Michèle De Wilde, weduwe van The Scabs-gitarist Willy Willy: ‘Nee, sterven is niet mooi’

Michèle De Wilde: 'Als ik tegen mijn ouders zei dat ik bij vriendinnetjes ging logeren, bleef ik al bij Willy slapen.' © CARMEN DE VOS

Michèle De Wilde deed vroeger aan punk en drugs, vandaag probeert ze voort te leven zonder haar grote liefde Willy Willy. ‘Ik heb geen doel meer.’

Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

‘Ik spreek nog veel in de wij-vorm’, zegt ze ergens halfweg het gesprek. Dat vindt ze gemakkelijker dan praten over ‘ik’. Van haar veertiende staat het leven van Michèle De Wilde in het teken van de man met wie ze later zou trouwen. En sinds 13 februari 2019 moet ze voort zonder hem. Want die dag ging hij dood. Hij is Willy Willy, de iconische gitarist van The Scabs, de man die rock-‘n-roll had in zijn vingers en groeven in zijn kop, de grote liefde van zijn Mieke.

Vier seizoenen zijn er nog maar gepasseerd sinds hij is gestorven. ‘Het gemis blijft enorm. Mensen zeggen vaak: het zal slijten, Michèle, je leert er wel mee leven. Onzin. Het slijt niet.’

Zoals haar achternaam klinkt, zo was haar man, en ook haar levenswandel. ‘Yes, I was pretty wild’, zegt ze terwijl ze even glimlacht. ‘Anders zou Willy ook nooit met mij getrouwd zijn. Naar een nonnetje was hij niet op zoek. Voor mij hoefde trouwen eigenlijk niet. Maar Willy wilde het absoluut. Hij zei: ofwel trouw je met mij en blijven we samen, ofwel is het gedaan. Hij wilde alles in zijn leven één keer gedaan hebben en trouwen hoorde daar bij. Dus hebben we dat gedaan in 1990. Of het in het lang en in het wit was? Nee gij. Ik droeg een korte, zwarte lederen jurk. Daarboven een maliënkolder die ik in Parijs had laten maken. Tof, maar het woog veel meer dan ik had gedacht.’ (lacht)

Als Willy geen optredens had, sloten we ons op in ons huis, gewoon met ons tweeën. Het was het liefste wat we deden.

Michèle en Willy woonden in Brussel toen. Tien jaar later trokken ze naar Affligem, omdat ze eindelijk een huis wilden kopen in plaats van huren, en Brussel toen al onbetaalbaar was. In Affligem zijn ze blijven wonen. Willy Willy is er in hun huis gestorven.

Eind vorig jaar bent u naar Oostende verhuisd, de stad waar u allebei bent opgegroeid en elkaar hebt leren kennen. Waarom hebt u dat beslist?

Michèle De Wilde: Het werd te moeilijk in ons huis. Elke vierkante centimeter daar was Willy. Ik liep er voortdurend huilend rond. Nu ja, zijn gitaren en versterkers heb ik allemaal mee verhuisd naar hier. Ik kan het niet over mijn hart krijgen om die van de hand te doen. Zelfs zijn auto staat hier in een garage. Een paarse, dat was zijn lievelingskleur. (glimlacht) Ik rij er nu al een tijdje mee rond, en het geeft me een soort van rust.

Tijdens een van zijn laatste dagen heb ik het er met hem over gehad. Hij zei: ‘Mieke, ik zou hier niet blijven wonen mocht jij er niet meer zijn.’ Dat stelde me gerust. Anders zou ik me schuldig gevoeld hebben door in Affligem te vertrekken.

Ik heb nog even getwijfeld om naar Diest te verhuizen, omdat Guy Swinnen (zanger van The Scabs) en zijn vrouw Viviane daar wonen. Zij hebben zo veel gedaan voor mij, ongelooflijk. En nog steeds. Maar mijn ouders wonen in Oostende en zijn oud aan het worden. Vanuit Diest zou het 200 kilometer rijden zijn, dat vond ik te ver om vaak te doen.

Het is dubbel, hoor. Ook al heb ik hier wat oude vrienden wonen, ik moet weer wennen aan mijn stad. De mensen zijn hier helemaal anders. Ze verwachten best veel van je op sociaal vlak, vind ik. Maar ik heb er niet altijd behoefte aan om met iemand af te spreken.

Wie van de zee is, blijft erdoor gelokt worden, zegt men. Klopt dat?

De Wilde: Bwa, ik woon hier sinds 20 december en ik heb de zee nog maar drie keer gezien. (lacht) Het is mooi, hoor, maar ik zit liever op mijn terras met onze twee katten in de buurt. Die hebben we meegebracht uit Griekenland in oktober 2018. Dat was onze laatste reis samen. De katjes waren ongeveer twee maanden oud en leefden op de parking van het hotel waar we logeerden. De meisjes van de receptie gaven hun eten, en hadden hen Shy en Dusty genoemd. Ik ben heel blij dat ze er zijn.

Heeft de lockdown een impact op u?

De Wilde: Sinds Willy dood is, leid ik een vrij eenzaam bestaan. Corona heeft daar niet zo heel veel aan veranderd.

Willy was heel open, hij sprak met iedereen en iedereen had hem graag. Ik laat zelden iemand binnen in mijn leven. De mensen die ons omringden, waren vooral Willy’s vrienden. Met enkelen van hen heb ik nog een heel goed contact: Guy en Viviane, fotograaf Danny Willems en zijn vrouw, of sommige ex-vriendinnen van Willy. Ondanks al het feestgedruis zijn wij altijd ook kluizenaars geweest. Als Willy geen optredens had, sloten we ons op in ons huis, gewoon met ons tweeën. Het was het liefste wat we deden. Wij hadden genoeg aan elkaar.

Het klinkt bijna symbiotisch.

De Wilde: Dat is ook zo. Wij vulden elkaar perfect aan. Yin en yang, dat cliché klopte echt voor ons. De laatste maanden zijn we nog dichter bij elkaar gekomen. Ik deed alles voor hem. Ik wilde niet anders. Hij had bijvoorbeeld brandwonden op zijn voeten, een van de bijwerkingen van de chemotherapie, en ik verzorgde die. We zijn bijna versmolten in die periode.

Hij is gestorven aan kanker. Leidt zoiets ertoe dat u uw eigen gezondheid angstvallig in de gaten houdt?

De Wilde: Nee. Hoe ongezond of gezond je ook bent, de dood staat toch voor je neus terwijl je het niet verwacht. Willy had zich een paar dagen grieperig gevoeld, met koorts, en enkele dagen later kreeg hij ineens de diagnose van terminale kanker. Daar sta je dan. Die dag zijn we ingestort. Maar de volgende dag was het voorbij. Willy leefde te graag. Zijn joie de vivre was ongelooflijk. Hij is verdergegaan met zijn leven. Tot op het einde heeft hij gelachen en gespeeld. Hij heeft zijn laatste plaat Vampire With A Tan afgemaakt, en drie dagen voor hij stierf heeft hij zelfs nog op de Mia’s opgetreden (waar The Scabs toen een Lifetime Achievement Award kregen, nvdr).

Ik ging werken zodat hij zijn platen kon blijven maken. Ik heb dat nooit als een opoffering gezien.

Dus nee, ik ben niet doodsbang om bijvoorbeeld covid-19 te krijgen. Ik hou mij aan alle regels, vooral om anderen te beschermen. Maar voor mezelf denk ik: als het zo moet zijn, dan moet het zo zijn. Op een dag trek je toch aan het kortste eind.

Ik ben al eens aan de dood ontsnapt. Vlak voor mijn dertigste heb ik een zwaar auto-ongeval gehad. Omdat er plots een auto in tegenovergestelde richting op mijn rijstrook reed. En ook al heb ik op het laatste nippertje mijn stuur nog omgegooid, toch zijn we gebotst. Ik belandde in de berm. De brandweer heeft me uit mijn auto moeten zagen. De andere chauffeur was dood.

Een ongeval meemaken waarbij iemand anders sterft, dat draag je wel een tijdje mee, denk ik.

De Wilde: Ik heb daar lang van afgezien, ja. Ook al was ik totaal niet in fout. Hij reed op mijn rijstrook, had gedronken en droeg geen gordel. Maar het was wel een jonge man die dood was. Achteraf hoorde ik ook nog dat hij een vriendin had die zwanger was.

Wat waren uw letsels?

De Wilde: Bijna elk bot in mijn lijf was gebroken. Mijn beide voeten waren verpletterd en zaten helemaal scheef aan mijn been. Mijn linkervoet is net niet geamputeerd. Ik ben blijvend invalide aan die voet. Als ik even wandel, wordt hij helemaal stijf. Op de tippen van mijn tenen staan kan ik ook niet.

Hebt u daar boosheid of frustraties aan overgehouden?

De Wilde: Ik heb veel pijn gehad, ben twee maanden in het ziekenhuis moeten blijven en heb een jaar gerevalideerd, maar ik heb het nooit gezien als een onrechtvaardigheid. Zo ben ik niet opgevoed. Wanneer ik als kind weleens zeurde, zeiden mijn ouders me altijd: denk liever eens aan mensen die geen eten hebben, of mensen die een oorlog moeten meemaken. Mijn ouders hebben mij met heel veel liefde grootgebracht, maar ook met het idee dat je met klagen nergens komt.

U leerde Willy kennen toen u 14 was. Hij was een punker toen. Was u dat ook?

De Wilde: Jazeker. Of tenminste, zo wilde ik mij voordoen. (lacht) Eigenlijk was ik een luxepunker. We woonden in een mooi huis, mijn kleren kocht ik bij La Rocka in Londen. Zo is het gemakkelijk natuurlijk om punker te zijn. Ik was wel een rebel, hoor. Mijn lange haren had ik veranderd in een kort, half wit, half zwart geverfd kapsel, en als ik tegen mijn ouders zei dat ik bij vriendinnetjes ging logeren, bleef ik al bij Willy slapen.

Het uitgaansleven in Oostende is niet meteen het braafste milieu.

De Wilde: Het was wel heavy soms. Mijn broer Didier was bekend bij de politie. Hij was trouwens de beste vriend van Willy. Zo heb ik hem leren kennen. We hebben serieus gefeest in Oostende en later in Brussel, dat is een feit. Maar ik heb nooit schade berokkend of iemand pijn gedaan.

Uw broer was 23 toen hij stierf aan een overdosis. Willy is ook altijd heel open geweest over zijn alcohol- en druggebruik.

De Wilde: Ja, het heeft weinig zin om daar doekjes om te winden. Het zou wel heel hypocriet zijn van mezelf om te doen alsof wij twee heilige bonen waren. Dat zou hij niet willen. Hij zou komen spoken in mijn dromen, denk ik. (lacht)

De dood van uw broer heeft uw houding tegenover drugs niet beïnvloed?

De Wilde: Alcohol, pillen, drugs: dat is allemaal hetzelfde. Maar omdat drugs in de illegaliteit zitten, moeten jonge mensen soms hun toevlucht zoeken in slecht gerief waarvan ze niet weten wat het zal doen. Ik ben ervan overtuigd dat als je drugs gecontroleerd kunt gebruiken, ze veel minder schade aanrichten dan alcohol. Want dat is pas iets waaraan heel veel mensen rechtstreeks of onrechtstreeks sterven.

Ik heb alles altijd goed onder controle gehad. Ik kon altijd zeggen: stop. Maar ik heb een sterk karakter. Als ik een beslissing neem, zal ik daar niet snel van afwijken. Toen Willy excessief begon te gebruiken, zei ik hem eens dat hij zijn eigen gezondheid aan het ondermijnen was. ‘Jij hebt gemakkelijk praten,’ antwoordde hij, ‘jij hebt je glas wijn, ik mag niks drinken.’ Hij was in 1997 gestopt met drinken na een levercrisis. Wel, ik ben onmiddellijk gestopt met drinken. Niet voor mijn gezondheid, maar om hem te steunen.

U hebt uw leven eigenlijk in het teken van hem geleefd?

De Wilde: Willy was mijn leven. Hij was mijn raison d’être. Heel mijn leven stond en staat in het teken van hem. Ik ging ook werken zodat hij zijn platen kon blijven maken. Rijk word je niet van musiceren, zeker niet als je zoals hij geen compromissen wilt sluiten. Met tweeën konden we niet leven van zijn inkomsten. En dus ging ik voor het vaste loon zorgen, zodat hij kon blijven doen wat hij graag deed.

Ik heb dat allemaal nooit als een opoffering gezien. Als je iemand zo graag ziet, heb je dat ervoor over. Ik was zo trots om met hem samen te zijn.

Ik vond ook niet dat ik het recht had om hem te veranderen. Ik wist heel goed wie hij was toen ik iets met hem begon. Willy was altijd op zoek naar fun. Wie ben ik dan om te zeggen dat hij een rechtlijnig pad moest volgen?

U werkt voor een logistiek bedrijf, waar u aan international business development doet. Hoe bent u daar terechtgekomen?

De Wilde: Ik heb vroeger heel andere dingen gedaan. Eerst had ik een kledingwinkel in Gent. Dan een kunstgalerij in Brussel. Maar die werden vooral gesponsord door mijn ouders en toen zij een zwaar faillissement hadden, werd de geldkraan dichtgedraaid en moest ik iets anders zoeken. Ik ben dan naar een interimkantoor gegaan en daar hebben ze mij een job in een callcenter gegeven. Zo heb ik mij stilaan opgewerkt. Ik mag bijvoorbeeld geregeld naar China reizen om daar met potentiële klanten te onderhandelen.

Het is een harde sector. Ik ben echt iemand anders op mijn werk. Ik draag daar zelfs kostuums. (lacht) Maar vroeger kwam ik thuis en kon ik mezelf weer zijn, omdat Willy mij altijd opnieuw in balans kreeg. In een knip kon hij mijn zorgen en mijn stress wegnemen. Voor een groot deel ligt hij dus aan de basis van mijn succes.

Het klinkt alsof u vanaf uw veertiende tot vandaag altijd verliefd op hem gebleven bent.

De Wilde: Op een dag belde hij bij ons aan om mijn broer te zien. Ik deed de deur open en was compleet verloren. (lacht) Ik wist: hij is het. En dat is altijd zo gebleven. Het heeft tot mijn 23e geduurd voor hij een serieuze relatie met mij wilde. Daarvoor was ik een speeltje, zoals hij er veel had, daar moet ik eerlijk in zijn. Maar ik heb op hem gewacht. En daar ben ik nog altijd heel blij om.

U was bij hem de avond dat hij stierf. Dat moeten beelden zijn die u nooit meer uit uw hoofd krijgt.

De Wilde: Men heeft het weleens over ‘rustig inslapen’, maar dat is toch niet wat ik gezien heb. Die laatste seconden waren een helse strijd. Ik zag hem echt naar adem happen. (zwijgt even) Nee, sterven is niet mooi. We waren met drieën bij hem. Guy en Viviane hadden hem vastgepakt, ik lag naast hem. En toch sterft iedere mens alleen.

Als u voor uzelf de komende decennia overschouwt, hoe ziet u die jaren dan?

De Wilde: Ik heb geen plannen. Ik heb ook geen doel meer in mijn leven. Willy was mijn doel. Een vriendin zei onlangs: ‘Mieke, neem je oude hobby’s weer op.’ Ik heb geen hobby’s, zei ik. ‘Maar wat deed je dan voor je samen was met Willy?’, vroeg ze. Ik antwoordde: ‘Achter Willy zijn gat zitten.’ (lacht)

Ik ga geen heilige van hem maken. We hebben ook ruzie gehad, en dan kon het serieus kletteren. Ik kon hem soms tegen de muur plakken. Maar de liefde was er altijd. Ik was gelukkig. Nu ben ik dat niet. Maar dat is niet erg. Dit is ook een leven. Er zijn best nog momenten die fijn zijn. Maar volkomen gelukkig zijn, en die rust vinden, nee, dat kan niet meer. Dat gaat niemand mij ooit nog kunnen geven.

Michèle De Wilde

– 55 jaar, geboren in Oostende

– getrouwd met Willy Willy, gitarist van The Scabs en overleden in februari 2019 op 59-jarige leeftijd

– woonde met Willy Willy eerst in Brussel, later in Affligem

– werkt voor een logistiek bedrijf als international business developer

– woont sinds kort weer in Oostende

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content