekening van de coronacrisis straks niet solidair wordt verdeeld, hebben de de mensen onder aan de ladder en de middenklasse opnieuw a common cause. Gelukkig hebben de twintigers en dertigers door de coronacrisis al opnieuw het belang ontdekt van samenwerking, zorgzaamheid en solidariteit.

De coronacrisis heeft er ook toe geleid dat ongeveer alle grenzen zijn gesloten.

Ridouani: Toch denk ik dat ze ook de genadeslag heeft toegediend aan het egoïstische, zuiver marktgerichte kapitalisme. Natuurlijk riskeren we dat het neoliberale systeem muteert in een nieuw marktmodel dat zogezegd gericht zal zijn op meer samenwerking, maar dat meteen vertaalt in meer uitsluiting. Viktor Orban past dat al toe in Hongarije, en Donald Trump doet het met zijn America First-verhaal. Ondanks alles blijf ik optimistisch. Er zijn namelijk zaken die ons allemaal binden. Mijn 93-jarige oma woont in een dorpje in het Rifgebergte in Marokko. Wij skypen met elkaar . (lacht) Ik denk dan vaak terug aan onze vakanties ginds, hoe zij tijdens de zomeravonden het verhaal vertelde van de kleine prins, op haar eigen Berberse manier. Elke cultuur kent het universele verhaal van vriendschap, verdriet en van wat het leven echt de moeite waard maakt: onze zoektocht naar de anderen. De mens is gemaakt om samen te werken.

Dat klinkt optimistisch, haast naïef.

Ridouani: Wie zingt er in deze crisis nog de lof van een model dat gestoeld is op concurrentie? Is er nog iemand die denkt dat we uiteindelijk beter af zullen zijn als we allemaal onze eigen plan blijven trekken? Wie is nog bezig met de christenen op te zetten tegen de moslims, de rijken tegen de armen, de Walen tegen de Vlamingen? De tijd is gekomen om de strijd aan te gaan met het wilde kapitalisme en het verdelende nationalisme. Het is tijd voor een solidair alternatief.

Mohamed Ridouani

– 1979: geboren in Leuven

– Studie handelswetenschappen (KU Leuven), postacademische specialisatie internationale betrekkingen

– 2003-2007: consultant bij Deloitte

– 2007-2012: Leuvens schepen van Onderwijs en Leefmilieu

– 2012-2018: Leuvens schepen van Personeelszaken, Onderwijs, Economie, Leefmilieu en Vastgoed

– 2019-heden: Burgemeester van Leuven

– Auteur van Verbinden boven verdelen (2018)

Partner Content