Minister van Financiën pleit voor taxshift van 1,2 miljard

Vincent Van Peteghem © Belga Image

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) legt een uitgewerkt voorstel op de regeringstafel om de belastingen voor de werkende middenklasse met 1,2 miljard euro te verlagen.

Dat is een verrassende voorafname op de grote fiscale hervorming die hij voorbereidt, zo schrijft De Tijd zaterdag.

“Sommige zaken kunnen niet wachten”, zegt de CD&V-vicepremier in een interview met de krant. De federale regering timmert in de marge van de begrotingsopmaak aan een herstart- en transitieplan om de relance na corona een extra duw te geven en de arbeidsmarkt af te koelen, die met een enorme krapte kampt.

Dat vereist volgens Van Peteghem een versnelde fiscale ingreep om werken en vooral meer werken aantrekkelijker te maken. “Bij het interprofessioneel akkoord dat de sociale partners in juni sloten, hebben we vastgesteld dat de verhoging van het minimumloon, die de komende jaren wordt uitgerold, een promotieval creëert. In de regering is toen afgesproken daar iets aan te doen. De oplossing ligt volgens mij in het laten uitdoven van de bijzondere bijdrage op de sociale zekerheid (BBSZ), die alle werknemers sinds 1994 betalen. Jean-Luc Dehaene (CD&V) voerde die bijdrage in om België in de eurozone te krijgen, maar omdat de tarieven en de grensbedragen nooit geïndexeerd werden, is de fiscale druk vandaag van de hogere naar de lagere middenklasse verschoven. Daardoor veroorzaakt ze eveneens een inactiviteits- en promotieval”, zegt de minister.

Van Peteghem geeft een concreet voorbeeld. “Wie aan het minimumloon werkt, betaalt 57 euro BBSZ per jaar. Als hij door promotie of meer werkuren een loonsverhoging van 100 euro per maand krijgt, verhoogt de BBSZ naar 152 euro en verliest hij een volle maand opslag. Het optrekken van het minimumloon zal dat nog versterken. Wat de overheid met de ene hand geeft, neemt ze met de andere af. Daar moeten we nu al iets aan doen. In de coronacrisis zijn heel veel mensen in moeilijke omstandigheden aan de slag gebleven, die geen coronasteun hebben gekregen en die ook de verhoging van het minimumloon niet voelen. Ook voor die mensen mag werken meer lonen dan niet werken.”

Van Peteghem wil de BBSZ in vier fases laten uitdoven: 2022, 2024, 2026 en 2028. Voor een gezin met een gemiddeld loon komt dat in 2028 neer op een lastenverlaging van zo’n 700 euro per jaar. De maatregel kost 1,2 miljard euro, maar moet budgetneutraal zijn. Dat betekent dat het gaat om een lastenverschuiving (taxshift) naar andere inkomsten.

De CD&V’er kijkt daarvoor onder meer naar wat hij de excessen in het systeem noemt: het fiscale gunstregime voor profvoetballers, het fiscale voordeel voor de tweede woning en de oneigenlijke toepassing van het gunstregime op de auteursrechten. “Daarnaast is er ook nog de effectentaks.”

Partner Content