Minister van staat Etienne Davignon: ‘Engie Electrabel maakt verlies op zijn kerncentrales’

Etienne Davignon: 'Het leven van vandaag is toch veel beter dan vroeger.' © Hatim Kaghat

Minister van staat Etienne Davignon, die nog altijd adviseur is bij Engie Electrabel, waarschuwt politici: ‘Er zijn volstrekt onvoldoende voorbereidingen getroffen voor de kernuitstap.’ Maar over Europa blijft hij optimistisch.

Een paar weken geleden is Etienne Davignon 85 jaar geworden. Als een van de laatste vertegenwoordigers van la Belgique à papa kan hij bogen op een exceptionele loopbaan. Davignon was diplomaat in Congo, kabinetschef van legendarische ministers van Buitenlandse Zaken als Paul-Henri Spaak en Pierre Harmel, vervulde twee ambtstermijnen als Europees Commissaris en bouwde daarna een indrukwekkende loopbaan uit in het bedrijfsleven. Hij behoorde tot de laatste generatie bestuurders van de roemruchte Generale Maatschappij van België en heeft vandaag nog altijd een kantoor bij Engie Electrabel, waar de nieuwe directieleden graag zijn adviezen inwinnen.

Etienne Davignon zat van bij zijn geboorte à cheval tussen de Belgische en de internationale politiek. Grootvader Julien Davignon was minister van Buitenlandse Zaken toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak: aan hem werd de Duitse oorlogsverklaring overhandigd. Vader Jacques Davignon was in 1940 de Belgische ambassadeur in Berlijn: in de nacht van 9 mei 1940 legde Joachim von Ribbentrop, Hitlers minister van Buitenlandse Zaken, aan hem uit waarom de Duitsers voor de tweede keer ons land waren binnengevallen.

‘Ik ben geboren in Boedapest, daarna zijn we verhuisd naar Warschau en van 1936 tot 1940 heb ik in Berlijn gewoond’, zegt Etienne Davignon. ‘Ik zie de vlaggen met swastika’s en de indrukwekkende lichtspektakels van de nazi’s nog voor me. Ze kenden wel iets van propaganda. In 1940 zijn we gerepatrieerd met een speciale diplomatentrein. Ik was zeven jaar en ik was ervan overtuigd dat de oorlog niet lang zou duren en Duitsland snel op de knieën zou gaan. Het is anders gelopen.’

Het gebrek aan respect voor de politiek in het zakenmilieu is ronduit gevaarlijk.

Sindsdien heeft West-Europa zestig jaar lang stabiliteit gekend. Daaraan lijkt stilaan een einde te komen.

Etienne Davignon: In Europa lopen werkelijkheid en perceptie niet altijd gelijk. Onze situatie is veel beter dan wat de gewone man er vandaag over denkt. Die heeft het gevoel dat de economische crisis slecht werd aangepakt en daar zit misschien een grond van waarheid in. Maar het systeem is niet in elkaar gestort.

Weet u, de groei is inderdaad verminderd, en daardoor zijn de mensen niet meer zo veel vooruitgegaan als ze hadden gewild. En dus hebben ze het gevoel dat er achteruitgang was en dat hen iets is afgepakt. Het eerste deel van de redenering is juist, het tweede is uiteraard flauwekul. Maar de boosheid en woede waren tastbaar. De publieke opinie vond: de politiek redt de banken en laat de mensen in de steek.

Dat is de basis geweest voor het succes van een partij als de PTB-PVDA.

Davignon: Het gaat dieper: ik spreek over een wijdverbreid sentiment bij de bevolking. Daarvan hebben zowel extreemlinks als extreemrechts geprofiteerd.

Heeft de EU wel voldoende gedaan voor die mensen? De eurosceptische stemming in zo veel landen komt érgens vandaan.

Davignon: Het is niet omdat je het niet slecht hebt gedaan dat het niet beter kon. Ik ben niet blind voor een aantal fouten van het Europese beleid. Maar dat is toch geen reden om zomaar te vergeten wat Europa wel doet? De Europese Unie heeft méér gedaan voor de verdediging van de consumenten dan ieder land apart had gekund. Als de Europese regels niet bestonden, had mijn vriend Michael O’Leary van Ryanair geen cent betaald aan al die reizigers die de voorbije weken hun vlucht geannuleerd zagen. Daarom zeg ik, ook tegen de pers: kijk voorbij de waan van de dag, concentreer u op het beleid op lange termijn.

Is er op lange termijn nog plaats voor kernenergie?

Davignon: Ik heb mij nooit opgesloten in een ideologie voor of tegen kernenergie. Er zijn mensen die principieel tegen kernenergie zijn. Fijn voor hen, toch als ze de gevolgen aanvaarden van hun inzichten. Vorige week las ik jubelberichten dat uit metingen bleek dat windenergie voor dertig procent van onze elektriciteitsbevoorrading kan zorgen. Dat zou de toekomst zijn! Bij nader inzien stond er op de dag van die metingen ongelofelijk veel wind. Sommige mensen denken nogal snel dat de werkelijkheid is zoals zij die in hun toekomstbeelden zien. Dat is meestal niet zo.

Is de kernuitstap in uw ogen een voorbeeld van zulk waandenken?

Davignon: Inderdaad. Onze politici hebben nooit de echte gevolgen van die beslissing onder ogen durven te zien. Er zijn volstrekt onvoldoende voorbereidingen getroffen voor de kernuitstap. (cynisch:) Op die ‘afschakelingsplannen’ na dan: we weten nu dat bij een elektriciteitstekort in dat stuk van Limburg of in die wijk van Antwerpen of Brussel de elektriciteit wordt afgesneden, zodat we in de rest van het land wel nog voort kunnen. Maar dat kan een modern land zich toch niet veroorloven? België zal trouwens hoe dan ook een probleem krijgen met zijn bevoorrading. Momenteel gaat maar dertig tot veertig procent van de prijs die mensen voor hun energie betalen naar de energieproducenten. Dat schrikt investeerders af.

etienne davignon: 'De mensen hebben op Macron gestemd omdat ze verandering willen. En nu zijn ze boos omdat er verandering komt.'
etienne davignon: ‘De mensen hebben op Macron gestemd omdat ze verandering willen. En nu zijn ze boos omdat er verandering komt.’© Hatim Kaghat

Vindt u dat elektriciteitsproducenten als Engie Electrabel te weinig geld krijgen?

Davignon: Ja. De overheid wil tegelijk lage prijzen voor energie en meer investeringen in de toekomst. Dat gaat gewoon niet. Wij zijn de enige sector in België die investeert zonder daarvoor subsidies te krijgen. Weet u dat het akkoord dat wij sloten met de regering om de kerncentrales open te houden, ons zes- of zevenhonderd miljoen euro heeft gekost? We maken verlies op onze kerncentrales.

Verlíés? Electrabel maakte toch net extra winsten door de al lang afgeschreven kerncentrales langer open te houden? Het moest van de regering een deel daarvan afstaan als ‘nucleaire rente’.

Davignon: Sinds een hele tijd zijn de energieprijzen zodanig gedaald dat van extra winsten geen sprake meer is. De sector van de groene energie, die veel subsidies krijgt, kan ons ook sterk beconcurreren. Dus wij maken verlies. We kunnen zelfs niet anders. We hebben de Belgische overheid een veilige energievoorziening gegarandeerd, en een akkoord met de regering is een akkoord.

Zegt u dan dat de overheid meer rekening moet houden met de energieproducenten? Of dat onze energie te goedkoop is?

Davignon: Dat is een vraag voor onze politici. Ik stel alleen vast dat er in de sector van de groene energie geen enkele investering plaatsvond zonder subsidies. En dat men zowel in Vlaanderen als in Wallonië problemen heeft met de financiering daarvan.

Als u verlies maakt op kernenergie is er echt géén reden meer om de kerncentrales open te houden. Want ook de veiligheid van Doel en Tihange staat ter discussie. Zelfs de Duitsers eisen inmiddels de sluiting van de Belgische kerncentrales.

Davignon: We moeten ernstig blijven. Alle rapporten die geschreven werden door internationale experts zeggen dat er geen problemen zijn. Denkt u echt dat er één verantwoordelijke van Engie nog rustig zou slapen als we zouden weten dat onze kerncentrales een veiligheidsrisico zijn voor de bevolking?

U zou niet de eerste bedrijfsleider zijn die de veiligheidsvoorschriften een beetje ruimer interpreteert.

Davignon: Komaan zeg. De gevolgen van een kernramp zijn niet te vergelijken met die van een gewoon bedrijfsongeval. Onlangs was er een zware brand in Audi-Vorst. Dat was tragisch, maar niet te vergelijken met een echte ramp bij een kerncentrale. Daarom zeg ik: niemand in dit huis zou alarmberichten over de veiligheid van een kerncentrale naast zich neerleggen om meer winst te kunnen maken. De regels worden trouwens voortdurend strikter. Als wij onze oude kerncentrales blijven openhouden, doen we dat volgens de normen van vandaag, en niet die uit de tijd dat Doel en Tihange werden gebouwd.

Als we u zo horen, zullen we nog wel een hele tijd verder moeten met kernenergie.

Davignon: Dat zeg ik niet. De wet is de wet, en die zegt nog altijd dat de kerncentrales dicht moeten voor 2025. We moeten ons daarop voorbereiden. Ik hoop alleen dat de politici ook de gevolgen zullen aanvaarden van hun beslissing, en hun beleid tijdig aanpassen.

Europa heeft de Britten niet meer nodig om vooruit te gaan

Hebt u nog veel contacten met de politieke klasse? Politici worden almaar jonger, zeker vanuit uw standpunt gezien.

Davignon: Ik heb nog altijd mijn contacten in de Wetstraat. Maar u moet er mij vooral niet van verdenken dat ik een slaaf ben van mijn werk. Ik doe dit omdat ik het graag doe en omdat een aantal mensen mij heeft te kennen gegeven dat ik nog altijd nuttig kan zijn. Ik deel hun mening. (lachje) Ik heb mij nog nooit gepensioneerd gevoeld.

Het wordt u nochtans makkelijker gemaakt: mensen van uw leeftijd mogen van de regering-Michel vijfhonderd euro per maand belastingvrij bijverdienen.

Davignon:(hilariteit, beide armen omhoog) Joepie! Eindelijk! (herpakt zich)Bon. Inmiddels heb ik geen uitvoerende verantwoordelijkheden meer. Ik heb mijn netwerk, en daar zijn contacten bij die voor iedereen nuttig kunnen zijn, binnen het bedrijf, maar ook erbuiten. Mijn Belgische en Europese vrienden aanvaarden mij nog altijd, niet als een onderhandelaar maar als een gesprekspartner, een interlocuteur. Ik probeer nooit een concreet voordeel voor dit bedrijf uit de brand te slepen, maar ik kan wel mijn mening geven over de grond van een zaak. Ik word niet meer gezien als een mannetje van Engie.

U blijft toch een lobbyist van het bedrijfsleven?

Davignon: Lobbyist is een vies woord geworden. Ik draag in deze groep een zekere verantwoordelijkheid, en ik probeer aan mijn gesprekspartners uit te leggen wat onze belangen zijn. Daar is toch niets fout mee? Indien de politici dan toch nog beslissingen nemen die tegen onze belangen ingaan, dan is dat zo. Ik kan dat zelfs begrijpen, want een politicus kan nooit goed doen voor iedereen. Maar het zou toch crimineel dom zijn om hen niet eerst uit te leggen hoe wij het zien.

En ik heb al bij herhaling bewezen dat ik geen lobbyist ben van de bedrijven of de rijken. Ik ben van mening dat de rijken gerust meer belastingen mogen betalen. De enige vraag die ik me als belastingbetaler stel, is: ‘Regering, wat doe je met mijn geld?’ Mag de staat ook efficiënt bestuurd worden? Ik was erg onder de indruk van de aanpak van mijn goede vriendin Sophie Dutordoir. Zij weigert uitdrukkelijk meer geld te vragen aan de regering voor de NMBS, onder het motto: ‘Ik wil eerst mijn zaken zelf op orde hebben gekregen.’ Ik vind dat formidabel.

Met Electrabel hebt u ooit een paar moeilijke zakelijke ‘avonturen’ beleefd in de voormalige Sovjet-Unie. Bent u verrast als u ziet hoe de Russen vandaag op een wat cowboyachtige manier proberen te wegen op de westerse economische en politieke besluitvorming?

Davignon: Wie zich laat verrassen, heeft zijn huiswerk niet goed gedaan. Aan het einde van de Koude Oorlog lachten wij in het Westen in ons vuistje: het communisme lag knock-out. We hebben toen een zware politieke fout gemaakt door de Russen te vernederen. Daarvoor betalen we nu de prijs. Al betekent dat ook weer niet dat Poetin zich vandaag alles zou mogen veroorloven. De Russen gaan zwaar in de fout in Oekraïne en Georgië: in dat soort kwesties kan Europa ook geen zwakheid tonen. Op lange termijn is het in het belang van Europa en Rusland om goede relaties te hebben. Juist daarom mogen we ook op korte termijn geen foute inschattingen maken in de dossiers waarin principiële kwesties op het spel staan – ik ga dan even voorbij aan de Krim, want dat is een heel gecompliceerde zaak.

Het beleid van Draghi heeft ertoe bijgedragen dat een meerderheid van de Europese lidstaten opnieuw vooruit kan gaan

Maakt de Europese Unie niet voortdurend foute inschattingen?

Davignon: Dat lijkt me sterk overdreven.

In een vorig interview in Knack zei u dat een brexit het falen van het Europese project zou betekenen. Toch hebben de Britten voor de uittreding uit de Unie gestemd.

Davignon: Ik blijf dat verbazingwekkend vinden: veel mensen hebben een stem uitgebracht die tegen hun objectieve belangen ingaat. Dat zie je nu toch ook in Catalonië? Daar is al een kapitaalvlucht op gang gekomen, nota bene van de eigen Catalaanse bedrijven. Het toont dat de wereld aan het veranderen is. De Britten hadden er geen voordeel bij om de Europese Unie helemaal te verlaten, want zij waren de enigen die hadden bedongen dat ze met één voet in de Unie mochten staan en met de andere erbuiten.

Komt er een moment waarop we in de EU blij zullen zijn dat we van de altijd tegenstribbelende Britten verlost zijn?

Davignon: We weten inmiddels inderdaad dat het zo goed als onmogelijk was om een echt gemeenschappelijk Europees beleid uit te tekenen mét de Britten. Maar we hebben ook nog niet getoond dat we daartoe in staat zijn zonder de Britten.

Wat denkt u zelf?

Davignon: Ik denk dat het mogelijk is. Toen de Britten kozen voor de brexit, was er een negatieve sfeer. Die is weg. Het momentum is veranderd: er is weer hoop. Vandaar dat ik vandaag zeg: Europa heeft de Britten niet meer nodig om vooruit te gaan.

Het optimisme over de toekomst van Europa heeft dus meer te maken met economische groei dan met de verkiezing van Emmanuel Macron als president van Frankrijk?

Davignon: Natuurlijk. Werkelijke evoluties als economische groei zijn altijd belangrijker dan subjectieve sentimenten. Het blijft natuurlijk een curieuze overwinning. De mensen hebben op Macron gestemd omdat ze verandering willen. En nu zijn ze boos omdat er verandering komt.

Hebben Macrons hervormingsplannen voor Europa kans van slagen?

Davignon: Dat zal in belangrijke mate afhangen van de voormalige Oostbloklanden. Die worstelen nog altijd met hun historische identiteit. Maar ze beseffen goed dat hun welvaart er mede gekomen is dankzij allerlei Europese fondsen en solidariteitsmechanismen. Polen, Hongarije en die andere landen zullen eerst zelf hun rekening moeten maken. Maar toch: in heel Europa is er ondertussen iets aan het bewegen. Dat neemt niet weg dat er op korte termijn nog veel werk op de plank ligt om de Europese toekomst veilig te stellen. Zo moeten we de euro op orde stellen.

Was u een voorstander van de politiek van ‘geldcreatie’ die de Europese Centrale Bank (ECB) de laatste jaren heeft gevoerd en die nu op een lager pitje komt te staan?

Davignon: Natuurlijk! Een van de belangrijkste kenmerken van de Europese besluitvorming is de grote invloed die individuele mensen kunnen uitoefenen. Mario Draghi heeft de ECB op een voorbeeldige wijze geleid. Hij heeft zijn mandaat maximaal opgerekt, maar het was ook zijn verantwoordelijkheid om te doen wat hij kan. Draghi heeft bewezen dat een onafhankelijke Europese Centrale Bank absoluut nodig is voor de eurozone. Het beleid van Draghi heeft ertoe bijgedragen dat een meerderheid van de Europese lidstaten opnieuw vooruit kan gaan. Het beste voorbeeld daarvan is het akkoord dat vorige week afgesloten werd rond de detachering van vreemde werknemers. Dat was een bijzonder delicaat dossier, en toch is er een akkoord gekomen. Het illustreert dat zo goed als alle partijen aan tafel van mening waren dat het status quo handhaven nog slechter was dan de risico’s te nemen die met elke poging tot vernieuwing gepaard gaan.

Minister van staat Etienne Davignon: 'Engie Electrabel maakt verlies op zijn kerncentrales'
© Hatim Kaghat

De beslissing waarnaar u verwijst, is toch meerderheid tegen minderheid genomen? Er was geen unanimiteit.

Davignon: Kijk eens, in belangrijke dossiers moet u altijd proberen een consensus te bereiken. Zoeken naar totale eensgezindheid heeft zijn grenzen. Stel dat men op een bepaald moment niet gestemd had. Dan waren alle lidstaten gegijzeld door de landen die dwarslagen, en dan hadden die laatste een hoge prijs kunnen vragen voor hun ja-stem. Dus als er geen consensus mogelijk is, moet er gestemd kunnen worden. In het andere geval is de winnaar vooraf bekend: hij die de anderen durft te chanteren.

U legt ons uit hoe het politieke spel werkt, maar het lijkt er sterk op dat u uw analyse maakt op basis van uw ervaringen in het bedrijfsleven.

Davignon: De fundamentele mechanismen van de politieke besluitvorming zijn niet anders dan die in het zakenleven. Veel bedrijfsleiders snappen dat niet. Toen ik na mijn verblijf in de Europese Commissie voor een carrière in de privésector koos, zeiden veel bedrijfsleiders me dat ik eindelijk beland was op een niveau waarin ik de zaken vooruit kon doen gaan. Ik reageerde altijd erg boos op dergelijke zakenlieden, die blijkbaar dachten dat zij ernstiger, beter en slimmer waren dan de politici. Ik heb gewerkt in de diplomatie, de politiek en de privésector: overal heb je uitstekende mensen, middelmatigen en een paar rotte appels, en overal in dezelfde verhouding. Het gebrek aan respect voor de politiek in het zakenmilieu is ronduit gevaarlijk. Het is au fond dezelfde vorm van blind en dom onbegrip als dat van de PTB’ers die vinden dat ze elke bedrijfsleider tegen de muur zouden moeten zetten, een visie waarmee ik vanzelfsprekend niet akkoord ga. (lachje)

Veel van uw leeftijdsgenoten willen vooral behouden wat is. U zit hier al twee uur lang te pleiten voor verandering en vooruitgang.

Davignon: Het leven van vandaag is, zeker voor jongeren, toch veel beter dan vroeger? Het niveau van de universitaire opleiding is beter, ze hebben meer kansen om zich te ontplooien, ze kunnen Europa rondreizen met het Erasmusprogramma. Het gevoel van onzekerheid is misschien wat groter, maar het leven is in de feiten zoveel beter. Dat zit in banale dingen. Iedereen heeft vandaag een gsm. Toen ik vroeger met mijn vriendinnetje wilde bellen, moest ik op café betalen voor de telefoon, en dan wachten op een verbinding. Als ik dat aan mijn kleinkinderen vertel, zie ik ze denken: het is zover. Grandpapa est vraiment gaga.’

Etienne Davignon

1932: geboren in Boedapest (Hongarije)

Studie: doctor in de rechten aan de UCL

1964 – 1969: kabinetschef van de ministers van Buitenlandse Zaken Pierre Harmel en Paul-Henri Spaak.

1969 – 1976: directeur-generaal politieke aangelegenheden bij het ministerie van Buitenlandse Zaken.

1977 – 1985: Europees Commissaris, onder meer voor industrie en interne markt.

1985: wordt bestuurder bij talloze bedrijven en ondervoorzitter bij de Generale Maatschappij van België en Suez-Tractebel.

– Nu nog voorzitter van onder meer SN Airholding, adviseur bij Engie Electrabel én bestuurder van RSC Anderlecht.

Partner Content